Created by Simone Verlage
almost 7 years ago
|
||
In de vorige lessen heb je de stelling van Pythagoras geleerd. Met die stelling kan je zijden van een driehoek berekenen. Die stelling geldt alleen in een rechthoekige driehoek, dat is een driehoek met een hoek van 90 graden. Zie de bovenstaande figuur voor de stelling van Pythagoras, in de figuur is hoek A de hoek van 90 graden, dat kan je zien aan het hoekjes teken. a, b en c staan voor de drie zijden van de rechthoekige driehoek. Zijde a en b zijn de rechthoekszijden van de driehoek, de zijden die aan de rechte hoek vastzitten, in de figuur zijde AB en AC. Zijde c is de schuine zijde (ook wel hypotenusa), dat is de zijde die tegenover de rechte hoek ligt, in de figuur zijde BC De lengte van een zijde kan je berekenen door de lengte van de andere twee zijden in te vullen in de formule.
Want to create your own Notes for free with GoConqr? Learn more.