Chiara Roebben
Quiz por , criado more than 1 year ago

A Psychopathologie en psychiatrie Quiz sobre Psychopathologie en psychiatrie examenvragen, criado por Chiara Roebben em 18-05-2021.

1737
0
0
Chiara Roebben
Criado por Chiara Roebben aproximadamente 3 anos atrás
Fechar

Psychopathologie en psychiatrie examenvragen

Questão 1 de 102

1

Welk trio is niet juist?

Selecione uma das seguintes:

  • Conversie - niet met opzet - primaireziekte winst

  • Facitious disorders - met opzet - primaire ziektewinst

  • Malingering - niet met opzet - secundaire ziektewinst

  • Simulatie - met opzet - secundaire ziektewinst

Explicação

Questão 2 de 102

1

Een syndroom is een groep van samen optredende

Selecione uma das seguintes:

  • kernsymptomen

  • symptomen

  • symptomen die een causale samenhang kennen

  • symptomen die geen causale samenhang kennen

Explicação

Questão 3 de 102

1

Wie heeft volgens DSM-5 een depressie

Selecione uma das seguintes:

  • anhedonie, anorexie, sombere stemming, vroeg wakker worden, en
    zelfverwijten

  • anhedonie, sombere stemming, remming, en doodsgedachten

  • anhedonie, sombere stemming, anorexie, hallucinaties, doodswens

  • verminderde concentratie, doodsgedachten, agitatie, vermoeidheid, verminderde eetlust

Explicação

Questão 4 de 102

1

Een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPST) is in de praktijk vaak moeilijk van een bipolaire stoornis te onderscheiden. Welke van onderstaande uitspraken helpt bij de differentieel diagnose?

Selecione uma das seguintes:

  • impulsiviteit moet aan een BPST doen denken, niet aan een bipolaire stoornis

  • stemmingsschommelingen bij een BPST zijn vaker uitgelokt door interpersoonlijke stressfactoren

  • stemmingsschommelingen bij een bipolaire stoornis zijn vaker van korte duur, en kunnen zelfs meermaals daags optreden

  • stemmingsschommelingen bij een BPST zijn niet continu aanwezig. Er zijn langdurige klachtenvrije episodes; bij de bipolaire stoornis is dat door de aard van de aandoening niet het geval.

Explicação

Questão 5 de 102

1

Bij ouderen met hallucinaties wijzen een aantal kenmerken op een gunstigere prognose. Welke?

Selecione uma das seguintes:

  • het ontbreken van secundaire wanen

  • het multimodale karakter van de hallucinaties

  • een cognitieve achteruitgang

  • elk van bovenstaande

Explicação

Questão 6 de 102

1

Piet durft al geruime tijd het huis niet meer uit en durft al helemaal niet naar activiteiten zoals recepties. Hij piekert hier veel over en voelt zich depressief. Hij is bang dat hij op die gelegenheden paniekerig zal worden en dat zijn collegae dat zullen opmerken en hem ‘scheef zullen bekijken’. Met deze summiere gegevens is de meest waarschijnlijke diagnose

Selecione uma das seguintes:

  • agorafobie

  • Paniekstoornis

  • gegeneraliseerde angststoornis

  • sociale angststoornis

Explicação

Questão 7 de 102

1

Welke uitspraak is FOUT?

Selecione uma das seguintes:

  • Dwanghandelingen dienen om dwanggedachten te neutraliseren

  • In je hoofd dwangmatig de klinkers van woorden tellen is een dwanghandeling

  • De stellige overtuiging dat de kinderen verongelukken als je niet 24 gebedjes doet kan zowel een waan als een dwanggedachte zijn.

  • Bij OCD is sprake van ‘thought insertion’, het gevoel dat gedachten zijn ‘opgedrongen’.

Explicação

Questão 8 de 102

1

Welke uitspraak is JUIST

Selecione uma das seguintes:

  • Het medisch model van verslaving benadrukt de verantwoordelijkheid van de patiënt in het ontstaan en in de behandeling van een stoornis in het gebruik van middelen.

