H6 De bouw van stoffen

Welk van de volgende eigenschappen zijn stofeigenschappen?

Stoffen kunnen in verschillende fasen voorkomen. Als een stof wel een volume heeft, maar geen duidelijke vorm aanneemt is deze stof [blank_start]vloeibaar[blank_end]. Een stof die zich verspreidt door de ruimte en die je kunt inademen is [blank_start]gasvormig[blank_end]. Een [blank_start]vaste[blank_end] stof kan in poeder voorkomen.

Als je aardappels gaat koken voeg je keukenzout (Natriumchloride) toe zodat het water sneller kookt. In water kun je maximaal 3,6 gram Natriumchloride per liter oplossen. Als je een pan met 8 liter water hebt, kun je daar in maximaal (getal) [blank_start]28,8[blank_end] gram keukenzout oplossen. De oplossing is dan [blank_start]verzadigd[blank_end].

Wat is waar over moleculen?

Capillaire werking wordt veroorzaakt door een samenspel tussen aantrekkingskracht van moleculen. Bij capillaire werking is [blank_start]adhesie[blank_end] sterker dan [blank_start]cohesie[blank_end].

Geef de naam van de mengsels.

Bij welke van de volgende gebeurtenissen vindt chemische reactie plaats?

Stoffen kunnen van de ene fase overgaan in een andere fase. Het overgaan van een gas in een vloeistof noemen we [blank_start]condenseren[blank_end]. De temperatuur waarbij deze overgang plaats vindt is het [blank_start]kookpunt[blank_end].

[blank_start]Rijpen[blank_end] is het overgaan van een gas in een vaste stof, de tegenovergestelde overgang heet [blank_start]sublimeren[blank_end].

Een thermometer die je kunt aflezen vanaf -20 graden Celsius tot het kookpunt van water heeft een bereik van (getal) [blank_start]253[blank_end] Kelvin tot (getal) [blank_start]373[blank_end] Kelvin.