Created by Aline Van Hulle
over 8 years ago
|
||
Question | Answer |
1566 | Beeldenstorm |
1568 | Begin Nederlandse Opstand (80-jarige oorlog) |
1576 | Pacificatie van Gent |
1579 | Unie van Utrecht en Atrecht |
1581 | Plakkaat van Verlatinge |
1585 | Val van Antwerpen |
1609 - 1621 | Twaalfjarig Bestand en Bestandtwisten: conflict tussen contraremonstranten en remonstranten, en tussen voor- en tegenstanders van het stadhoudersschap |
1618 - 1619 | Synode van Dordrecht |
1648 | Vrede van Munster |
1650 - 1672 | Eerste Stadhouderloze Tijdperk |
1652 - 1674 | Nederlands-Engelse oorlogen |
1672 | 1. Oorlogsverklaringen Frankrijk, Engeland, Keulen en Munster 2. Moord op de Gebroeders De Witt |
1688 - 1689 | Glorious Revolution: Willem III wordt stadshouder-koning |
1702 | Willem III overlijdt > Tweede Stadshouderloze Tijdperk |
De Eglentier | Belangrijkste rederijkerskamer van Amsterdam tijdens de 17e eeuw |
De Alteratie | Het moment waarop de calvinistische groeperingen zich proberen los te maken van de katholieke kerk |
Het Twaalfjarige Bestand | Tijdelijke vrede van de 80-jarige oorlog |
Achilles en Polyxema | 1597, P.C. Hooft, op klassieke leest geschoeid: vijf bedrijven en alleen personen, géén allegoriën |
Geeraerdt van Velsen | 1613, P.C. Hooft |
Warenar | 1616, P.C. Hooft |
Spel van de Rijcke man | 1615, S. Coster, zinnenspel |
Hendrik Laurensz. Spiegel | 1549 - 1612, katholiek maar nam een gematigd standpunt in, stond achter de taalpolitiek, was dichter, hij probeerde de Nederlandse schrijftaal vast te leggen aan de hand van taalregels |
Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst | 1584, H.L. Spiegel |
Kort begrip des redenkavelings: in slechten rym vervat | 1585, H.L. Spiegel |
Ruych-bewerp vande redenkaveling ofte Nederduytsche dialectike | 1585, H.L. Spiegel |
Rederijck-kunst, in rijm opt kortst vervat | 1587, H.L. Spiegel |
Numa ofte amptsweygheringe | 1600 - 1603, over Romeinse koning die zijn ambt pas wil aanvaarden wanneer hij er klaar voor is (gemoedsrust, stoïsch), H.L. Spiegel |
Hert-spiegel | 1614, H.L. Spiegel, bekendste werk, het gaat over dichten en de algemene christelijke deugdenleer staat centraal: daar moet de mens zich aan vasthouden. Dankzij poëzie kan men aan introspectie doen. |
1617 | Oprichting 'Duytsche Academie' door Bredero en Samuel Coster, die De Eglentier verlaten hadden |
1637 - 1638 | Op de plaats van de oude Academie wordt de Amsterdamse Schouwburg geboud, en geopend in 1638 |
1678 | Kerkbestuur realiseert een verbod op religieus toneel |
Doelstellingen van de Amsterdamse Schouwburg | 1. Eerzaam tijdverdrijf 2. Verbeteren van de burgerdeugden 3. Inzicht krijgen in politieke deugden 4. Verbetering kennis Nederlands 5. Verbetering kennis stadsgeschiedenis |
Klassieke retorische principes van Cicero | Worden gebruikt door de Amsterdamse Schouwburg: docere (onderwijzen), movere (bewegen), delectare (vermaken) |
Nil Volentibus Arduum | Gebaseerd op het Franse toneel, waar men zich streng aan de klassieke regels hield. Men keerde zich tegen de spectaculaire tonelen. |
1669 | Nil Volentibus Arduum |
Jan Vos | Geen moraal in zijn toneel, enkel doden. Senecaans spektakeltoneel. |
Translatio | Navolgen van antieke en Franse voorbeelden door middel van vertalingen |
Imitatie | Het navolgen van de antieke en Franse voorbeelden |
Aemulatio | Het overtreffen van de antieke en Franse voorbeelden |
1575 | Oprichting van de Universiteit van Leiden door Willem van Oranje, voor de opleiding van calvinistische predikanten. |
Jan van der Does | 1545 - 1604, studeerde in Frankrijk en nam de pléiade-invloed mee naar Leiden. |
Jan van Hout en Daniel Heinsius | Propageerden vanuit Leiden het gebruik van het Nederlands in de dichtkunst. |
Nederduytsche poemata | 1615, Daniel Heinsius. |