  • Novelty seeking is een beschermende temperamentsfactor voor het ontwikkelen van verslavingsgedrag

  • Gokverslaving is een misleidende term, want een gokverslaving is een impulscontrolestoornis, geen verslaving.

  • Tolerantie betekent dat eenzelfde dosis van een middel steeds minder effect heeft

Explicação

Questão 9 de 102

1

Welke uitspraak is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • Een acute stresstoornis, volgend op een trauma, voorspelt in hoge mate verdere psychiatrische problematiek

  • Dissociatieve symptomen komen zowel bij de acute stresstoornis als bij PTSS vaak voor.

  • Bij PTSS ervaren patiënten verwrongen cognities over wat hen is overkomen, maar hun zelfbeeld blijft bewaard.

  • De individuele reactie van het slachtoffer op een trauma is belangrijker dan de objectieve ernst van het trauma voor het al of niet ontwikkelen van PTSS.

Explicação

Questão 10 de 102

1

An fietst na haar werk naar de kruidenier vlakbij. Ze koopt 3 pakken koeken, een grote zak chips en een liter ijs, twee flessen chocolademelk, een pot zure augurken en een dikke blok kaas. Als ze thuis komt zet ze de TV aan en begint al die aankopen op te eten. Dit doet ze nagenoeg elke vrijdag, soms ook op andere dagen, en telkens gaat ze braken nadat ze alles op heeft. An is bang om bij te komen. De rest van de week eet An doorgaans erg weinig, maar af en toe verliest ze de controle over het lijnen en eet ze een grote hoeveelheid. Ze is in het laatste jaar erg afgevallen, en heeft nu al meerdere maanden geen maandstonden meer.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

Selecione uma das seguintes:

  • Anorexia nervosa, restrictieve type

  • Anorexia nervosa, gemengde type

  • Bulimia nervosa

  • Eetbuistoornis

Explicação

Questão 11 de 102

1

Wat zijn vitale symptomen?

Selecione uma das seguintes:

  • Gewichtsverlies en carbohydrate craving

  • Apathie en remming

  • dagschommeling en zware ledematen

  • Vroeger wakker en agitatie

Explicação

Questão 12 de 102

1

Kind maakt ruzie met broer en zus. Snel geïrriteerd en boos, daagt ook zelf uit. Minstens twee keer per week loopt situatie volledig uit de hand. Hij denkt dat ouders liever broer en zus zien en is snel jaloers. minstens 2x per week Geeft anderen de schuld.

Selecione uma das seguintes:

  • Periodieke explosieve stoornis

  • Normoverschrijdende stoornis

  • Oppositionele opstandige gedragsstoornis

  • Geen gedragsstoornis

Explicação

Questão 13 de 102

1

4. Vrouw is 37. Geen last tot 23 jaar, dan periode schommelend euforie, prikkelbaar. Collega’s zeggen ‘je lijkt wel speed genomen te hebben’, ze reageert kortaf, maar nooit klachten over werk. Er was geen arbeidsongeschiktheid. Hoort stemmen. Nu stemmingsstabilisator en geen last meer. Had last van interpersoonlijke stressoren. Welke diagnose?

Selecione uma das seguintes:

  • Bipolair 1

  • Bipolair 2

  • Cyclothymie

  • Borderline

Explicação

Questão 14 de 102

1

Ben doet minder dan hij aankan, veel spijt en schuld. Twee goede vrienden uit humaniora. Vermijd sociaal en emotioneel gevoelige situaties. Heeft ook al behandelingen gehad die niet veel gewerkt hebben. Na behandeling ziet hij in dat hij beter kan en start weer opleiding, kookt meer voor vrienden en gaat naar concert zonder probleem. Heeft nog geen vriendin, maar hij zegt dat dit niet zo lang meer zal duren.

