Een duurzaam productiemiddel wordt tijdens een productieproces verbruikt. Dat wil zeggen dat het middel een langere tijd meegaat.
Veroudering is een van de oorzaken van de waardedaling van een duurzaam productiemiddel.
De technische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel is afhankelijk van de kwaliteit van de prestaties die het middel levert. De prestaties moeten nog waarde hebben voor de ondernemer.
De economische gebruiksduur kan nooit langer zijn dan de technische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel, terwijl het andersom wel mogelijk is.
Productiemiddelen die technisch versleten zijn komen op de sloop terecht, terwijl onderdelen ervan nog goed bruikbaar kunnen zijn.
De aanschafwaarde van een duurzaam productiemiddel
is de aankoopprijs vermeerderd met de installatiekosten.
is altijd hoger dan de boekwaarde tijdens de gebruiksperiode.
neemt toe, omdat de ondernemer elk jaar een bedrag afschrijft.
Machinekosten bestaan uit
arbeidskosten, complementaire kosten en afschrijvingskosten.
afschrijvingskosten, complementaire kosten en interestkosten.
afschrijvingskosten, arbeidskosten en interestkosten
Het af te schrijven bedrag bereken je als volgt:
aankoopprijs + installatiekosten + restwaarde – sloopkosten
aankoopprijs + installatiekosten – restwaarde + sloopkosten.
aankoopprijs + installatiekosten – restwaarde – sloopkosten.
Complementaire kosten zijn kosten
die onvermijdbaar gemaakt worden om een machine de gewenste prestaties te laten leveren.
van bijvoorbeeld energie, arbeid en onderhoud.
zijn kosten die dalen als de productie daalt.
De afschrijving samen met de complementaire kosten is bepalend voor
de economische gebruiksduur.
de technische gebruiksduur.
de economische en de technische gebruiksduur
Bij afschrijven met een vast percentage van de aanschafwaarde is het af te schrijven bedrag ieder jaar kleiner.
Er wordt vaak afgeschreven met een percentage van de boekwaarde, omdat de waarde in de eerste jaren van gebruik het snelst daalt.
Bij afschrijven met een percentage van de boekwaarde blijft er altijd een restwaarde over.
’Nihil’ staat voor ’verwaarloosbaar’.
Bij afschrijven op basis van de som van de jaargetallen zal het af te schrijven bedrag ieder jaar afnemen en blijft er altijd een restwaarde over.
De restwaarde is gelijk aan de boekwaarde van het duurzame productiemiddel nadat de economische gebruiksduur is verstreken.
Wat is de restwaarde van een duurzaam productiemiddel met de volgende gegevens? – aanschafprijs € 10.000; – installatiekosten € 2.000; – economische gebruiksduur 6 jaar; – technische gebruiksduur 8 jaar; – er wordt jaarlijks 15% van de aanschafwaarde afgeschreven.
€1000
€1200
Nihil
Wat is de restwaarde van een duurzaam productiemiddel met de volgende gegevens? – aanschafprijs € 10.000; – installatiekosten € 2.000; – economische gebruiksduur 6 jaar; – technische gebruiksduur 8 jaar; – er wordt jaarlijks 15% van de boekwaarde afgeschreven.
€5771
€4526
€3771
Wat is de restwaarde van een duurzaam productiemiddel met de volgende gegevens? – aanschafprijs € 10.000; – installatiekosten € 2.000; – economische gebruiksduur 6 jaar; – technische gebruiksduur 8 jaar; – er wordt afgeschreven volgens de som van de jaargetallen.
€2000
Niet uit te rekenen, omdat er onvoldoende gegevens zijn
Duurzame productiemiddelen dalen in waarde, zelfs als er geen gebruik van wordt gemaakt.
Een machine die in het ene land economisch verouderd is, kan in een ander land niet economisch verouderd zijn.
De afschrijvingskosten per product dalen als de economische gebruiksduur langer wordt.
De restwaarde van een duurzaam productiemiddel is de opbrengst bij verkoop, verminderd met de installatiekosten.
Installatiekosten en bezorgkosten verhogen de aankoopprijs van een duurzaam productiemiddel.
De afschrijvingsbedragen samen met de complementaire kosten zijn bepalend voor de economische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel.
Kosten van bedienend personeel, inkoop, onderhoud en sloop zijn voorbeelden van complementaire kosten.
Er zal altijd een restwaarde zijn aan het einde van de economische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel.
De afschrijvingsbedragen bij de methode van de som van de jaargetallen nemen jaarlijks af.
In een enkel geval zal de economische gebruiksduur langer zijn dan de technische gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel.
Bij afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde is er altijd sprake van een restwaarde aan het einde van de economische gebruiksduur van het duurzame productiemiddel.
In werkelijkheid zullen de meeste duurzame productiemiddelen in de eerste jaren een lager bedrag aan afschrijving hebben dan in de laatste jaren van gebruik.
Naarmate de gebruiksduur van een duurzaam productiemiddel verstrijkt, nemen de complementaire kosten toe.
De boekwaarde van een machine is de waarde van de machine volgens de boekhouding. Dat is de aanschafwaarde van de machine minus alle gedane afschrijvingen op de machine.