Antipsychotica

Description

Mind Map on Antipsychotica, created by elfitournaye on 09/04/2014.
elfitournaye
Mind Map by elfitournaye, updated more than 1 year ago
elfitournaye
Created by elfitournaye over 10 years ago
73
0

Resource summary

Antipsychotica
  1. Typische antipsychotica
    1. D2 receptor antagonisten (ontdekt door fenothiazine chloorpromazine als antihistaminicum te geven aan schizofrenen)
      1. Antipsychotisch (voor positieve symptomen en agressie), anti-emetisch
        1. Hyperprolactinemie, Extrapiramidale symptomen (Parkinson, acathisie, tardieve dyskinesieën door inhiberen dopaminerge neuronen in nigrostriatale baan), anticholinerge/antihistaminerge/anti-alpha1/anti-5HT2C effecten, verhoogd risico eptileptoforme manifestaties, fotosensibilisatie bij fenothiazinen, verlengd QT interval met Torsades de points en plose dood door fenothiazine, droperidol, pimozide, benzamide, haloperidol; maligne neuroleptisch syndroom
          1. Fenothiazines
            1. Levomepromazine; Prothipendylhydrochloride
              1. Anti-cholinerg, anti-H1, anti-alfa1, anti-5HT2C
              2. Thioxanthenen
                1. Flupenthixol; Zuclopenthixol
                2. Clotiapine
                  1. Butyrofenonen
                    1. Vrij selectief: meer EPS; minder sedatie en orthostatisme
                      1. Haloperidol, Benperidol, Pipamperon
                      2. Difenylpiperidinen
                        1. Pimozide, Fluspirileen, Penfluridol
                        2. Benzamides
                          1. Sulpiride en Levosulpiride: tegen lichte depressie en psychosomatische klachten; in hoge dosissen tegen schizofrenie
                            1. Amisulpiride in lage dosis voor - symptomen, hoge dosis voor + symptomen
                              1. Ongewenste endocriene effecten, agitatie, slapeloosheid, angst
                              2. Met vertraagde werking:
                                1. Fluspirileen: slecht wateroplosbaar, 1x/w i.m.
                                  1. Depotpreparaten met vetzuur veresterd, 1x/maand; zulcopenthixoldecanoaat, haloperidoldecanoaat
                                    1. Penfluridol: zeer vetoplosbaar --> vetdepots
                                  2. Atypische antipsychotica
                                    1. Atypisch= werkt ook op negatieve symptomen (naast positieve) + minder EPS
                                      1. Werkingsmechanisme: Vnl 5HT2A-D2-receptor antagonisme; verder ook snelle dissociatie van D2-R en partieel agonisme van D2 en 5HT1A
                                        1. SDA's (serotonine-dopamine antagonisten)
                                          1. Serotonine inhibeert normaal dopaminevrijgave via 5HT2A-R
                                            1. Thv nigrostriatale baan: blokkeren van 5HT2A-R zorgt voor meer dopamine-release. D2-receptoren deels geblokkeerd (veel dopamine, verdrijft deel <=> typische antipsychotica) ==> minder EPS
                                              1. Thv mesocorticale baan door 5HT2A-R antagonisten meer dopamine vrijgave => verbetering cognitieve, negatieve en affectieve symptomen
                                                1. Verbeteren positieve symptomen, immers hallucinogenen = partiële 5HT2A agonisten
                                                  1. Minder hyperprolactinemie: dopamine geïnhibeerd (meer PRL), echter serotonine ook geblokkeerd (reciprook systeem) ==> minder PRL-productie
                                                  2. Snellere dissociatie: voldoende lang om antipsychotisch te werken, echter lang genoeg receptor in ongebonden staat om side-effects te vermijden = hit-and-run
                                                    1. Tight binding (trage dissociatie => meer EPS en prolactine-effecten; minder dopamine-activiteit en potentieel meer affectieve symptomen
                                                      1. Loose binding: snelle dissociatie, dopamine kan losjes gebonden gm losmaken (=> evenwicht tussen hormonale en motorische systemen; geen negatief effect op depressie)
                                                      2. Partieel D2-R agonisme (DPA)
                                                        1. Verbetering van zowel negatieve, positieve als neveneffecten
                                                          1. Activatie rewardsysteem: genot, plezier, beloning!
                                                            1. Bv Aripiprazol
                                                            2. Partieel 5HT1A agonisme
                                                              1. 5HT1A = autoreceptor --> Bij binden serotonine minder serotonine release
                                                                1. Agonist zorgt dus voor minder serotonine die op 5HT2A kan binden --> minder inhibitie dopaminerelease en meer dopamine!
                                                                  1. Bv Aripiprazole, Clozapine, Quetiapine
                                                                2. Clozapine: meest efficiënt, opstarten in hospitaalmilieu (risico agranulocytose, myopathie of myocarditis), regelmatig bloedbeelde, juiste mix van aangrijpingspntn proberen vinden
                                                                  1. Risperidon: voor bipolaire stoornissen en psychosen bij kinderen, tieners en bejaarden
                                                                    1. Olanzapine: potenter als clozapine, minder EPS en hyperprolactinemie, wel cardiometabole risico's
                                                                      1. Quetiapine: verbetert stemming, slaapstoornissen en cognitie; ook voor angst en depressies
                                                                        1. Asenapine: zie bipolaire stoornissen
                                                                          1. Sertindol: geen 1e keus want risico op QT-verlenging!
                                                                            1. Aripiprazol
                                                                              1. Paliperidon: belangrijkste actieve metaboliet van risperidon, dus gelijkaardig.