Selecione uma das seguintes:

  • Afhankelijke persoonlijkheid

  • Vermijdende persoonlijkheid

  • Sociale angststoornis

  • GAS

Explicação

Questão 15 de 102

1

Man reageert niet, doelloze bewegingen, staren, heeft lang niet goed kunnen slapen, depressieve symptomen, psychotische symptomen, zegt herhaaldelijk ‘...’ (onzin)

Selecione uma das seguintes:

  • ECT goed, lorazepam klein effect op bewegingen en staren

  • ECT niet goed, lorazepam klein effect

  • ECT goed, lorazepam groot effect

  • ECT niet goed, lorazepam groot effect

Explicação

Questão 16 de 102

1

CAGE-zinnen: wat klopt niet?

Selecione uma das seguintes:

  • cut-down: heb je al gedacht dat je moet minderen?

  • annoyed: door opmerkingen van anderen

  • guilty: door iets dat je gedaan had onder invloed

  • eye-opener: zich niet meer herinneren wat gedaan wanneer dronken

Explicação

Questão 17 de 102

1

Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (Kappa): in welk duo was het eerste een hoge kappa en het tweede een lage?

Selecione uma das seguintes:

  • PTSS - borderline

  • Uitgebreide NCS - schizofrenie

  • Uitgebreide NCS - depressie

  • PTSS - uitgebreide NCS

Explicação

Questão 18 de 102

1

Stress verhoogt kans op depressie. Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • Volgens Caspi-studie enkel met genetische voorbeschiktheid

  • Ook na vroege kinder stresservaring

  • Cortisolsecretie vermindert

  • door minder neurogenese

Explicação

Questão 19 de 102

1

Meisje heeft slechte band met vrienden en ouders. ‘s Avonds komen beelden uit verleden terug waar ze angstig van wordt. Ze vermijdt deze en wil niet gaan slapen. Wat is meest juist?

Selecione uma das seguintes:

  • Reactieve hechtingsstoornis

  • PTSS

  • Trauma-ontwikkelingsstoornis

Explicação

Questão 20 de 102

1

Wat gaat eerder achteruit bij normale veroudering?

Selecione uma das seguintes:

  • Werkgeheugen

  • Sensorieel geheugen

  • abstract redeneren

  • proceduraal geheugen

Explicação

Questão 21 de 102

1

Wat is geen reden dat depressie stijgt gedurende adolescentie?

Selecione uma das seguintes:

  • zoekt minder steun bij ouders en staat er alleen voor

  • problemen adolescentie, seksualiteit en genderdysforie

  • Genetische voorbeschiktheid voor depressie stijgt met leeftijd

  • Limbisch systeem ontwikkelt eerder dan fronto-temporale kwab

Explicação

Questão 22 de 102

1

Oudere man (80j) binnengebracht door dochter na val. Gekend hartproblemen en visusstoornis en ziet vleermuizen ook overdag. Dochter geeft geheugenproblemen aan, man kan na enkele pogingen drie items onthouden. Blijkt helder bij test.

Selecione uma das seguintes:

  • Milde cognitieve stoornis: Lewy body

  • Acute psychose

  • Delier

  • D. Syndroom van Charles

Explicação

Questão 23 de 102

1

Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • Bij anorexia sterft 15% aan complicaties, de meerderheid sterft door suïcide

  • Overmatige bezorgdheid ouders in vroege kindertijd

  • Depressie en … verklaren door gewichtsverlies

  • Pica is symptoom van bij schizofrenie

Explicação

Questão 24 de 102

1

Three steps model suicide aanvullen: wat is niet juist, volgorde maakt niet uit

Selecione uma das seguintes:

  • aanleg - trauma - kennis van middelen

  • aanleg - hoge pijndrempel - apotheker

  • impulsiviteit - automutilatie - geweer thuis

  • impulsiviteit - misbruik - anesthesist

Explicação

Questão 25 de 102

1

Welke volgorde is juist in hervalketen?:

Selecione uma das seguintes:

  • Hoog risicovolle situatie - PIG -SOB

  • PIG - hoog risicovolle situatie - SOB

  • SOB - PIG - hoog risicovolle situatie

  • PIG - schijnbaar onschuldige beslissing - hoog risicovolle situatie

Explicação

Questão 26 de 102

1

Wat klopt?

