Yatalu ⠀
Test por , creado hace más de 1 año

Noteer het correcte possessief pronomen.

162
0
0
Yatalu ⠀
Creado por Yatalu ⠀ hace casi 4 años
Cerrar

[NL A1] Pronomina: bezittelijk vnw — Noteer het vnw

Pregunta 1 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hij heeft een zus, Linda.
Linda is zus.

Explicación

Pregunta 2 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Lieve en Wout hebben een dochter.
Noortje is dochter.

Explicación

Pregunta 3 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Ik heb twee katten.
katten heten Mimi en Streep.

Explicación

Pregunta 4 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

U heeft een fiets.
Is fiets rood of blauw?

Explicación

Pregunta 5 de 20

2

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Marie heeft twee kinderen:
dochter heet Eva en zoon heet Seppe.

Explicación

Pregunta 6 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hebben jullie een computer?
Is computer een laptop of een desktop PC?

Explicación

Pregunta 7 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Ik heb een woordenboek.
woordenboek heeft 10000 woorden.

Explicación

Pregunta 8 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Wij hebben een kind.
kind is vijf jaar oud.

Explicación

Pregunta 9 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Jullie hebben vier broers.
broers heten Jonas, David, Martijn en Olivier.

Explicación

Pregunta 10 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Ik heb een huis.
huis is oranje.

Explicación

Pregunta 11 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

De dokters hebben een nieuw telefoonnummer.
telefoonnummer is 055 32...

Explicación

Pregunta 12 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Mijn dochter heeft een laptop.
laptop heeft een diameter van 15".

Explicación

Pregunta 13 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Mijn zus Els heeft een konijn.
konijn heet Lappie.

Explicación

Pregunta 14 de 20

2

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Tante Nina heeft drie honden. honden heten Blos, Blaf en Blep.
namen beginnen met de letters "BL".

Explicación

Pregunta 15 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Jullie hebben een cadeau.
Het is cadeau.

Explicación

Pregunta 16 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Zij heeft een zak.
Het is favoriete zak.

Explicación

Pregunta 17 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hij heeft een boek.
Het is boek.

Explicación

Pregunta 18 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Ze hebben een pen.
Het is pen.

Explicación

Pregunta 19 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Wij hebben twee moedertalen...
moedertalen zijn Nederlands en Duits.

Explicación

Pregunta 20 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hebben we stoelen?
Waar zijn stoelen?

Explicación

Pregunta 21 de 20

2

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

We hebben geen blauwe pen of potlood!
pen is zwart en potlood is groen.

Explicación

Pregunta 22 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Wij hebben computers.
Ik heb een HP-computer; computer is een Lenovo-computer.

Explicación

Pregunta 23 de 20

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Ik heb een woordenboek.
Het is woordenboek.

Explicación

Pregunta 24 de 20

3

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Jij en Anna, jullie hebben veel papieren. Jullie sorteren papieren alfabetisch...
Jullie sorteren papieren onder "A" en papieren onder "T".

Explicación

Pregunta 25 de 20

2

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Jouw moeder heeft een broer.
broer is oom.

Explicación

Pregunta 26 de 20

2

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Mijn vader heeft een zus.
zus is tante.

Explicación