Pregunta 1
Pregunta
Richtlijn 1:
Redundatie: twee of meer requirements verwoorden hetzelfde.
Pregunta 2
Pregunta
Richtlijn 1:
Als je een requirement verwijderd, dan mag je het nummer hergebruiken.
Pregunta 3
Pregunta
Richtlijn 1:
De nummering geeft het altijd totaal aantal requirements weer.
Pregunta 4
Pregunta
Richtlijn 1:
Het is verstandiger om bij requirements nummers te gebruiken als: 1.1 - 1.2.a. Dit is makkelijker te communiceren.
Pregunta 5
Pregunta
Richtlijn 2:
Discussie over onduidelijkheden in een requirement voorkom je door requirements in de active vorm (met een onderwerp) te formuleren.
Pregunta 6
Pregunta
Formuleer een requirement met veel informatie, in plaats van bondig. Zo weet de gebruiker gelijk aan de requirement wat je wilt
Pregunta 7
Pregunta
Richtlijn 3:
De belang van een requirement is altijd: belangrijk, essentieel of gewenst.
Pregunta 8
Pregunta
Richtlijn 3:
De toegevoegde kolom (waarin het belang van een requirement wordt aangegeven) in een requirementlist wordt "Attribuut" genoemd.
Pregunta 9
Pregunta
Richtlijn 3:
Met een attribuut wordt extra informatie toegevoegd aan een requirement. ZONDER dat het requirement textueel wijzigt.
Pregunta 10
Pregunta
Richtlijn 3:
Probeer woorden als: "moeten", "mogen", "liefst" en "dienen" te vermijden bij het opstellen van een requirement. Neem deze begrippen op als attribuut.
Pregunta 11
Pregunta
Richtlijn 3:
Gebruik geen voorbeelden in een requirement. Maar zet voorbeelden in een aparte kolom "attribuut".
Pregunta 12
Pregunta
Richtlijn 3:
In een requirement mag je ook uitleg geven op de betekenis van een woord als het niet duidelijk is.
Pregunta 13
Pregunta
Richtlijn 3:
Je mag bij het formuleren van een requirement GEEN motivatie erbij zetten.
Pregunta 14
Pregunta
Richtlijn 4:
Het koffiezetapparaat heeft een thermoskan. Dit beschrijft de behoefte.
Pregunta 15
Pregunta
Richtlijn 4:
Met de vraag "Waarom moet het apparaat deze oplossing hebben" krijg je de werkelijke behoefte van een requirement.
Pregunta 16
Pregunta
Richtlijn 4:
Het probleemdomein richt zich op de behoefte en het oplossingsdomein richt zich op de oplossing.
Pregunta 17
Pregunta
Richtlijn 4:
De "waarmee" vraag geeft de oplossing voor de behoefte.
Pregunta 18
Pregunta
Richtlijn 4:
De "Waarom" vraag geeft de behoefte achter de oplossing.
Pregunta 19
Pregunta
Richtlijn 4:
Oplossingen in een requirement zijn te herkennen aan het gebruik van zelfstandig naamwoorden. (timer)
Pregunta 20
Pregunta
Richtlijn 5:
Schrijf bondige zinnen die het liefst meerde behoeftes verwoorden.
Pregunta 21
Pregunta
Richtlijn 5:
Automaire Requirements: zijn requirements die maar één behoefte verwoorden.
Pregunta 22
Pregunta
Richtlijn 5:
De volgende requirement is goed: "De kwast kan verf aanbrengen en kan vaker gebruikt worden."
Pregunta 23
Pregunta
Richtlijn 5:
"Het koffiezetapparaat kan minimaal 12 kopjes koffie zetten." Is goed geschreven.
Pregunta 24
Pregunta
Richtlijn 5:
Iedere requirement is even belangrijk.
Pregunta 25
Pregunta
Richtlijn 6:
Het is toegestaan om vaagheden(snel,veel) te gebruiken in je requirements. Dat is zelfs goed, want je maakt de essentie ermee duidelijk.
Pregunta 26
Pregunta
Richtlijn 6:
Identificeer vaagheden met <....>. Zo is duidelijk dat hier getallen of andere eenheden worden toegevoegd.
Pregunta 27
Pregunta
Richtlijn 6:
De vage begrippen tussen de haken <...> kunnen twee dingen verwoorden. Een kwantificering en één of meerdere substellingen.
Pregunta 28
Pregunta
Richtlijn 6.
Als je in je requirement een vaagheid(snel) gebruikt. Dan MOET je deze uitwerken.
Pregunta 29
Pregunta
Richtlijn 6.
Requirements die verwoorden waaraan iets NIET moet voldoen zijn toegestaan. Maar dan moet je wel in de substelling verwoorden wat WEL moet.
Pregunta 30
Pregunta
Richtlijn 7.
Kwantificeren betekend: uitdrukken in getal en eenheid.
Pregunta 31
Pregunta
Richtlijn 7.
Een gekwantificeerde vaagheid, is geen onderdeel van een requirement. De kwantificering krijgt daarom ook een unieke aanduiding (eigen nummer).
Pregunta 32
Pregunta
Richtlijn 7.
Een kwantificering geeft antwoord op de "hoe <vaagheid>".
Pregunta 33
Pregunta
Richtlijn 7.
Het kwantificeren van een requirement is hetzelfde als het meetbaar maken van een requirement.
Pregunta 34
Pregunta
Richtlijn 7.
Kwantificeren maakt het requirement specifieker.
Pregunta 35
Pregunta
Richtlijn 8.
Substelling zijn requirements, die je op hun beurt kunt uitwerken in substellingen en kwantificering.
Pregunta 36
Pregunta
Richtlijn 8.
Bij het uitwerken van vage termen mag je de oplossing beschrijven.
Pregunta 37
Pregunta
Richtlijn 9.
Naast "functies" en "kwaliteiten" zijn er ook "regels".
Pregunta 38
Pregunta
Richtlijn 9.
Functies worden ook wel "functional requirements" genoemd. En kwaliteiten "non- functional requirements".
Pregunta 39
Pregunta
Richtlijn 10.
Houd bij een requirement de woordkeuze beperkt. Gebruik bijvoorbeeld niet telkens iets anders (beker, glas, kopje)
Pregunta 40
Pregunta
Richtlijn 10.
Een afgesproken beperkte woordenschat heet ook wel: Compromised Language
Pregunta 41
Pregunta
Richtlijn 11.
Glossary = een verklarende woordenlijst.
Pregunta 42
Pregunta
Richtlijn 12.
Een gezichtspunt is ook een requirement.
Pregunta 43
Pregunta
Richtlijn 12.
Inventariseer eerst welke gezichtspunten belangrijk zijn, en stel daarna pas de requirements daarbij op.
Pregunta 44
Pregunta
Richtlijn 12.
De ISO 9126 standaart, is een overzicht van goed opgestelde requirements.
Pregunta 45
Pregunta
Richtlijn 12.
COPAFIJTH is een overzicht van gezichtspunten.
Pregunta 46
Pregunta
Richtlijn 13.
Met Proza maak je duidelijk: in welke situatie de lezer zich het beste kan inleven.
Pregunta 47
Pregunta
Richtlijn 13.
Proza verwoord helder de context waar de requirements betrekking op hebben.
Pregunta 48
Pregunta
Richtlijn 13.
De inleidende text (Proza) mag voorbeelden van requirements bevatten.
Pregunta 49
Pregunta
Richtlijn 14.
De combinatie van belang en urgentie bepaald de prioriteit van een requirement.