Suzanne van Poel
Test por , creado hace más de 1 año

Quiz voor BIMBSL01

24
0
0
Suzanne van Poel
Creado por Suzanne van Poel hace casi 9 años
Cerrar

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5

Pregunta 1 de 6

1

Welke techniek wordt gebruikt gedurende alle fases van een project?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Business process Modeling

  • Use Cases

  • IDEF0

  • Gegevens modelleren met entiteiten en relaties

Explicación

Pregunta 2 de 6

1

Welke methode is een manier van denken?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Modelleren van Klassen

  • BPM

  • Activiteiten modelleren

Explicación

Pregunta 3 de 6

1

1. De notatie de hoort bij de techniek "Activiteiten modelleren" is gebaseerd op UML.
2. De activiteitendiagram techniek vertoont GEEN gelijkenis met het stroomschema.

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Beide zijn niet waar

  • Alleen 1 is waar en 2 onwaar

  • Alleen 2 is waar en 1 onwaar

  • Beide zijn waar

Explicación

Pregunta 4 de 6

1

Welke test is een niet-functionele test?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Bruikbaarheidstest

  • Koppelbaarheidstest

  • Volumetest

  • EVT

Explicación

Pregunta 5 de 6

1

Welke doel heeft de techniek IDEF0?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Deze techniek heeft als doel het vastleggen van de afbakening van systemen

  • Deze techniek heeft als doel het vastleggen van gedrag

  • Deze techniek heeft als doel het beschrijven van het proces van het systeem qua in en uitvoer

  • Deze techniek heeft als doel het identificeren van het proces

Explicación

Pregunta 6 de 6

1

1. Error guessing wordt in de in de praktijk gebruikt door ervaren testers waarbij ze rekening houden met fouten die ze in het verleden zijn tegen gekomen.
2. Error guessing, Cheklist, Grenswaardeanalyse, Beslistabel, Grafentechniek en EVT zijn alle testspecifieke technieken.

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

  • Beiden zijn waar

  • Beiden zijn niet waar

  • 1 is waar en 2 is onwaar

  • 2 is waar en 1 is onwaar

Explicación

Anterior
Siguiente