Selecione uma das seguintes:

  • Bloedfobie evolueert vaak naar fobie om flauw te vallen

  • 1Symptomen paniekaanval door verandering in bloedgassen

  • bloedfobie en hyper-arousal gaan niet samen

  • Mannen en vrouwen evenveel fobieën

Explicação

Questão 27 de 102

1

Welke criteria worden gebruikt in DSM voor ernst van autisme?

Selecione uma das seguintes:

  • hoeveel symptomen

  • hoeveel ondersteuning ze nodig hebben

  • welke leeftijd het begin

  • gerelateerde stoornissen (bv. cognitieve beperking)

Explicação

Questão 28 de 102

1

Casus jongen 18 jaar. Toen hij klein was op rapport commentaar dat hij concentratieproblemen had maar toch altijd goede punten. Later steeds meer problemen met aandacht. Hij gaat naar psychiater en die neemt een vragenlijst af. De jongen scoort 5 symptomen op hyperactiviteit en 3 symptomen op aandachtstekort. Voldoet hij aan de voorwaarden van ADHD?

Selecione uma das seguintes:

  • Ja, hij voldoet aan voldoende criteria voor zijn leeftijd

  • Ja, hij krijgt de diagnose ondanks te weinig symptomen, omdat hij de diagnose nodig heeft

  • Nee, hij voldoet niet aan voldoende criteria voor zijn leeftijd

  • Nee, hij functioneerde als kind goed

Explicação

Questão 29 de 102

1

Wat behoort niet tot negatieve symptomen?

Selecione uma das seguintes:

  • agnosie

  • avolitie

  • anhedonie

  • alogie

Explicação

Questão 30 de 102

1

EE, welke stelling is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • is één van de oorzaken van schizofrenie

  • verhoogt kans op herval enkel bij veel contact

  • men checkt dit met Camberwell Family Interview

  • komt ook voor bij hulpverlening

Explicação

Questão 31 de 102

1

Bij adoptie voor 6 maanden verbetering op verschillende vlakken, maar adoptie na 6 maand zorgt NIET voor problemen op de leeftijd van jongvolwassene bij:

Selecione uma das seguintes:

  • symptomen autisme

  • symptomen ADHD

  • intelligentie

  • ongeremde hechtings(sociale contact-)stoornis

Explicação

Questão 32 de 102

1

Bij autisme 3 kenmerken (A), welke hoort hier niet bij?

Selecione uma das seguintes:

  • sociale wederkerigheid

  • non-verbaal

  • begrijpen en onderhouden van relaties

  • taal en echolalie

Explicação

Questão 33 de 102

1

Wat is geen voorbeeld van een coprofenomeen?

Selecione uma das seguintes:

  • middelvinger opsteken

  • overmatig vloeken bij frustratie

  • schelden in midden zin

  • mensen uitschelden

Explicação

Questão 34 de 102

1

Wat klopt ivm ADHD?

Selecione uma das seguintes:

  • Hyperactiviteit is het hoogste in Kleutertijd

  • in de lagere school vooral het gecombineerde type

  • aandacht def over al de leeftijden meeste voorkomende type

  • Hyperactiviteit daalt naarmate men ouder wordt

Explicação

Questão 35 de 102

1

DSM-V verm-liet het meerassige stelsel. Dit is jammer voor kinderpsychiatrie

Selecione uma das seguintes:

  • De IV-as psychosociale en omgevingsstoornissen is weg

  • De IV-as psychosociale en omgevingsstoornissen is weg, maar kan bij de V-codes nog aangegeven worden

  • De as is weg, maar vervangen door een eerste en enigste as net zoals as 2.

Explicação

Questão 36 de 102

1

Man verward aan station. Zei dat politieke krachten hem hebben overgenomen. Hij kan niet eten, een deel van zijn maag is al weg, straks ook de rest.
Stelling 1: betrekkingswanen en nihilistische wanen
Stelling 2: waan is stemmingscongruent en diagnose van psychotische depressie nagaan
Stelling 3: hersenscan nodig om hersentumor uit te sluiten

Selecione uma das seguintes:

  • 1+2 juist, 3 fout

  • 1+3 juist, 2 fout

  • 2+3 juist, 1 fout

Explicação

Questão 37 de 102

1

vraag over impulsiviteit? Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • Onderscheidt borderline van bipolaire II stoornis

  • Daalt met adolescentie

  • hoort bij hoge psychoticisme

Explicação

Questão 38 de 102

1

Wat is ACE?

