Minder hyperprolactinemie: dopamine geïnhibeerd (meer
PRL), echter serotonine ook geblokkeerd (reciprook
systeem) ==> minder PRL-productie
Snellere dissociatie: voldoende lang om antipsychotisch te werken, echter lang
genoeg receptor in ongebonden staat om side-effects te vermijden = hit-and-run
Tight binding (trage dissociatie => meer
EPS en prolactine-effecten; minder
dopamine-activiteit en potentieel meer
affectieve symptomen
Loose binding: snelle dissociatie, dopamine
kan losjes gebonden gm losmaken (=>
evenwicht tussen hormonale en motorische
systemen; geen negatief effect op depressie)
Partieel D2-R agonisme (DPA)
Verbetering van zowel negatieve,
positieve als neveneffecten
5HT1A = autoreceptor --> Bij binden serotonine minder serotonine release
Agonist zorgt dus voor minder serotonine die op 5HT2A kan
binden --> minder inhibitie dopaminerelease en meer dopamine!
Bv Aripiprazole,
Clozapine, Quetiapine
Clozapine: meest efficiënt, opstarten in hospitaalmilieu (risico
agranulocytose, myopathie of myocarditis), regelmatig bloedbeelde,
juiste mix van aangrijpingspntn proberen vinden
Risperidon: voor bipolaire stoornissen en psychosen bij kinderen, tieners en bejaarden
Olanzapine: potenter als clozapine, minder EPS en hyperprolactinemie, wel cardiometabole risico's
Quetiapine: verbetert stemming, slaapstoornissen en cognitie; ook voor angst en depressies
Asenapine: zie bipolaire stoornissen
Sertindol: geen 1e keus want risico op QT-verlenging!
Aripiprazol
Paliperidon: belangrijkste actieve metaboliet van risperidon, dus gelijkaardig.
Ongewenste effecten: Minder EPS (minst tardieve dyskinesieën bij clozapine); hyperprolactinemie meest bij
risperidon; gewichtstoename (eerste weken, door anti-H1 en -5HT2C-R, clozapine & Olanzapine), meer risico
op diabetes type 2 door antagonisme muscarine m3-R in betacellen, hyperlipidemie en hypercholesterolemie
(clozapine en olanzapine), verband met verhoogde CVA bij atypische neuroleptica (bejaarden met dementie),
verhoogd risico op cardiale plotse dood (zowel typische als atypische evenveel).
INDICATIES
Schizofrenie
Manische episode van bipolaire stoornis
Psychosen: kortdurende, folieà
deux, wanen
OCD: in combo met antidepressiva
Ongecontroleerde psychomotorische agitatie
Agressiviteit en ernstige agitatie
Seksuele perversie (parafilie)
Palliatief: anti-emetisch + tegen hardnekkige pijnen
Bij persisterende hik, chorea van Huntington, Gilles de la Tourette
Augmentatiestrategie bij therapieresistente majeure depressie
Alzheimerptn met psychosen en gedragsstoornissen
Acute agitatie, motorische onrust, prikkelbaar, verbale
onaangepaste communicatie of agressie
Meestal Lorazepam + Haloperidol (!! ademhalingsdepressie en acute
dystonie). Let ook op sedatie, anticholerge effecten (verwarring) en
orthostatisme bij neuroleptica.
Alternatief: Risperidone, Olanzapine, echter spaarzaam antisychotica gebruiken bij dementie
CONTRAINDICATIES: Parkison, epilepsie,
nier/leverinsufficiëntie,
zwangerschap/borstvoeding (anticholinerge
effecten bij fenothiazines + EPS bij pasgeborene),
glaucoom en prostaathypertrofie bij sterk
anticholinerge moleculen
INTERACTIES: Anti-Parkinson gm
(anticholinergica, L-dopa, DA-R
agonisten), antidepressiva,
antihypertensiva, lithium + meer sedatie
bij alcohol en sederende gm