Pregunta 1
Pregunta
Elise gaat koekjes bakken. Om 12 koekjes te bakken heb je 2 schepjes suiker nodig. Elise wil 48 koekjes bakken. Hoeveel schepjes suiker heeft ze nodig?
Pregunta 2
Pregunta
Op de Fontein zitten 400 kinderen. 3/8 van die kinderen zit op turnen. Hoeveel kinderen zijn dat?
Pregunta 3
Pregunta
Lise zaagt van een plank van 1 meter 1/20 deel af. Hoeveel centimeter van de plank blijft over?
Pregunta 4
Pregunta
In een restaurant worden 29 taarten allemaal in 9 stukken verdeeld. Na het feest zijn er nog 6 stukken over. Hoeveel stukken werden er opgegeten?
Pregunta 5
Pregunta
In een bos staan 500 sparren, 1012 platanen en nog 1502 kastanjes. De helft van de bomen wordt gekapt. Hoeveel zijn dat er?
Pregunta 6
Pregunta
Anne verkoopt 4587 narcissen. Ze maakt bosjes van 10. Hoeveel losse bloemen houdt ze nog over?
Pregunta 7
Pregunta
Om tien over half 8 's avonds gaat Liam naar het voetbalveld. Om 20:10 moet hij weer thuis zijn. Hoeveel minuten mag hij wegblijven?
Pregunta 8
Pregunta
Floris, Aaron, Jim en Adam verdelen bij Monopoly 44000 euro eerlijk. Hoeveel euro krijgt ieder?
Pregunta 9
Pregunta
Mijnheer van Veen koopt 14 pakken koek. In ieder pak zitten 12 koeken. Hoeveel koeken heeft hij gekocht?
Pregunta 10
Pregunta
Niek verdeelt een kan van 2 liter sap over bekers van 10 centiliter. Hoeveel bekers kan hij vullen?