Paulien Mokveld
Quiz von , erstellt am more than 1 year ago

Oefening werkwoordspelling 2F - voor gevorderden.

8
0
0
Paulien Mokveld
Erstellt von Paulien Mokveld vor mehr als 8 Jahre
Schließen

Werkwoordspelling 2F tegenwoordige, verleden en voltooide tijd

Frage 1 von 10

1

........ eens hoeveel knikkers in de pot zitten.

Wähle eine der folgenden:

  • Raai

  • Raadt

  • Raad

Erklärung

Frage 2 von 10

1

........ schroeven krijg je met cola weer los.

Wähle eine der folgenden:

  • Vastgeroeste

  • Vastgeroestte

Erklärung

Frage 3 von 10

1

Op het feest kun je ook ........ worden.

Wähle eine der folgenden:

  • gesminkt

  • geschminckt

  • geschminkt

  • gesminckt

Erklärung

Frage 4 von 10

1

Waarom .... hij gisteren zo hard?

Wähle eine der folgenden:

  • lachte

  • lachtte

Erklärung

Frage 5 von 10

1

Karel ... gisteren naar zijn oma toe.

Wähle eine der folgenden:

  • fietsten

  • fietstte

  • fietste

Erklärung

Frage 6 von 10

1

Is de persoonsvorm juist gespeld? (true = ja, goed, false = nee, fout)

Pieter red de hond uit het water.

Wähle eins der folgenden:

  • WAHR
  • FALSCH

Erklärung

Frage 7 von 10

1

Ik geloof dat ik mij ..

Wähle eine der folgenden:

  • vergist

  • vergis

Erklärung

Frage 8 von 10

1

Jij ... mij gouden bergen.

Wähle eine der folgenden:

  • belooft

  • beloofd

Erklärung

Frage 9 von 10

1

Mijn vader ... elke dag met ons als hij in het buitenland is.

Wähle eine der folgenden:

  • facetimet

  • facetimed

  • facetimt

Erklärung

Frage 10 von 10

1

Karin ... de hele pauze over haar nieuwe vriend.

Wähle eine der folgenden:

  • praten

  • praate

  • praatte

Erklärung