Mevlüt Özdemir
Quiz by , created more than 1 year ago

netwerken

36
0
0
Mevlüt Özdemir
Created by Mevlüt Özdemir over 9 years ago
Close

WEEK 1+2

Question 1 of 45

1

Alle hosts op het internet zijn met elkaar verbonden via routers ?

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 2 of 45

1

ISP (Internet Service Provider) bied:

Select one of the following:

  • verbindingen aan aan Hosts.

  • verbindingen aan aan andere ISP's.

  • verbindingen aan aan Hosts & andere ISP's.

Explanation

Question 3 of 45

1

ISP's doen aan peering omdat:

Select one of the following:

  • Ze geld willen besparen.

  • Ze administratie willen besparen.

  • Ze geld & administratie willen besparen.

Explanation

Question 4 of 45

1

Internet Exchange: faciliteert ISP's die willen peeren, door ze op een fysieke locatie met elkaar te verbinden.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 5 of 45

1

Circuit Switching is een netwerktechniek om data te versturen over een netwerk.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 6 of 45

1

Telefoonnetwerk maakt gebruik van:

Select one of the following:

  • Circuit Switching

  • Packet Switching

  • Circuit Switching & Packet Switching

Explanation

Question 7 of 45

1

Voor de verbinding bij Circuit Switching wordt:

Select one of the following:

  • Een flexibele hoeveelheid bandbreedte gereserveerd die gebruikt kan worden om data heen en weer te sturen.

  • Een vaste hoeveelheid bandbreedte gereserveerd die gebruikt kan worden om data heen en weer te sturen.

  • Geen bandbreedte gereserveerd.

Explanation

Question 8 of 45

1

Bij Circuit Switching blijft een verbinding bestaan tot:

Select one of the following:

  • Deze wordt verbroken.

  • Er geen data meer wordt verstuurd.

Explanation

Question 9 of 45

1

Wat zijn de voordelen van Circuit Switching:

Select one or more of the following:

  • De kwaliteit van de verbinding staat vast.

  • Het gaat efficiënt om met de beschikbare bandbreedte.

  • Het netwerk zorgt voor stabiele verbinding.

Explanation

Question 10 of 45

1

Wat zijn de nadelen van Circuit Switching:

Select one or more of the following:

  • Inefficiënt: als er teveel verbindingen zijn kan de bandbreedte opraken. En kan dan GEEN nieuwe verbindingen meer maken.

  • Het netwerk moet de staat van alle actieve verbindingen bijhouden.

  • De verbinding blijft bezet, ook al worden er geen gegevens overgedragen.

Explanation

Question 11 of 45

1

Packet Switching is techniek om data te versturen over het netwerk.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 12 of 45

1

Bij Packet Switching wordt:

Select one of the following:

  • Data WEL over een gemaakte verbinding gestuurd.

  • Data NIET over een gemaakte verbinding gestuurd.

Explanation

Question 13 of 45

1

Packet Switching. Elk pakketje heeft een bestemming.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 14 of 45

1

De route is voor elk pakketje hetzelfde.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 15 of 45

1

Bij Packet Switching sturen de routers het pakketje steeds door naar een andere router die dichterbij de bestemming ligt.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 16 of 45

1

Packet Switching gaat INEFFICIËNT om met de beschikbare bandbreedte.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 17 of 45

1

Een nadeel van Packet Switching is: als er routers stuk gaan, kan het pakketje zijn bestemming niet bereiken.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 18 of 45

1

Wat zijn de nadelen van Packet Switching:

Select one or more of the following:

  • Volgorde aankomst kan verschillen.

  • Geen garantie dat pakketjes aankomen.

  • Techniek is niet betrouwbaar.

  • Gaat inefficiënt om met bandbreedte.

Explanation

Question 19 of 45

1

Packet Drop betekend: als een router een pakketje niet kan doorsturen omdat de bandbreedte al vol zit, dan stuurt hij dit pakketje terug naar de afzender.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 20 of 45

1

Om goed te kunnen communiceren over een netwerk zijn er meerdere protocollen nodig, dit zijn:

Select one or more of the following:

  • Protocollen om pakketjes te adresseren.

  • Protocollen om verbinding op te zetten.

  • Protocollen om pakketjes opnieuw te versturen als het pakketje niet aankomt.