Auriacus, sive libertas saucia | 1602, Heinsius, over de moord op Willem van Oranje. |
De tragoediae constitutione | 1611, Heinsius |
Herodes infanticida | 1632, Heinsius |
Plantijn en Moretus | Twee grote namen in de boekdrukkunst |
Jacob Lescailje | 1611 - 1679, zijn boekenwinkel in Amsterdam was een plek waar toneelauteurs, dichters, vertalers en toneelspelers elkaar ontmoeten. |
Broodschrijvers | Auteurs die schreven voor het geld of auteurs die van hun werk konden leven. |
Gysbreght van Aemstel, d'Ondergang van zijn stad en zijn ballingschap. Treurspel. | 1637, Joost van den Vondel, hemelt Amsterdam op, Van den Vondel schrijft de tekst voor de opening van de nieuwe Schouwburg. |
Catharsis | Een emotionele zuivering door het opwekken van vrees en medelijden bij de toeschouwer (Aristoteles). Het treurspel is hierop gericht. |
Eigenschappen van de tragedie | 1. Verheven genre, hooggeplaatste personages 2. Hoofdpersonage begaat tragische vergissing en verstoort natuurlijk orde 3. Proces van tragisch lijden en tragisch einde voor de held 4. Catharsis 5. Moreel-didactische functie |
Reien | Koorzang tussen bedrijven, bieden morele reflecties op de handelingen. |
Peripeteia | Een wending in de tweede helft van het stuk |
Agnitio | Moment van herkenning bij het personage |
Opbouw tragedie | 1. Voorrede 2. 3 - 5 bedrijven 3. Reien 4. Peripeteia 5. Agnitio 6. Tragisch einde |
Universalia | Universele waarheden (deze komen aan bod in de literatuur, maar niet in de geschiedschrijving) |
Sententie | Samenvattende morele les op het einde van een gedicht of toneelstuk |
Mimesis | Nabootsing van de werkelijkheid (but we know that already, do we not) |
Doctrine classique | Corneille, Horatius, invloed op 17e eeuwse toneelkunst. 1. Vraisemblance 2. Bienséance 3. Clarité |
Vraisemblance | Waarschijnlijkheid: alles op het toneel moet een eenheid hebben van tijd, plaats en handeling. Het had echt kunnen gebeuren. (MAAR: onaangename alledaagse details liet men toch weg) |
Bienséance | Decorum, welvoeglijkheid |
Clarité | Helderheid van taalgebruik |
Roemer Visscher | Grondlegger van de emblematabundels. Brabbelingh 1614, Sinnepoppen 1614 |
Pictura | Afbeelding |
Subscriptio | Onderschrift |
Emblemata bestaat uit drie delen | 1. Spreuk, sententie, gezegde 2. Pictura 3. Subscriptio |
JUST KEEP SWIMMING | JUST KEEP SWIMMING |
Ars Poetica | Horatius, 10 v.C. Verschil tussen treurspel en blijspel wordt beschreven. |
Utile dulci | Het nuttige (morele lessen) met het aangename (esthetisch genot) paren. |
Moortje | Toneelstuk van Bredero. Speelt zich af in een boerenhuis in Amsterdam. Veel details weergegeven, zonder dat ze bijdragen aan het plot. Enkel om te vermaken en zo concreet mogelijk te beschrijven. |
Kenmerken vroegmoderne roman | 1. Lering ondergeschikt aan vermaak 2. Geen vaste vormkenmerken 3. Eenvoudige vertelstructuur 4. Alledaagse thematiek 5. Couleur locale |
Vier varianten van de vroegmoderne roman | 1. Volksboeken en Amadisromans 2. Heroïsche-galante roman 3. Avonturenroman, schelmenroman, picareske roman 4. Erotische roman |
Wonderlicke Avontuer van twee Goelieven | Heroïsche roman, 1624, anoniem. Niet-hoofse context, personages van lage afkomst vertellen over hun avonturen tijdens de 30-jarige oorlog. Ze maken historische gebeurtenissen mee. Gaat over geliefden die ver van elkaar moeten leven. |
Batavische Arcadia | Heroïsch-galante roman, 1647, Johan van Heemskerk. Geïdealiseerde scenes, maar concreet: het gaat over de Hollandse weiden. Horatiaans principe (nuttige aan het aangename koppelen). Er moeten lessen uit worden getrokken. |
Den vermakelyken avanturier | Schelmenroman, 1695, Nicolaas Heinsius. Mirandom vertelt over zijn avonturen en liefdesgeschiedenissen tijdens zijn zwerftochten door Europa. Hij is moeilijk serieus te nemen want hij vertelt ook over zijn ondeugden en streken. Het is een persiflage op de heroïsch-galante roman. |
