Geschiedeniswerkplaats - 2KGT - 2.3 en 2.4

1

Welk begrip past bij deze beschrijving?

Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.

1

Kies het woord dat het best op de stippellijn past:

De industriële revolutie zorgde voor ................. , maar niet alles was positief, er was ook veel armoede.

1

In welk jaar werd het Kinderwetje van van Houten ingevoerd?

1

Bij welke politieke groep passen de idealen van Aletta Jacobs het best?

1

In welk jaar werd de leerplicht ingevoerd?

1

Eind 19e eeuw waren de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren slecht.

1

Vakbonden onderhandelden met werkgevers over het loon en de werktijden

1

Wat was een gevolg van de invoering van sociale wetten?

1

Geef twee voorbeelden die passen bij de dienstensector:

1

Goed of niet goed?

Werknemer: iemand die anderen tegen betaling van loon in dienst neemt.

1

Wie is deze meneer?

Hij was in de 19e eeuw de leider van de liberalen. Hij had een belangrijke rol tijdens de grondwetswijziging van 1848

1

Waar streven Liberalen naar?

1

De meneer op de foto is Karl Marx, welke politieke stroming past er bij hem?

1

Wat vinden socialisten belangrijk?

1

Wat was de eerste politieke partij van Nederland?

1

Welke politieke groep past er bij deze beschrijving?

Protestanten en katholieken. Stonden tussen socialisten en liberalen in. Vonden het naleven van de regels van de bijbel belangrijk

1

Welke politieke groep streeft naar gelijke rechten voor vrouwen. En het verbeteren van de positie van de vrouw.

1

In welk jaar ging Aletta Jacobs stemmen maar werd geweigerd?

1

Waar of niet waar?

Een belangrijk doel van de confessionelen was: christelijk onderwijs dat door de staat werd betaald

1

Welke politieke groep past er bij deze beschrijving?

Tak van het socialisme. Alles was eigendom van de staat, arbeiders waren hier in de baas. Zij wilden een revolutie!

Oefentoets voor 2KGT, Geschiedeniswerkplaats. De sociale kwe

Geschiedeniswerkplaats - 2KGT - 2.3 en 2.4

Geschiedeniswerkplaats - 2KGT - 2.3 en 2.4

Welk begrip past bij deze beschrijving? Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.

Kies het woord dat het best op de stippellijn past: De industriële revolutie zorgde voor ................. , maar niet alles was positief, er was ook veel armoede.

In welk jaar werd het Kinderwetje van van Houten ingevoerd?

Bij welke politieke groep passen de idealen van Aletta Jacobs het best?

In welk jaar werd de leerplicht ingevoerd?

Eind 19e eeuw waren de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren slecht.

Vakbonden onderhandelden met werkgevers over het loon en de werktijden

Wat was een gevolg van de invoering van sociale wetten?

Geef twee voorbeelden die passen bij de dienstensector:

Goed of niet goed? Werknemer: iemand die anderen tegen betaling van loon in dienst neemt.

Wie is deze meneer? Hij was in de 19e eeuw de leider van de liberalen. Hij had een belangrijke rol tijdens de grondwetswijziging van 1848

Waar streven Liberalen naar?

De meneer op de foto is Karl Marx, welke politieke stroming past er bij hem?

Wat vinden socialisten belangrijk?

Wat was de eerste politieke partij van Nederland?

Welke politieke groep past er bij deze beschrijving? Protestanten en katholieken. Stonden tussen socialisten en liberalen in. Vonden het naleven van de regels van de bijbel belangrijk

Welke politieke groep streeft naar gelijke rechten voor vrouwen. En het verbeteren van de positie van de vrouw.

In welk jaar ging Aletta Jacobs stemmen maar werd geweigerd?

Waar of niet waar? Een belangrijk doel van de confessionelen was: christelijk onderwijs dat door de staat werd betaald

Welk begrip past bij deze beschrijving?

Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.

Kies het woord dat het best op de stippellijn past:

De industriële revolutie zorgde voor ................. , maar niet alles was positief, er was ook veel armoede.

Goed of niet goed?

Werknemer: iemand die anderen tegen betaling van loon in dienst neemt.

Wie is deze meneer?

Hij was in de 19e eeuw de leider van de liberalen. Hij had een belangrijke rol tijdens de grondwetswijziging van 1848

Welke politieke groep past er bij deze beschrijving?

Protestanten en katholieken. Stonden tussen socialisten en liberalen in. Vonden het naleven van de regels van de bijbel belangrijk

Waar of niet waar?

Een belangrijk doel van de confessionelen was: christelijk onderwijs dat door de staat werd betaald

Welke politieke groep past er bij deze beschrijving?

Tak van het socialisme. Alles was eigendom van de staat, arbeiders waren hier in de baas. Zij wilden een revolutie!