De onderste holtes in het hart worden de boezems genoemd.
Het celmembraan is opgebouwd uit lipiden, proteïnen en suikers.
Cytoplasma bestaat vooral uit water.
Mitochondriën staan in voor het eiwit transport.
We hebben 23 chromosomenparen waarvan 2 paar geslachtshormonen.
Bij een meiose is er eerst een verdubbeling van het genetisch materiaal en dan een deling.
Bij een meiose zijn er vier dochtercellen.
Epitheelweefsel is te vinden aan de binnenzijde van bloedvaten
De epidermis bestaat uit éénlagig epitheelweefsel
Bij epitheelweefsel is er veel celtussenstof aanwezig.
Afscheidend epitheel is een synoniem voor kliefweefsel.
De speekselklieren zijn endocriene klieren.
Het secreet van endocriene klieren wordt hormonen genoemd.
De pancreas is een endocriene klier.
Bloed is een vorm van steunweefsel
Peesweefsel is sterk en heel elastisch omdat het veel collagene vezels bevat.
De connecties tussen organen bestaan uit elastische en reticuline vezels.
Hyalien kraakbeen bevat veel reticuline vezels.
Kraakbeen geneest traag doordat er weinig doorbloeding is.
Beenweefsel is geen vorm van steunweefsel.
Cortisone kan de botgroei remmen.
Botten bestaan uit 60% collagene vezels en 30% minerale zouten.
Collageen kan verbenen tijdens de kindertijd
Zonnestralen zijn essentieel voor de botvorming.
De knieschijf is een onregelmatig bot.
In acute situaties gaat het geel beenmerg erythrocyten produceren in de cavum medullare
De epifysaire schijf bevindt zich tussen een epifyse en een diafyse.
Een groeischijf zorgt ervoor dat het bot kan groeien in de lengte en de breedte.
Platte beenderen, zoals de ribben, bevatten rood beenmerg.
Onregelmatige beenderen hebben rood beenmerg in het cavum medullare van hun epifyse.