                                                                                1. Ongewenste effecten: Minder EPS (minst tardieve dyskinesieën bij clozapine); hyperprolactinemie meest bij risperidon; gewichtstoename (eerste weken, door anti-H1 en -5HT2C-R, clozapine & Olanzapine), meer risico op diabetes type 2 door antagonisme muscarine m3-R in betacellen, hyperlipidemie en hypercholesterolemie (clozapine en olanzapine), verband met verhoogde CVA bij atypische neuroleptica (bejaarden met dementie), verhoogd risico op cardiale plotse dood (zowel typische als atypische evenveel).
                                                                                2. INDICATIES
                                                                                  1. Schizofrenie
                                                                                    1. Manische episode van bipolaire stoornis
                                                                                      1. Psychosen: kortdurende, folieà deux, wanen
                                                                                        1. OCD: in combo met antidepressiva
                                                                                          1. Ongecontroleerde psychomotorische agitatie
                                                                                            1. Agressiviteit en ernstige agitatie
                                                                                              1. Seksuele perversie (parafilie)
                                                                                                1. Palliatief: anti-emetisch + tegen hardnekkige pijnen
                                                                                                  1. Bij persisterende hik, chorea van Huntington, Gilles de la Tourette
                                                                                                    1. Augmentatiestrategie bij therapieresistente majeure depressie
                                                                                                      1. Alzheimerptn met psychosen en gedragsstoornissen
                                                                                                        1. Acute agitatie, motorische onrust, prikkelbaar, verbale onaangepaste communicatie of agressie
                                                                                                          1. Meestal Lorazepam + Haloperidol (!! ademhalingsdepressie en acute dystonie). Let ook op sedatie, anticholerge effecten (verwarring) en orthostatisme bij neuroleptica.
                                                                                                            1. Alternatief: Risperidone, Olanzapine, echter spaarzaam antisychotica gebruiken bij dementie
                                                                                                          2. CONTRAINDICATIES: Parkison, epilepsie, nier/leverinsufficiëntie, zwangerschap/borstvoeding (anticholinerge effecten bij fenothiazines + EPS bij pasgeborene), glaucoom en prostaathypertrofie bij sterk anticholinerge moleculen
                                                                                                            1. INTERACTIES: Anti-Parkinson gm (anticholinergica, L-dopa, DA-R agonisten), antidepressiva, antihypertensiva, lithium + meer sedatie bij alcohol en sederende gm
                                                                                                              Show full summary Hide full summary

                                                                                                              Similar

                                                                                                              Fundamentals in Chemistry
                                                                                                              kate.siena
                                                                                                              Tourism 1
                                                                                                              Scott Church
                                                                                                              AQA Biology A2 Unit 4 Respiration
                                                                                                              Gemma Lucinda
                                                                                                              Who was to blame for the Cold War?
                                                                                                              Will Barnes
                                                                                                              National 5 English - Close reading question types
                                                                                                              VEJackson
                                                                                                              Lord of the Flies Quotes
                                                                                                              Emma Payne
                                                                                                              Edexcel Additional Science Biology Topic 2- Life Processes
                                                                                                              hchen8nrd
                                                                                                              RE Keywords - Paper 1 - Religion and life
                                                                                                              Kerris Linney
                                                                                                              chemsitry as level topic 5 moles and equations
                                                                                                              Talya Hambling
                                                                                                              Market Positioning
                                                                                                              Helen Rennie
                                                                                                              English Language Techniques 2
                                                                                                              Adam Arrell