Selecione uma das seguintes:

  • alle negatieve gebeurtenissen die kinderen kunnen meemaken in hun jeugd

  • mechanisme dat neg geb in jeugd leiden tot psych en somat

  • een tiental negatieve gebeurtenissen, onder andere complex trauma, die kinderen kunnen meemaken

  • alle typen van kindermishandeling die voor kunnen komen op kinderleeftijd

Explicação

Questão 39 de 102

1

Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • de overtuiging dat als je niet 24 keer een gebedje doet dat dan kinderen sterven kan zowel een waan zijn als een obsessie

  • bij OCD is er thought insertion, het gevoel dat de gedachten opgedrongen zijn

  • Dwangmatig alle klinkers tellen tijdens een gesprek is een dwanghandeling

  • Dwanghandelingen neutraliseren dwanggedachten

Explicação

Questão 40 de 102

1

Welke is juist?

Selecione uma das seguintes:

  • Bij SSS altijd lichamelijk symptoom op de voorgrond

  • Bij conversiestoornis geen (duidelijke) psychologische oorzaak

  • De symptomen zijn er om niet om te moeten gaan met innerlijke problemen, wat een primaire ziektewinst is

  • Iets met geen lichamelijke verklaring voor lich waarneming/symptoom

Explicação

Questão 41 de 102

1

Wat helpt niet als gedrag ouder tegen ptss kind

Selecione uma das seguintes:

  • Diep in en uit ademen

  • zonder iets te zeggen vastpakken

  • orde proberen te creëren

  • overlopen wat er gebeurd of gezegd is en enkele keren herhalen

Explicação

Questão 42 de 102

1

Selectief mutisme heette in DSM4 ‘electief mutisme’, waarom is dit aangepast?

Selecione uma das seguintes:

  • leek alsof de kinderen deze angststoornis zelf kozen

  • leek alsof de kinderen zelf kozen niet te praten

  • kinderen kunnen zelf kiezen waar en tegen wie ze praten

  • geeft aan dat het iets serieus/speciaal is ofzoiets

Explicação

Questão 43 de 102

1

Vraag over angststoornis & agorafobie (58 jarige vrouw?) Ze is bang voor nieuwe paniekaanvallen,

Selecione uma das seguintes:

  • heeft anticipatie-angst en agorafobie ontwikkelt ongewoon laat

  • heeft anticipatie-angst en agorafobie ontwikkelt niet ongewoon laat

  • heeft geen anticipatie-angst en agorafobie ontwikkelt niet ongewoon laat

  • heeft geen anticipatie-angst en agorafobie ontwikkelt ongewoon laat

Explicação

Questão 44 de 102

1

Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • STAR*D toont dat bij ⅓ AD werkt

  • ECT, TMS en diepe hersenstimulatie alleen onder volledige narcose

  • serotonerge medicatie bij depressie met angst

Explicação

Questão 45 de 102

1

Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen komen vaak samen voor, welke reden is fout

Selecione uma das seguintes:

  • linkage

  • pleiotropy

  • ouders met deze genen zoeken elkaar op (soort zoekt soort)

  • verstoorde hersenverbindingen van de ene stoornis zorgen voor verstoorde hersenverbindingen in de andere

Explicação

Questão 46 de 102

1

Iemand doet ernstige depressieve episode, nog geen (hypo)manie, wat verhoogt de kans op een latere diagnose van bipolaire stoornis?

Selecione uma das seguintes:

  • leeftijd < 25 -psychotische symptomen - plots begin

  • leeftijd < 25 -psychotische symptomen - langdurig begin

  • leeftijd < 25 -geen psychotische symptomen

  • leeftijd > 30 -psychotische symptomen - plots begin

Explicação

Questão 47 de 102

1

Wat is fout over complexe trauma’s?

