IMPERIUM (omvat
wetgevende,
uitvoerende en
rechterlijke
macht)
2 door volksvergadering gekozen consuls
beiden volle imperium (ondeelbaar)
intercessio: tussenbeide
komen/besluit ander ongedaan
maken
consulaat is hoogste ambt
ontleent aan de goden
edict: wet op grond van imperium
bij conflict gaat edict voor lex
voorzitter comitia(volksvergadering)
lex/leges: wetten door comitia
senaat: raad van ouden: patres
senatusconsulta: geen
kracht van wet, wel
advies
uit de patriciërsklasse
begin
republiek/
res publica
(509 v. Chr.)
sociale strijd patriciërs & plebejers
plebs vertrekt en
dreigt een
nieuwe stad te
stichten
1. stichting TRIBUNI PLEBIS (volkstribunen)
geen imperium, wel vetorecht
plebs eist codificatie,
rechtszekerheid
2. LEX 12 TABULARUM
(codificatie), 450 v. Chr.
interpretatio blijft in handen patriciërs
Na bijna 100 jaar geeft Gnaeus Flavius
de uitleggingsregels prijs aan het volk
1 van de 2 consuls moet een
plebejer zijn
patriciërs eisen instelling
nieuw ambt: praetura
3. PRAETOR heeft deel aan imperium, houdt
zich bezig met rechtsbedeling (367 v. Chr.)
Na enige tijd kunnen de
plebs ook praetor worden
vaardigt edicten uit, die
geldig zijn tijdens de duur
van zijn imperium, 1 jaar
plek (ius) waar hij zijn taak
uitoefent: Forum Romanum
(Romeinse marktplaats)
betekenis ius vroeger:
plaats waar werd
rechtgesproken, nu:
het recht zelf
edicten stonden hier op een witte
schutting geschreven: album
vonnis wijzen deed hij niet zelf maar een particuliere burger van Rome, iudex privatus
op den duur overname edict van
voorganger door nieuwe praetor,
hoogstens met toevoeging nieuwe
bepalingen:
edictum perpetuum/tralaticium: voortdurend edict
bij afwijken van edict of
tussentijds nieuwe
bepalingen maken, riskeerde
praetor strafrechtelijke
vervolging
edict: eene blijvende, maar
van jaar tot jaar voor
herziening vatbare codificatie
praetorisch recht
tegenstelling
ius civile en ius
praetorium -->
lex en imperium
functie: ondersteuning,
aanvulling en
verbetering ius civile
met beroep op de 'natuurlijke'
billijkheid, naturalis aequitas
4. LEX HORTENSIA
(286 v. Chr.)
plebiscieten krijgen
kracht van wet voor het
hele Romeinse volk
= besluit uit alleen voor plebejers
toegankelijke volksvergadering
strijd is formeel afgesloten
Julius Caesar consul, door intimidatie en militaire
successen dictator
Moord Julius Caesar (44 v. Chr)
zijn adoptiefzoon Octavianus machtigste man republiek
Combinatie imperium (proconsulare) en tribunicia potestas/vetorecht, in zijn persoon
Begin keizertijd (27 v. Chr.)
Géén weiziging staatsvorm en republikeinse ambten
volksvergadering heeft zich nooit gewijzigd in volksvertegenwoordiging,
door uitbreding Rome kwam deze niet meer bijeen (te veel burgers)
1. leges vervangen door senatusconsulten,
die kracht van wet kregen
niet voor lang, algauw draag het volk het imperium
op aan de keizer en dus de wetgevende macht
constitutie: verzamelnaam keizerlijke maatregelen
Annotations:
Edicta: rechtsregels aan alle onderdanen gericht
Decreta: vonnissen, betrekking hebbend op één geval
Rescripta: rechtsgeleerde adviezen, voor één geval
Mandata: instructies van de keizer aan zijn keizerlijke ambtenaren
constitutio Antoniniana (212 na Chr.)
alle inwoners Romeinse rijk krijgen
Romeinsburgerschap --> Romeins
recht wordt op allen van toepassing
personaliteitsbeginsel wordt omgezet in territorialiteitsbeginsel
Annotations:
personaliteitsbeginsel: iedere inwoner leeft volgens het recht van zijn afstamming
territorialiteitsbeginsel: ieder binnen een bepaald gebied leeft naar hetzelfde recht
met uitzonderingen en niet
geldig voor de toekomst
(Germanenstammen)
2. responsa: schrijven van
adviezen door
particuliere juristen, al
ten tijde van res publica
Keizer Augustus geeft aan sommige juristen soort keizerlijke vergunning
deze adviezen worden dus bindend, responsum gezag
beklede jurist heeft zelfde autoriteit als rescriptum keizer
op den duur kregen alle geschriften, ook
die zonder concreet advies, kracht van wet
zij werden aangeduid met ius (recht)
grote juristen
Annotations:
Salvius Julianus: edictum perpetuum
Gaius: leerboek instituten/commentaren
Papinianus
Ulpianus: handboeken met menigen oudere juristen
Paulus:
Modestinus: laatste grote jurist, na hem geen nieuwe werken aan ius toegevoegd (ca. 250)
Rond 300 na Chr. 2 rechtsbronnen:
keizerrecht/constituties, ook wel leges, niet dezelfde
als die van volksvergadering! en juristenrecht/ius
Constatijn de Grote uitgeroepen tot keizer (306 na Chr.)
uitvaardiging tolerantie-edict van Milaan: garandering godsdienstvrijheid (311)
Verheving Christendom tot staatsgodsdienst door Theodosius, niet Constatijn!
stichting nieuwe christelijke hoofdstad, 2de Rome (330)
stadje Byzantium wordt voortaan
Constantinopel genoemd: stad van Constatijn
In elk 'Rome' 1 keizer, beiden hadden volle imperium
Val West-Romeinse rijk (476)
de oostelijke keizer in
Constantinopel kreeg de iure
(rechtens) macht over het
gehele Romeinse rijk
de facto (in feite) alleen macht over Oostelijk deel,
keizer Justinianus (527-565) wilde meer