Zusammenfassung der Ressource
Frage 1
Frage
De bestedingen van consumenten dalen als de algemene prijs van tijd stijgt.
Frage 2
Frage
De rente die de banken rekenen, is voor iedereen hetzelfde, daarom wordt rente de algemene prijs van tijd genoemd.
Frage 3
Frage
Iemand financiert een aankoop (bijvoorbeeld een auto) met geleend geld als de individuele prijs van tijd hoger / lager is dan de algemene prijs van tijd.
Frage 4
Frage
Iemand die geld leent om een deel van de bestedingen te financieren heeft een lage tijdsvoorkeur.
Frage 5
Frage
Ruilen over de tijd wordt mogelijk gemaakt door het bestaan van rente.
(
Frage 6
Frage
Inflatie houdt in dat het algemene prijspeil stijgt, inflatie wordt uitgedrukt in een percentage en bij inflatie daalt de interne waarde van de euro.
Frage 7
Frage
Bij een inflatie van 0% is het reële rendement gelijk aan het nominale rendement?
Frage 8
Frage
Het indexcijfer bij woning (104) is een samengesteld prijsindexcijfer
Frage 9
Frage
Welke begrip?
Investeringsopbrengst in procenten van het geïnvesteerde bedrag. [[blank_start]rendement[blank_end]]
Frage 10
Frage
Welke begrip?
Rendement waarbij geen rekening wordt gehouden met inflatie, is het [[blank_start]nominale[blank_end]) rendement.
Frage 11
Frage
Welk begrip?
Daling van het algemene prijspeil, wordt [[blank_start]deflatie[blank_end]] genoemd.