Twee voorbeelden erotische roman | t Amsterdamse Hoedom, 1680. D'openhertige Juffrouw, of d'Ontdekte Geveinsdheid, 1680. Beiden anoniem. |
Spil-pennighen | Mensen die het geld over de balk gooien. |
Muiderkring | Bekendste vriendenclub uit de vroegmoderne tijd. Er was een innercircle van schrijvers, waarvan Hooft een belangrijke spil was |
Inner circle | P.C. Hooft, Casparus Barlaeus, Constantijn Huygens en de gezusters Roemer Visscher |
Otia | Constantijn Huygens (1569 - 1687). De ideale hoveling gebruikt zijn tijd verstandig: hij moet goed omgaan met elk moment, want hij heeft het druk. |
Willem Godschalck van Focquenbroch | 1640 - 1670. Wendt zich tegen de poëzie, mét poëzie. Burleske stijl, geïnspireerd door Paul Scarron. Vaak satirisch. Gebruikt stereotype poëtische thema's, probeert de mens een spiegel voor te houden. |
Dagh-Werck | 1658, Constantijn Huygens. Gaat over de manier waarop hij zijn tijd gebruikt. |
Poesy | 1657, Jan Six van Chandelier. Bedelmusyk: Te Thoulouse. Gaat over bedelaars 's ochtends aan zijn raam, hij werpt ze waardeloos geld toe. Staat in contrast met de sententie. |
Houwelick | 1625, Jacob Cats. Gaat over de taken in het huwelijk. Man moet handel drijven, vrouw moet stil en zedig in de keuken werken. |
Kenmerken zedenspel | 1. Gewoonten van bepaalde groep 2. Couleur locale, typen uit dag. leven 3. Burgerklasse 4. Speelt zich af in woonhuis 5. Typische burgerlijke deugden en morele kwesties 6. Buitensporig gedrag |
Jan Claass of de gewaande dienstmaagd | 1682, Thomas Asselijn, zedenspel. |
Het Huwelyck sluyten | 1683, Pieter Bernagie. Warnaar wilt zijn dochter tegen haar zin huwen aan een rijke man. Gespeelde omgeving is burgerlijk itt Warnar. Problematiek: verkeerde familiemoraal, niet gierigheid van één persoon. |
De verheerlijckte schoenlappers of de gecroonde leersse | 1688, Michiel de Swaen. Combineert het carnavaleske volkstoneel met elementen van de Franse comédie de moeurs. |
Werkelijkheidsillusie in Warenar | 1. Plaats- en straatnamen 2. Alledaagse personages 3. Uithuwelijken = herkenbaar 4. Spelers spreken met publiek 5. Waarden knn a wh worden getoetst 6. Handeling in nabije omgeving 7. Voorspelbaarheid gedrag personages |
Renaissance | Wedergeboorte van klassieke waarden |
Classicisme | Versterkt idee van Renaissance. Na Renaissance. Nog nadrukkelijker de Klassieke Oudheid navolgen. |
Barok | Komt losser van de klassieke voorbeelden |
Verlichting | Vooral van toepassing op de filosofie |
Hugenoten | Protestanten |
Franse Pléiade | Ronsard, Du Bellay. Had grote invloed op de 16de/17de eeuwse liefdeslyriek. Petrarca-traditie kwam via Pléiade cultuur in het Nederlands. |
Decamerone | Boccaccio. In 1560 door Coornhert vertaald via het Frans. |
Gerusalemme liberata | Tasso. Vertaald door Vondel in 1575, direct uit het Italiaans. |
Poëzie van John Donne | Vertaald door Constantijn Huygens. De duistere, onbekende verzen uit het Engels hadden geen grote invloed. |
Invloed Italiaanse literatuur | Novelle. Boccaccio, Bandello, Petrarca (sonnetten). |
Invloed Spaanse literatuur | Populaire roman. Amadis- en Palmerijnverhalen (ridderepiek) + komedisch toneel van Lope de Vega en Caldéron. Er ontstaan anti-helden. |
Anti-helden | Helden waar je ook mee kan lachen. |
Invloed Engelse literatuur | Niet groot. Invloed van de revenge tragedy (wraaktragedie) van auteurs zoals Kyd. Ook religieuze werken. |
Redenen van invloeden | 1. Auteurs reisden door Europa 2. Reizende toneelgezelschappen 3. Levendig boekenbedrijf in de Nederlanden 4. Veel internationale contacten (handel) 5. Relatief goede beheersing vreemde talen |
Lucas d'Heere | Eerst in de traditie van de rederijkers, later reisde hij naar Frankrijk en ondervindt invloed van de Franse literatuur. Joachim de Bellé. Eigen taal verrijken en versieren. |
