martine v
Quiz by , created more than 1 year ago

Hart long en farmacologie (MANP jaar 1) Quiz on Farmacodynamiek MANP, created by martine v on 16/12/2018.

40
0
0
martine v
Created by martine v almost 6 years ago
Close

Farmacodynamiek MANP

Question 1 of 9

1

welke neurotransmitter werkt niet mee in het sympatische zenuwstelsel

Select one of the following:

  • Adrenaline

  • Noradrenaline

  • Acatylcholine

  • ze hebben allemaal werking op het sympatisch zenuwstelsel

Explanation

Question 2 of 9

1

Acetylcholine is niet (wat is onjuist)

Select one of the following:

  • de chemische transmitterstof tussen de 1e en de 2de neuron in het sympathische zenuwstelsel

  • is de chemische transmitterstof tussen de 1e en de 2de neuron bij het parasympatische zenuwstelsel

  • is een agonist voor de muscarine of de nicotine receptor

  • is een agonist voor de mascarine en de adrenic receptor

Explanation

Question 3 of 9

1

sympathicus zorgt voor

Select one or more of the following:

  • transpiratie

  • weinig en dik speeksel

  • afbraak glycogeen door de lever voor meer glucose

  • samentrekken blaassfincter

  • verhogen bloeddruk en hartfrequentie

  • betere vertering

  • verkleinen van de pupillen

  • stimuleert werking van de geslachtsorganen

Explanation

Question 4 of 9

1

alfa 2 receptoren zorgt niet voor

Select one of the following:

  • feedback-remming

  • vasoconstrictie

  • activering

Explanation

Question 5 of 9

1

COMT en MAO enzymen inactiveren opgenomen NA in de presynptische cel

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 6 of 9

1

wat is geen directe sympathicomimetica.....

Select one of the following:

  • Isoprenaline

  • Noradrenaline

  • Adrenaline

  • parastaline

Explanation

Question 7 of 9

1

Indirecte sympathicomimetica zijn niet

Select one of the following:

  • • MAO-remmers • Nortriptyline

  • bevorderend voor de sympaticus

  • remmend op de sympaticus

Explanation

Question 8 of 9

1

Sympatholytica ....

Select one of the following:

  • zorgt voor Remming van het sympathicus

  • is een Selectieve α1-receptor antagonist

  • bijvoorbeeld: Alfuzosine, tamsulosine

  • allen juist

Explanation

Question 9 of 9

1

welke receptor zorgt voor Dilatatie longen, tensie omhoog en insuline omhoog

Select one of the following:

  • A1

  • A2

  • B1

  • B2

Explanation