De rechter long bestaat uit kwabben, de linker uit kwabben. De bronchi (met slijmkliertjes, glad spierweefsel en kraakbeen) vertakken zich in (zonder slijmkliertjes en kraakbeen) en uiteindelijk tot alveoli. Als de patholoog met z'n dikke vingers het glimmende oppervlak op de foto aanraakt, zit hij aan de pleura .
Takken van de a. bronchialis volgen de vertakkingen van de 'bronchiale boom'.
Wat loopt er in de roze gekleurde bindweefselsepta?
a. pulmonalis
a. bronchialis
longvenen
aorta pulmonis
Respiratoir epitheel is:
pseudomeerlagig
trilhaardragend
cilindrisch
meerlagig
kubisch
verhoornend
Kies:
Longembolie met longinfarct.
Welke structuur is aangegeven?
Hier ziet u een detail van de thrombo-embolus. Is er reeds sprake van organisatie?
Ja
Nee
Klik de bronchopneumonie aan.
Microscopie pneumonie.
Match.
Long met ARDS (diffuse alveolaire schade).
De alveoli zijn gevuld met roze (= eiwitrijk vocht) en plaatselijk wat fibrine draden. In een later stadium ontstaat hieruit zogenaamde membranen. Een belangrijke oorzaak van een ARDS long is: .
Casus: vrouw sinds enkele maanden dyspnoe en moe. Erythema nodosum aan de onderbenen. Op de X-thorax zijn er vergrootte hilaire lymfeklieren zichtbaar. Ook worden er verspreid in beide longen nodulaire verdichtingen gezien (zie foto). Dit zijn , passende bij .
Wat is waar over de granulomen bij sarcoidose?
Ze bevatten epitheloidcellige macrofagen
Ze bevatten meerkernige reuscellen van het Langerhand type
In het centrum wordt verkazende necrose aangetroffen
Je ziet dit astroid lichaampje. Je denkt:
SARCOIDOSE!
NORMAAL!
EMBOLIE!
PNEUMONIE!
ARDS!
EMFYSEEM!
FIBROSE
LONGCARCINOOM!
De pathogenese van emfyseem komt neer op:
Dit explantaat toont wijde luchthoudende holten welke subpleuraal gelegen zijn, zogenaamde bullae antracoses granulomen crustae honinggraadzakken( bullae, antracoses, granulomen, crustae, honinggraadzakken ).
Wat past bij het histologische beeld van een usual interstitial pneumonia (UIP)?
foci van fibroblasten
gladde spiercellen
toegenomen hoeveelheid bindweefsel
chronische ontsteking met lymfocytair infiltraat
honinggraadvorming subpleuraal