2.1 Astma en COPD

Pregunta 1 de 21

1

Astma én COPD zijn restrictieve longaandoeningen.

Selecciona uno de los siguientes:

VERDADERO
FALSO

Explicación

Pregunta 2 de 21

1

Welke beschrijving past het beste bij astma?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Chronische ontsteking van de luchtwegen, gekenmerkt door hoesten, dyspnoe en dubbelzijdig piepen.
Acuut ontstekingsproces van de kleine luchtwegen na contact met een inhalatieallergeen.
Type I ontstekingsreactie van de luchtwegen, gepaard gaand met heftig hoesten en slijm opgeven.
Chronische obstructieve luchtwegaandoening, gekenmerkt door enkelzijdig piepende ademhaling.

Explicación

Pregunta 3 de 21

1

Welke GASTHEERfactoren dragen bij aan het ontstaan van astma?

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

genen die predisponeren voor atopie
genen die predisponeren voor brochiale hyperreactiviteit
obesitas
sexe
leeftijd
oogkleur
dieet
tabaksrook

Explicación

Pregunta 4 de 21

1

Selecciona la opción correcta de los menús desplegables para completar el texto.

Centraal in de pathogenese van astma staat de ( eosinofiele, neutrofiele, basofiele, hyperreactieve ) granulocyt. Deze cel groeit op in het beenmerg onder invloed van IL3, IL5 en GM-CSF uitgescheiden door Th( 2, 1, 0, z )-cellen. Vervolgens migreren ze naar de periferie om daar deel te nemen aan het chronische inflammatoire proces.

Explicación

Pregunta 5 de 21

1

Koude lucht, hyperventilatie en exercise zorgen voor bronhciale hyperreactiviteit bij álle astmapatiënten.

Selecciona uno de los siguientes:

VERDADERO
FALSO

Explicación

Pregunta 6 de 21

1

Vroege en late response

Arrastra la opción correcta a cada uno de los puntos naranjas

sympathicomimetica (bronchusverwijding)

Corticosteroiden

Explicación

Pregunta 7 de 21

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hooikoorts komt niet door hooi en geeft geen koorts. Een beter naam is: .

Explicación

Pregunta 8 de 21

1

Welk symptoom van astma doet uw alarmbellen rinkelen?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

eczeem
opgeven sputum
laagstaande, niet bewegende longgrenzen
verlengd piepend experium
silent chest

Explicación

Pregunta 9 de 21

1

Wat is de provocatieve concentratie om de diagnose astma te kunnen stellen?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

< 6 mg/ml
< 8 mg / ml
< 10 mg / ml
< 12 mg / ml

Explicación

Pregunta 10 de 21

1

Selecciona la opción correcta de los menús desplegables para completar el texto.

Voor de verlichting van acute benauwdheidsklachten bij astma heeft inhalatie van kortwerkende ( β2-sympathicomimetica, Inhalatiecorticosteroïden ) de voorkeur. ( Inhalatiecorticosteroïden, β2-sympathicomimetica ) zijn de eerstekeusmiddelen indien een onderhoudsbehandeling nodig is om astmacontrole te bereiken. Indien met de behandeling met inhalatiecorticosteroïden niet wordt uitgekomen kan een langwerkend ( β2-sympathicomimetica, inhalatiecorticosteroïd ) aan de bestaande onderhoudsbehandeling worden toegevoegd of de dosis ( inhalatiecorticosteroïden, β2-sympathicomimetica ) worden verhoogd.

Explicación

Pregunta 11 de 21

1

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Indien sprake is van een ernstige exacerbatie, dan is een orale stootkuur met geïndiceerd. Voor dergelijke kuren werden veel verschillende schema's gehanteerd. In de NHG-standaard Astma bij volwassenen is bijvoorbeeld gekozen voor 30 mg eenmaal per dag gedurende zeven tot veertien dagen.

Explicación

Pregunta 12 de 21

1

Wat hoort bij COPD:

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

CD4+ T-cellen
CD8+ T-cellen
macrofagen
monocyten
eosinofiele granulocyten
reversibel
irreversibel

Explicación

Pregunta 13 de 21

1

Een a1-antitrypsin deficiëntie leidt tot:

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

emfyseem (bij COPD)
chronische bronchitis (bij COPD)
astma

Explicación

Pregunta 14 de 21

1

Fenotypen COPD

Arrastra la opción correcta a cada uno de los puntos naranjas

cor pulmonale

blue bloater

pink puffer

normale O2 saturatie

emfyseem

chronische bronchitis

Explicación

Pregunta 15 de 21

1

COPD patiënten hebben een verhoogd risico op:

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

myocardinfarct, angina pectoris, hartfalen
osteoporose, fracturen
respiratoire infecties
depressie
diabetes
longkanker
anemie
glaucoom
slaapstoornissen

Explicación

Pregunta 16 de 21

1

Lichamelijk onderzoek COPD:

Inspectie: ❌
Palpatie: ❌
Percussie: ❌
Auscultatie: zacht ademgeruis, verlengd brommend ❌

Arrastra y suelta para completar el texto.

tonvormige thorax

weinig excursie

laagstaande longgrenzen

hoogstaande longgrenzen

experium

inspirium

Explicación

Pregunta 17 de 21

1

Bij COPD daalt de FEV1.