Selecione uma das seguintes:

  • Subtype van Trauma type 2

  • Komt voor binnen hechtingsrelaties

  • geen categorie in DSM 5

  • Is een trauma dat uitgesteld naar boven komt

Explicação

Questão 48 de 102

1

‘Schoolweigering is functioneel’, wat wilt dit zeggen?

Selecione uma das seguintes:

  • Er is steeds een onderliggende stoornis aanwezig

  • Omwille van angst op school vermijden of problemen thuis proberen controleren

  • iets proberen veranderen op school

  • schoolweigering is symptoom, geen stoornis op zich

Explicação

Questão 49 de 102

1

Is er ziekte-inzicht bij dwangstoornis?

Selecione uma das seguintes:

  • Meestal wel, in uitzonderlijke gevallen geen ziekte-inzicht

  • geen ziekte-inzicht, is een deel van diagnose

  • wel ziekte-inzicht, is een deel van diagnose

  • meestal geen ziekte-inzicht, in uitzonderlijke gevallen wel

Explicação

Questão 50 de 102

1

wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • Als twee beoordelaars op dezelfde diagnose komen is het valide (RELIABILITY)

  • DSM III is prototypisch en polythetisch

  • Meyer → psychobiologische theorie (TEGEN KRAEPELIN)

Explicação

Questão 51 de 102

1

reactieve hechtingsstoornis, wat is juist??

Selecione uma das seguintes:

  • gaat gepaard met een zorgelijke gewetensontwikkeling

  • onverklaarbare prikkelbare stemming

  • symptomen voor de leeftijd van 9 maanden

  • Te familiair met vreemden

Explicação

Questão 52 de 102

1

wat is niet waar ivm autisme

Selecione uma das seguintes:

  • alleen genetische en neurobiologische factoren

  • kinderen met autisme hebben vaak problemen met eten

  • Alle subtypes van ASS zijn uit DSM V verdwenen

Explicação

Questão 53 de 102

1

wat is waar over autisme

Selecione uma das seguintes:

  • spelen zelden symbolisch spel

  • Goede remote memory

  • Echolalie komt vaak voor bij autisme en het is een pathognomisch kenmerk van autisme

  • Alle bovenstaande

Explicação

Questão 54 de 102

1

verschil reguliere en forensische psychiatrie

Selecione uma das seguintes:

  • risicotaxatie

  • werken vanuit hulpvraag en lijdensdruk

  • werken aan post - traumatisch stress stoornis van client

  • alle bovenstaande zijn even belangrijk

Explicação

Questão 55 de 102

1

conclusie van STAR*D onderzoek

Selecione uma das seguintes:

  • geen verschil in werking verschillende antidepressiva

  • geen verschil werking klassen AD

  • geen verschil tss AD en CBT(?)

  • Alle bovenstaande

Explicação

Questão 56 de 102

1

wat past niet in het rijtje

Selecione uma das seguintes:

  • Parafilie - periodieke explosieve stoornis

  • Pyromanie - trichotillomanie

  • Parafilie - pyromanie

  • Pyromanie - kleptomanie

Explicação

Questão 57 de 102

1

wat is waar over DMDD

Selecione uma das seguintes:

  • moet voor het 10de levensjaar aanwezig zijn

  • voorloper van bipolaire stoornis bij kinderen

  • minstens vijf keer per week woedeuitbarstingen

Explicação

Questão 58 de 102

1

welke kritiek is fout geciteerd

Selecione uma das seguintes:

  • categorisatie zorgt voor het voorkomen van comorbiditeit

  • onbetrouwbaarheid van het ziekteconcept

  • biologische afwijkingen moeten aangetoond kunnen worden

  • Diagnose obv (politieke) overeenkomst

Explicação

Questão 59 de 102

1

Wat is er waar over een winterdepressie?

