Pregunta 1
Pregunta
Het project Okido is voor mensen met een chronische aandoening
Pregunta 2
Pregunta
Als sport essentialistisch is, wordt sport ingezet al middel
Pregunta 3
Pregunta
Het verbeteren van de conditie hoort bij de verschijningsvorm wedstrijd.
Pregunta 4
Pregunta
Het sportbeleid van Den Helder wil ervoor zorgen dat fiets- en wandelpaden verbeteren.
Pregunta 5
Pregunta
Het sport en natuurbeleid hoort bij Utrecht.
Pregunta 6
Pregunta
Bij infovragen wordt er gevraagd naar de reden van het handelen in een situatie.
Pregunta 7
Pregunta
Bij recreatiesport staat het hebben van plezier centraal
Pregunta 8
Pregunta
Socialisatie is;
Pregunta 9
Pregunta 10
Pregunta
De toename van de sportparticipatie is een belangrijk beleidsdoelstelling van het NOC*NSF in 2013-2016
Pregunta 11
Pregunta
Binnen het huidige nationale breedtesportbeleid is nadrukkelijk aandacht voor sport in de buurt.
Pregunta 12
Pregunta
Competitie is een kenmerk van de harde kern van de sport
Pregunta 13
Pregunta
Het power and performance model is gericht op het hebben van plezier.
Pregunta 14
Pregunta
Het provinciaal sportbeleid stemt het beleid af met het landelijke beleid.
Pregunta 15
Pregunta
Het landelijke sportbeleid richt zich vooral op gezondheidsbevordering en maatschappelijke integratie.
Pregunta 16
Pregunta
Verenigingen vallen onder de landelijke sportinfrastructuur.
Pregunta 17
Pregunta
Nederland zijn ongeveer 28.000 sportverenigingen
Pregunta 18
Pregunta 19
Pregunta
SCALA is een voorbeeldproject voor de risicogroep;
Pregunta 20
Pregunta
GALM en MBVO zijn voorbeeldprojecten voor de risicogroep;
Pregunta 21
Pregunta
De NNGB houdt in; Minimaal 5 dagen in de week, 20minuten, matig intensief bewegen.
Pregunta 22
Pregunta
De komst van een smartphone hoort bij technologische ontwikkelingen.
Pregunta 23
Pregunta
Bij mondialisering wordt sport bekender gemaakt in andere landen.
Pregunta 24
Pregunta
Het sporten op school is een voorbeeld van ontsporting.
Pregunta 25
Pregunta
Bossaball is een voorbeeld van versporting.
Pregunta 26
Pregunta
Difussie is het verspreiden van een sport over andere landen
Pregunta 27
Pregunta
In Engeland werden de eerste sporten gespeeld door de rijke kinderen.
Pregunta 28
Pregunta
Bij refereed sports worden sporten geleid door een scheids.
Pregunta 29
Pregunta
Physical activiteit hoort tot de harde kern van de sport.
Pregunta 30
Pregunta
Een SBE'er is werkzaam in de settingen (meerdere antwoorden mogelijk)
Respuesta
-
Zorg en welzijn
-
Georganiseerde sport
-
Topsport
-
Toerisme
-
Recreate
Pregunta 31
Pregunta
De vier waardevelden binnen de sport zijn;
Respuesta
-
Vormen, presenteren, entertainment, Organiseren
-
Presteren, vormen, produceren, entertainment
-
Organiseren, vormen, produceren, entertainment
-
Produceren, entertainment, produceren, presenteren
Pregunta 32
Pregunta 33
Pregunta
De topsport heeft een aanjaagfunctie en de breedtesport een aanvoerfunctie
Pregunta 34
Pregunta
Een straattoernooi organiseren voor arme jongeren, is een voorbeeld van het waardeveld; presteren
Pregunta 35
Pregunta
Bij matig intensief bewegen is er sprake van een verhoogde hartslag; het individu krijgt het warm en heeft een versnelde ademhaling.
Pregunta 36
Pregunta
Een toename van het aantal buurtbattles op trapveldjes is een voorbeeld van globalisering van de sport.
Pregunta 37
Pregunta
Binnen het doelgroepenmodel wordt sport alleen als doel beschouwd.
Pregunta 38
Pregunta
Het sportparticipatiemodel richt zich op één wijk of gemeente.