Intermoleculaire krachten

Nota:

• Hs 2

1. Polariteit van covalente binding
   1. Tussen atomen met verschillende EN ontstaat er een verschuiving van de bindingselektronen naar meest EN atoom - dipoolmoment
      2. Ene kant deels +, andere kant deel -
      3. Apoliare moleculen hebben geen dipoolmoment
      4. Polaire stoffen hebben dipoolmomen
2. Van der waals krachten / London dispersiekrachten
   1. Ontstaan doordat de elektronen verdeling rond atoomkernen voordurend varieert, waardoor tijdelijke ongelijke verdeling van elektronen over het atoom/molecuul ontstaan
      1. Sterkte stijgt
         1. Naarmate elektronen minder sterk rond de atoomkernen worden gebonden - elektronenwolk neemt toe
            1. Grote polariseerbaarheid
         2. Naarmate het mogelijk contactoppervlak tussen de moleculen stijgt
3. Waterstofbruggen
   1. Zeer sterke dipoolinteractie tussen een sterk + gepolariseerd en een virj elektronenpaar van een elektronegatief atoom
      1. H met N,O,Cl of F
4. Dipoolinteracties
   1. Interactie tussen polaire moleculen waarbij de tegengesteld geladen delen in moleculen elkaar aantrekken