Selecione uma das seguintes:

  • reageert goed op lichttherapie en men heeft meer zin in zoet

  • reageert niet op lichttherapie en men heeft minder honger

  • reageert goed op lichttherapie en men heeft minder honger

  • reageert niet goed op lichttherapie en men heeft meer zin in zoet

Explicação

Questão 60 de 102

1

wat is er waar over PTSS bij kinderen

Selecione uma das seguintes:

  • volgt steeds op schokkende gebeurtenis

  • is leeftijd specifiek en niet pathologisch

  • is vaker geassocieerd met niet kunnen reguleren van agressie en negatieve emoties

  • alle bovenstaande

Explicação

Questão 61 de 102

1

wat is fout

Selecione uma das seguintes:

  • pica is een symptoom bij schizofrenie

  • 15% sterftecijfer AN, waarvan de meerderheid door suïcide

Explicação

Questão 62 de 102

1

Dyscalculie

Selecione uma das seguintes:

  • Specifieke leerstoornis met neurobiologisch basis

  • Komt niet vaker voor met ADHD dan op basis van toeval verwacht kan worden, in tegenstelling tot dyslexie

  • prevalentie van minder dan 1%

  • patient is slecht in rekenformules etc, maar kan wel tellen of zoiets

Explicação

Questão 63 de 102

1

orden de prevalentie van laag naar hoog (kinderen): depressie, autisme, ADHD, angststoornissen

Selecione uma das seguintes:

  • autisme, depressie, ADHD, angststoornis

  • autisme, depressie, angststoornis, ADHD

  • depressie, autisme, angststoornis, ADHD

  • depressie, autisme, ADHD, angststoornis

Explicação

Questão 64 de 102

1

experiment met stipdetectie

Selecione uma das seguintes:

  • angstige mensen zijn algemeen sneller als er een bedreigende stimuli is

  • Angstige mensen zijn altijd trager als er een neutrale stimuli is

  • Angstige mensen zijn trager als er een stip staat op de plaats waar de neutrale stimuli stond

  • Laag angstige mensen zijn altijd sneller omdat ze niet vertraagd worden door angst

Explicação

Questão 65 de 102

1

aandachtstekort bij ADHD

Selecione uma das seguintes:

  • niet genoeg aandacht voor willekeurige taak

  • selectieve aandacht

  • onvermogen om aandacht lang genoeg vol te houden

Explicação

Questão 66 de 102

1

Wat is er fout over impulsiviteit

Selecione uma das seguintes:

  • impulsiviteit onderscheidt BorderlinePersoonlijkheidsStoornis van bipolaire stoornis

  • impulsiviteit neemt bij BPS af naarmate ouder worden

  • impulsiviteit is een teken van psychoticisme

Explicação

Questão 67 de 102

1

verschil trichitillomanie en OCD

Selecione uma das seguintes:

  • aangenaam gevoel

  • verminderd de angst

  • komt herhaaldelijk voor

  • urge komt vooraf

Explicação

Questão 68 de 102

1

casus van Jos die kevers zag en deze kever probeerde dood te meppen op tafel. Hij was niet bang van de kevers. Huisdokter dacht dat hij parkinson had, geheugen leek op het eerste zicht intact, opvallend was de wisselende aandacht. Was de laatste weken een paar keer gevallen en had een atactische gang

Selecione uma das seguintes:

  • NCS: Lewy - bodies

  • NCS: Alzheimer

  • NCS: prefrontale dementie

  • Delier

Explicação

Questão 69 de 102

1

wat is fout

Selecione uma das seguintes:

  • kinderen met dwanghandelingen hebben in de helft van de gevallen geen dwanggedachten

  • obessies en compulsies opvallend en snel herkend door omgeving

Explicação

Questão 70 de 102

1

meisje met verkeersongeval

Selecione uma das seguintes:

  • dissocieert en meer kans op PTSS

  • dissocieert en maakt dus minder kans op PTSS

  • dissocieert en heeft dus een dissociatiestoornis

Explicação

Questão 71 de 102

1

welke stelling is juist?

