Yatalu ⠀
Quiz por , criado more than 1 year ago

NT2 Quiz sobre [NL A1] Ontkenning: niet en geen — Selecteer de correcte zin., criado por Yatalu ⠀ em 13-01-2021.

122
0
0
Yatalu ⠀
Criado por Yatalu ⠀ quase 4 anos atrás
Fechar

[NL A1] Ontkenning: niet en geen — Selecteer de correcte zin.

Questão 1 de 20

1

Welke zin is correct?
(We hebben honger.)

Selecione uma das seguintes:

  • We hebben geen honger.

  • We hebben niet honger.

  • We hebben honger niet.

Explicação

Questão 2 de 20

1

Welke zin is correct?
(Jennifer heeft dorst.)

Selecione uma das seguintes:

  • Jennifer heeft geen dorst.

  • Jennifer heeft niet dorst.

  • Jennifer heeft dorst niet.

Explicação

Questão 3 de 20

1

Welke zin is correct?
(Lisa is blij.)

Selecione uma das seguintes:

  • Lisa is niet blij.

  • Lisa is geen blij.

  • Lisa is blij niet.

Explicação

Questão 4 de 20

1

Welke zin is correct?
(Jullie zijn sympathiek.)

Selecione uma das seguintes:

  • Jullie zijn niet sympathiek.

  • Jullie zijn geen sympathiek.

  • Jullie zijn sympathiek niet.

Explicação

Questão 5 de 20

1

Welke zin is correct?
(Heb jij een zus?)

Selecione uma das seguintes:

  • Heb jij geen zus?

  • Heb jij niet zus?

  • Heb jij een zus niet?

Explicação

Questão 6 de 20

1

Welke zin is correct?
(Bernard koopt een pen.)

Selecione uma das seguintes:

  • Bernard koopt geen pen.

  • Bernard koopt niet een pen.

  • Bernard koopt een pen niet.

Explicação

Questão 7 de 20

1

Welke zin is correct?
(Helene leest een boek.)

Selecione uma das seguintes:

  • Helene leest geen boek.

  • Helene leest niet een boek.

  • Helene niet leest een boek.

Explicação

Questão 8 de 20

1

Welke zin is correct?
(Is Catherine timide?)

Selecione uma das seguintes:

  • Is Catherine niet timide?

  • Is Catherine geen timide?

  • Is niet Catherine timide?

Explicação

Questão 9 de 20

1

Welke zin is correct?
(We zijn moe.)

Selecione uma das seguintes:

  • We zijn niet moe.

  • We zijn geen moe.

  • We zijn moe niet.

Explicação

Questão 10 de 20

1

Welke zin is correct?
(Het zijn studenten.)

Selecione uma das seguintes:

  • Het zijn geen studenten.

  • Het zijn niet studenten.

  • Het zijn studenten niet.

Explicação

Questão 11 de 20

1

Welke zin is correct?
(Guy drinkt thee.)

Selecione uma das seguintes:

  • Guy drinkt geen thee.

  • Guy drinkt niet thee.

  • Guy drinkt thee niet.

Explicação

Questão 12 de 20

1

Welke zin is correct?
(Anca schrijft een brief.)

Selecione uma das seguintes:

  • Anca schrijft geen brief.

  • Anca schrijft niet brief.

  • Anca schrijft niet een brief.

Explicação

Questão 13 de 20

1

Welke zin is correct?
(Arnaud rookt een sigaret.)

Selecione uma das seguintes:

  • Arnaud rookt geen sigaret.

  • Arnaud rookt niet sigaret.

  • Arnaud rookt een sigaret niet.

Explicação

Questão 14 de 20

1

Welke zin is correct?
(Mijn zus is gescheiden.)

Selecione uma das seguintes:

  • Mijn zus is niet gescheiden.

  • Mijn zus is geen gescheiden.

  • Mijn zus is gescheiden niet.

Explicação

Questão 15 de 20

1

Welke zin is correct?
(Heeft ze kinderen?)

Selecione uma das seguintes:

  • Heeft ze geen kinderen?

  • Heeft ze niet kinderen?

  • Heeft ze kinderen niet?

Explicação

Questão 16 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ze leest haar e-mails.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ze leest haar e-mails niet.

  • Ze leest haar geen e-mails.

  • Ze leest geen haar e-mails.

Explicação

Questão 17 de 20

1

Welke zin is correct?
(Hij spreekt.)

