Acute myeloide leukemie wordt gedefinieerd als meer dan [blank_start]20[blank_end]% myeloide blasten in beenmerg. Er zijn per jaar [blank_start]450[blank_end] nieuwe gevallen in Nederland, waarbij 2/3 ouder dan [blank_start]60[blank_end] jaar is. De 10-jaars overlevingskans neemt [blank_start]af[blank_end] naarmate de patient ouder is.
Respuesta
20
450
60
af
Pregunta 2
Pregunta
Diagnose komt vaak als een 'donderslag bij heldere hemel': wat langer vermoeid, een griepje dat niet overgaat. Dit komt door de toename van myeloide blasten, die de normale hematopoiese verdringen. Vul aan:
- Lager aantal erytrocyten: [blank_start]anemie[blank_end]
- Lager aantal granulocyten: [blank_start]infecties[blank_end]
- Lager aantal trombocyten: [blank_start]bloedingsneiging[blank_end]
Respuesta
anemie
infecties
bloedingsneiging
Pregunta 3
Pregunta
Het perifere bloedbeeld van AML laat een hyperleukocytose zien.
Respuesta
True
False
Pregunta 4
Pregunta
Welke neoplasieen zijn in deze perifere bloedbeelden te zien?
Het beenmergaspiraat van een AML wordt uitgebreid geanalyseerd door middel van morfologie, immunofenotypering, cytogenetica en moleculaire diagnostiek. Welk van deze methoden is het belangrijkste voor het vaststellen van de loop van de behandeling en de prognose?
Respuesta
Morfologie
Immunofenotypering
Cytogenetica
Moleculaire diagnostiek
Pregunta 7
Pregunta
Lees onderstaande stellingen:
1. De behandeling bij AML draait om het 7+3 principe: dag 1-3 (idarubicine) en dag 1-7 (arabinofuranosyl cytidine), waarna vaak bestraling volgt.
2. Neutropenie en mucositis zijn mogelijke bijwerkingen van chemotherapie.
3. Patienten die in de 'good risk' AML-categorie vallen krijgen na hun behandeling een allogene stamceltransplantatie.
Respuesta
Alleen stelling 1 is juist.
Alleen stelling 2 is juist.
Alleen stelling 3 is juist.
Stelling 1 en 2 zijn juist.
Stelling 1 en 3 zijn juist.
Stelling 2 en 3 zijn juist.
Alle stellingen zijn juist.
Geen van alle stellingen zijn juist.
Pregunta 8
Pregunta
Bij een allogene stamceltransplantatie is graft-versus-host juist gewenst: donor T-cellen herkennen de leukemische gastheercellen. Allo-SCT werkt dus als immunotherapie.
Respuesta
True
False
Pregunta 9
Pregunta
Myelodysplastisch syndroom is in veel opzichten (morfologisch) verwant aan AML. In welk opzicht?
Respuesta
Het beenmerg toont ook >20% blasten.
Er is ongeveer evenveel dysplasie als bij AML.
Leeftijdscategorie (gemiddeld <60) komt overeen.
Beide ziekten kunnen zich presenteren met een pancytopenie.