Den Hof en Den Boomgaerd der Poësien | Belangrijkste werk Lucas d'Heere. Mengelwerk van oude rederijkers-technieken en Frans dichtwerk. Het is een overgangsfase. |
Het Bosken | Belangrijkste werk van Van der Noot. Mengelvorm rederijkerspoëzie en klassieke vormen (Pindarische ode, elegie, epigram). Spotten met Katholicisme. Introduceert Petrarcaanse sonnet via Franse pléiade en liefdeslyriek. Ook de thematiek van geïdealiseerde maar onbereikbare liefde. |
Petrarcaanse sonnet | 1. Twee kwatrijnen, twee terzinen 2. abba, abba, ccd, eed 3. Platonisch liefdesideaal (onbereikbaar) 4. Idealiseren met metaforen 5. Stijlfiguren: antithese, paradox |
De Spaanse furie | Er wordt een Bloedraad opgezet die protestanten gaat veroordelen, vaak tot de dood. In 1567 worden duizenden personen om het leven gebracht, ook hoogstaande personen. |
De Byencorf der H. Roomsche Kercke | 1569, Filips van Marnix van Sint Adelgonde. Burgemeester van Antwerpen tot 1585. Felle satire tegenover de Katholieke kerk. |
Het Boek der Psalmen | 1580, Filips van Marnix van Sint Adelgonde. Protestanten vonden het belangrijk dat de teksten in de volkstaal verkrijgbaar waren. Hij was de eerste die de Psalmen vertaalde. |
Noordelijke Statenbond | Verenigde Provinciën. Na bestand met Spanje een zekere rust, maar intern veel spanningen. |
Remonstranten | Protestanten die niet heel streng waren. |
Contraremonstranten | Vonden dat de calvinisten zich streng aan hun geloofspunten moesten houden. |
Staties | Er was een conflict tussen de afstammelingen van Willem van Oranje die de nieuwe stadshouders wouden worden na zijn dood, en de anderen die vonden dat dit niet nodig was en de steden zichzelf konden redden. De staties zijn de anderen. |
Vondel's kritiek op de veroordeling van Oldenbarnevelt | Het zwaard heeft meer gewicht dan de calvinistische boeken. De vrijzinnige theoloog moet het afleggen, het publiek gaat het strenge calvinisme aanhangen. Deugdzaamheid heeft geen gewicht tegenover de brute macht van het zwaard. |
Op den aenwas en uitbreidinge van Amsteldam | Jeremias de Decker. Stelt vooral het economische centraal, en niet het religieuze. |
Justus de Harduwijn | Toont aan dat er niet alleen Rooms-Katholiek geschreven werd in de Zuidelijke Nederlanden: hij was een ruimdenkend, breed-georiënteerd intellectueel, en wordt priester. Daarvoor schreef hij echter ook liefdespoëzie, duidelijk onder de invloed van de Renaissance. (Venus-gejank) |
Reynier Bontius: Belegering ende het ontset der stadt Leyden | 1645, heroïsch verhaal over de 80-jarige oorlog. Reynier Bontius offerde zichzelf op omdat het volk geen voedsel had. |
Actie tomaat | (I can't be the only one who thinks this is really funny.) Protest tegen het theater. |
Maecenas | Vorsten en hun vertegenwoordigers ontfermden zich over individuele kunstenaars en literatoren en ondersteunden hen financiëel. |
Lofdichten | In opdracht van stad en burgerij. Over de stad of over personen van aanzien. |
Gelegenheidsgedichten | In opdracht van de stad en haar burgerij. Naar aanleiding van politieke gebeurtenissen of persoonlijke gebeurtenissen. |
Gebruikslyriek | Voor de literaire markt. Liedbundels om te zingen in huiselijk verband. |
Emblemata-bundels | Voor de literaire markt. Korte gedichten op prenten (emblemen) met een moralistische inslag, gericht op alledaagse lessen. |
Pamfletten | Voor de literaire markt. Geïllustreerde gedichten, liederen of korte prozateksten die een brede verspreiding kenden. |
Het Friesche Lust-hof | Verzameling van bruiloftsverzen van Jan Janszoon die hij in opdracht had geschreven. Broodschrijver. Hij verdient dubbel: eerst als opdracht, daarna op de literaire markt. |
Want to create your own Flashcards for free with GoConqr? Learn more.