Selecione uma das seguintes:

  • Hij spreekt niet.

  • Hij spreekt geen.

  • Hij niet spreekt.

Explicação

Questão 18 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ana spreekt Arabisch.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ana spreekt geen Arabisch.

  • Ana spreekt niet Arabisch.

  • Ana spreekt Arabisch niet.

Explicação

Questão 19 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ahmet spreekt goed Turks.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ahmet spreekt niet goed Turks.

  • Ahmet spreekt goed geen Turks.

  • Ahmet spreekt goed Turks niet.

Explicação

Questão 20 de 20

1

Welke zin is correct?
(De kinderen hebben huisdieren.)

Selecione uma das seguintes:

  • De kinderen hebben geen huisdieren.

  • De kinderen hebben niet huisdieren.

  • De kinderen hebben huisdieren niet.

Explicação

Questão 21 de 20

1

Welke zin is correct?
(De les is interessant!)

Selecione uma das seguintes:

  • De les is niet interessant!

  • De les is geen interessant!

  • De les is interessant niet!

Explicação

Questão 22 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ga jij met de bus?)

Selecione uma das seguintes:

  • Ga jij niet met de bus?

  • Ga jij met de bus niet?

  • Ga jij met geen bus?

Explicação

Questão 23 de 20

1

Welke zin is correct?
(Dit is onze tante.)

Selecione uma das seguintes:

  • Dit is niet onze tante.

  • Dit is geen onze tante.

  • Dit is onze geen tante.

Explicação

Questão 24 de 20

1

Welke zin is correct?
(Mijn broer heeft een vriendin.)

Selecione uma das seguintes:

  • Mijn broer heeft geen vriendin.

  • Mijn broer heeft niet een vriendin.

  • Mijn broer heeft een vriendin niet.

Explicação

Questão 25 de 20

1

Welke zin is correct?
(We drinken koffie met melk.)

Selecione uma das seguintes:

  • We drinken geen koffie met melk.

  • We drinken koffie met geen melk.

  • We drinken niet koffie met melk.

Explicação

Questão 26 de 20

1

Welke zin is correct?
(Het is twee uur.)

Selecione uma das seguintes:

  • Het is geen twee uur.

  • Het is niet twee uur.

  • Het is twee uur niet.

Explicação

Questão 27 de 20

1

Welke zin is correct?
(Cato is veertien jaar oud.)

Selecione uma das seguintes:

  • Cato is geen veertien jaar oud.

  • Cato is niet veertien jaar oud.

  • Cato is veertien jaar niet oud.

Explicação

Questão 28 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ik apprecieer dat soort muziek.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ik apprecieer dat soort muziek niet.

  • Ik apprecieer dat soort geen muziek.

  • Ik apprecieer geen dat soort muziek.

Explicação

Questão 29 de 20

1

Welke zin is correct?
(Isabelle heeft tijd.)

Selecione uma das seguintes:

  • Isabelle heeft geen tijd.

  • Isabelle heeft niet tijd.

  • Isabelle heeft tijd niet.

Explicação

Questão 30 de 20

1

Welke zin is correct?
(Bent u nog klant?)

Selecione uma das seguintes:

  • Bent u nog geen klant?

  • Bent u nog niet klant?

  • Bent u niet nog klant?

Explicação

Questão 31 de 20

1

Welke zin is correct?
(Peter heeft gestudeerd.)

Selecione uma das seguintes:

  • Peter heeft niet gestudeerd.

  • Peter heeft geen gestudeerd.

  • Peter heeft gestudeerd niet.

Explicação

Questão 32 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ze hebben nog cd's van Jacques Brel.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ze hebben nog geen cd's van Jacques Brel.

  • Ze hebben nog niet cd's van Jacques Brel.

  • Ze hebben nog cd's van geen Jacques Brel.

Explicação

Questão 33 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ik sta op voor 8 uur.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ik sta niet op voor 8 uur.

  • Ik sta op niet voor 8 uur.

  • Ik sta op voor geen 8 uur.

Explicação

Questão 34 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ik vertrek om 6 uur.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ik vertrek niet om 6 uur.

  • Ik vertrek om geen 6 uur.

  • Ik vertrek om niet 6 uur.

Explicação

Questão 35 de 20

1

Welke zin is correct?
(Ik zie een kat.)

Selecione uma das seguintes:

  • Ik zie geen kat.

  • Ik zie een kat niet.

  • Ik zie niet kat.

Explicação