Mijn les begint ____ half twee.
in
op
om
Ik heb een afspraak met de dokter ____ negen uur 's ochtends.
Frederik gaat ____ december naar Denemarken.
Mijn broer verjaart ____ 12 september.
Lotte heeft ____ 16 juni een examen.
Kerstmis valt ____ 25 december.
De trein vertrekt ____ tien voor zes.
Ik ga ____ middernacht slapen.
School eindigt ____ kwart over twaalf.
Ik werk absoluut niet ____ het weekend!
Waarom blijven jullie thuis ____ de zomervakantie?
____ welk seizoen is jouw verjaardag?
In
Op
Om
Francine staat elke dag ____ zes uur op.
Ik vertrek ____ april naar Ecuador.
We gaan naar de zoo ____ mijn verjaardag.
Ik ben ____ 1985 geboren.
Maaike is ____ 14 februari geboren.
Lieven en Karen zijn ____ vrijdag getrouwd.
Maarten is ____ september geboren.
Ik blijf altijd thuis ____ de vakantie.
____ vier mei heb ik een test.
De bus vertrekt ____ tien minuten.
Mijn lievelingsprogramma begint ____ half acht.
Mijn hond eet altijd ____ tien uur 'ochtends en tien uur 's avonds.
De supermarkt sluit vandaag al ____ half één.
Is de bibliotheek ____ half negen al open?