Selecciona uno de los siguientes:

VERDADERO
FALSO

Explicación

Pregunta 18 de 21

1

Bij COPD daalt de FVC.

Selecciona uno de los siguientes:

VERDADERO
FALSO

Explicación

Pregunta 19 de 21

1

Bij COPD daalt de FEV1:FVC index.

Selecciona uno de los siguientes:

VERDADERO
FALSO

Explicación

Pregunta 20 de 21

1

Mijn FEV1/FVC is < 0.70. Verder is mijn FEV1 35% van de voorspelde waarde. Ik heb COPD stadium:

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

I
II
III
IV

Explicación

Pregunta 21 de 21

1

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hier zie je een thoraxfoto van een 56-jarige roker. Hij heeft een cor pendulum, een laagstaand en hobbelig diafgragma en boven minder vaattekeningen. Dit doet u sterk denken aan de diagnose: .

	Creado por Lars van Dee hace casi 9 años

Master Respiratoir Systeem Test sobre 2.1 Astma en COPD, creado por Lars van Dee el 07/03/2016.

2.1 Astma en COPD

2.1 Astma en COPD

Pregunta 1 de 21

Astma én COPD zijn restrictieve longaandoeningen.

Selecciona uno de los siguientes:

Explicación

Pregunta 2 de 21

Welke beschrijving past het beste bij astma?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 3 de 21

Welke GASTHEERfactoren dragen bij aan het ontstaan van astma?

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 4 de 21

Selecciona la opción correcta de los menús desplegables para completar el texto.

Explicación

Pregunta 5 de 21

Koude lucht, hyperventilatie en exercise zorgen voor bronhciale hyperreactiviteit bij álle astmapatiënten.

Selecciona uno de los siguientes:

Explicación

Pregunta 6 de 21

Vroege en late response

Arrastra la opción correcta a cada uno de los puntos naranjas

Explicación

Pregunta 7 de 21

Rellena el espacio en blanco para completar el texto.

Hooikoorts komt niet door hooi en geeft geen koorts. Een beter naam is: .

Explicación

Pregunta 8 de 21

Welk symptoom van astma doet uw alarmbellen rinkelen?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 9 de 21

Wat is de provocatieve concentratie om de diagnose astma te kunnen stellen?

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 10 de 21

Selecciona la opción correcta de los menús desplegables para completar el texto.

Explicación

Pregunta 11 de 21

Rellena los espacios en blanco para completar el texto.

Indien sprake is van een ernstige exacerbatie, dan is een orale stootkuur met geïndiceerd. Voor dergelijke kuren werden veel verschillende schema's gehanteerd. In de NHG-standaard Astma bij volwassenen is bijvoorbeeld gekozen voor 30 mg eenmaal per dag gedurende zeven tot veertien dagen.

Explicación

Pregunta 12 de 21

Wat hoort bij COPD:

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 13 de 21

Een a1-antitrypsin deficiëntie leidt tot:

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 14 de 21

Fenotypen COPD

Arrastra la opción correcta a cada uno de los puntos naranjas

Explicación

Pregunta 15 de 21

COPD patiënten hebben een verhoogd risico op:

Selecciona una o más de las siguientes respuestas posibles:

Explicación

Pregunta 16 de 21

Lichamelijk onderzoek COPD: Inspectie: ❌ Palpatie: ❌ Percussie: ❌ Auscultatie: zacht ademgeruis, verlengd brommend ❌

Arrastra y suelta para completar el texto.

Explicación

Pregunta 17 de 21

Bij COPD daalt de FEV1.

Selecciona uno de los siguientes:

Explicación

Pregunta 18 de 21

Bij COPD daalt de FVC.

Selecciona uno de los siguientes:

Explicación

Pregunta 19 de 21

Bij COPD daalt de FEV1:FVC index.

Selecciona uno de los siguientes:

Explicación

Pregunta 20 de 21

Mijn FEV1/FVC is < 0.70. Verder is mijn FEV1 35% van de voorspelde waarde. Ik heb COPD stadium:

Selecciona una de las siguientes respuestas posibles:

Lichamelijk onderzoek COPD:

Inspectie: ❌
Palpatie: ❌
Percussie: ❌
Auscultatie: zacht ademgeruis, verlengd brommend ❌