Explanation

Question 21 of 45

1

Een netwerklaag biedt:

Select one of the following:

  • Service aan de laag ERONDER door gebruikt te maken van de service van de laag ERBOVEN.

  • Service aan de laag ERBOVEN door gebruik te maken van de service van de laag ERONDER.

Explanation

Question 22 of 45

1

Voordeel van het indelen in netwerklagen is: dat een protocol kan worden: ...... zonder dat de protocollen in de andere lagen hier rekening mee hoeven te houden.

Select one or more of the following:

  • verbeterd

  • vervangen

  • verbeterd / vervangen

Explanation

Question 23 of 45

1

Volgorde netwerklagen zijn:

Select one of the following:

  • Applicatielaag - Transportlaag - Netwerklaag - Datalinklaag - Fysiekelaag

  • Applicatielaag - Transportlaag - Datalinklaag - Netwerklaag - Fysiekelaag

  • Applicatielaag - Datalinklaag - Transportlaag - Netwerklaag - Fysiekelaag

  • Transportlaag - Datalinklaag - Applicatielaag - Netwerklaag - Fysiekelaag

Explanation

Question 24 of 45

1

Voorbeeld van applicatie laag is: HTTP & DNS

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 25 of 45

1

Voorbeeld(en) van Transportlaag is:

Select one or more of the following:

  • TCP

  • UDP

  • IP

  • DNS

Explanation

Question 26 of 45

1

Voorbeeld van Netwerklaag is:

Select one or more of the following:

  • IP

  • Ethernet

  • CAT5

  • DNS

  • Geen van bovengenoemde

Explanation

Question 27 of 45

1

Voorbeeld van Datalinklaag is Ethernet.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 28 of 45

1

Voorbeeld van Fysiekelaag is DNS

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 29 of 45

1

Wat is encapsulatie ?

Select one of the following:

  • Netwerkprotocol neemt data van de laag ERBOVEN, plakt zijn eigen stukje data eraan en geeft het door aan de laag ERONDER. De ontvangende kant haalt zijn stukje data eraf en geeft het door aan de laag ERBOVEN.

  • Netwerkprotocol neemt data van de laag ERONDER, plakt zijn eigen stukje data eraan en geeft het door aan de laag ERBOVEN. De ontvangende kant haalt zijn stukje data eraf en geeft het door aan de laag ERONDER.

Explanation

Question 30 of 45

1

Socket wordt geïdentificeerd door:

Select one of the following:

  • Poortnummer en IP-adres

  • Poortnummer en DNS

  • IP-adres en DNS

Explanation

Question 31 of 45

1

Websites laden doen webbrowsers met:

Select one of the following:

  • HTTP protocol

  • DNS protocol

  • DHCP protocol

  • Geen van bovenstaande

Explanation

Question 32 of 45

1

Met de response code:

Select one of the following:

  • Kan de webserver aangeven of het verwerken wel of niet is gelukt.

  • Kan de webserver aangeven hoelang het duurt tot een webpagina is geladen.

  • Kan de webserver aangeven hoelang de ping is tussen computer en server.

Explanation

Question 33 of 45

1

Responses code 200 betekend:

Select one of the following:

  • Moved Permanently

  • Not Found

  • Internat Server Error

  • OK

Explanation

Question 34 of 45

1

Responses code 301 betekend: Not Found

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 35 of 45

1

Responses code 404 betekend: Internal Server Error.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 36 of 45

1

Responses code 500 betekend:

Select one of the following:

  • OK

  • Not Found

  • Internal Server Error

  • Moved Permanently

Explanation

Question 37 of 45

1

Request method GET: haalt een bestand op.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 38 of 45

1

Request method POST: plaatst een bestand.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 39 of 45

1

Request method HEAD: haalt alleen header op.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 40 of 45

1

Request method PUT: plaatst een bestand.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 41 of 45

1

Met DNS (Domein Name Server) kan je opzoeken welke ip-adres bij welke netwerklaag hoort.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 42 of 45

1

TIER 1,2 en 3 zijn Netwerkranden.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 43 of 45

1

Onder netwerkrand hoort: thuisnetwerk.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 44 of 45

1

Resolven = vertalen van de inhoud van packetjes naar teksten.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 45 of 45

1

Tier 2 = lokale ISP.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation