Zie de figuur hiernaast met de stelling van Pythagoras eronder. Voor deze driehoek geldt:
Hint: Waar zit de rechte hoek?
a = AB, b = BC en c = AC
a = AB, b = AC en c = BC
a = AC, b = BC en c = AB
a = BC, b = AC en c = AB
a = BC, b = AB en c = AC
De lengte van zijde BC is 3 4 5 6( 3, 4, 5, 6 ) (kies een getal uit de lijst)
Hint: Gebruik de stelling van Pythagoras. Welke zijden van de driehoek in de figuur zijn de rechthoekszijden?
De lengte van zijde BC is 1 11 71 De wortel van 11 De wortel van 71 Min de wortel van 11( 1, 11, 71, De wortel van 11, De wortel van 71, Min de wortel van 11 ) (kies een getal uit de lijst)
Hint: Gebruik de stelling van Pythagoras Welke zijden van de driehoek in de figuur zijn de rechthoekszijden?
Por favor espera - en proceso…