Selecione uma das seguintes:

  • als ouderen multi modale hallucinaties hebben heeft dit een ongunstigere prognose

  • bij visusstoornis geven secundaire wanen als verklaring voor hallucinaties een gunstige prognose

  • Als ouderen hallucinaties kunnen verklaren aan de hand van realistische wanen is er een gunstigere prognose

Explicação

Questão 72 de 102

1

verstoorde realiteitsbeleving

Selecione uma das seguintes:

  • Morfodysfore stoornis en OCD

  • Manie en OCD

  • anorexia en depressie

  • allemaal

Explicação

Questão 73 de 102

1

delier toestandsbeeld

Selecione uma das seguintes:

  • plots, hallucinaties, helder bewustzijn

  • plots, illusies, verstoorde waarneming van de omgeving

  • progressief, agitatie, hallucinatie, wisselend bewustzijn

Explicação

Questão 74 de 102

1

wat gaat bij gezond ouder worden achteruit?

Selecione uma das seguintes:

  • episodisch geheugen

  • proceduraal geheugen

  • abstract denken

Explicação

Questão 75 de 102

1

wat is correct?

Selecione uma das seguintes:

  • ticstoornissen zijn onafhankelijk van situatie

  • ticstoornissen nemen af na volwassenheid

  • ticstoornissen zijn het ergst aanwezig tussen 9 en 11 jaar

Explicação

Questão 76 de 102

1

avolitie

Selecione uma das seguintes:

  • gebrek aan initiatief nemen

  • gebrek aan lust

  • weinig eten

Explicação

Questão 77 de 102

1

wat doet een psychiater?

Selecione uma das seguintes:

  • multi - informant methode en daarna een behandeling, rekening houden met de verschillende paradigma’s

  • de psychiater staat enkel in voor integreren van informatie

  • de psychiater verzamelt zo veel mogelijk informatie

Explicação

Questão 78 de 102

1

wat is waar

Selecione uma das seguintes:

  • bij een conversiestoornis moeten er altijd psychologische factoren in het spel zijn

  • bij CVS klachten is er meestal een patroon van vermoeidheid en pijn

  • bij een somatische symptoomstoornis staat een lichamelijk symptoom altijd op de voorgrond

Explicação

Questão 79 de 102

1

Psychopathe persoonlijkheidskenmerken:

Selecione uma das seguintes:

  • kunnen niet optreden vanaf de leeftijd van 15 jaar

  • zijn een goede voorspeller voor agressie in de toekomst

Explicação

Questão 80 de 102

1

Wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • een man die de dokter, de verpleegster en de assistenten als één en dezelfde persoon ziet heeft Capgras

  • de categorieën van ASS zijn in de DSM V allemaal verwijderd

Explicação

Questão 81 de 102

1

bipolaire stoornis & borderline

Selecione uma das seguintes:

  • borderline episodes duren korter & meer interpersoonlijk stress bij borderline

  • borderline episodes duren langer & meer interpersoonlijk stress bij borderline

  • borderline episodes duren korter & minder interpersoonlijke stress bij borderline

  • borderline episodes duren langer & minder interpersoonlijke stress bij borderline

Explicação

Questão 82 de 102

1

winterdepressie

Selecione uma das seguintes:

  • Meer slaap

  • Veel zoet

  • Lichttherapie

  • Allemaal

Explicação

Questão 83 de 102

1

man met vleermuizen, atactische gang, valt vaak, helder en alert, slecht geheugen

Selecione uma das seguintes:

  • Charles Bonnet

  • Acute (Schizofrene) psychose

  • Lewy

  • Delier

Explicação

Questão 84 de 102

1

Wat betekent avolitie?

Selecione uma das seguintes:

  • gebrek aan initiatief nemen

  • lusteloos zijn

  • niet op betekenis van woord kunnen komen

Explicação

Questão 85 de 102

1

schema gehechtheid en depressie toont:

Selecione uma das seguintes:

  • multifinaliteit

  • equifinaliteit

  • transactionele processen

Explicação

Questão 86 de 102

1

multifinaliteit betekent:

Selecione uma das seguintes:

  • een oorzaak leidt tot verschillende psychiatrische beelden

  • een psychiatrisch beeld leidt tot verschillende symptomen

  • verschillende oorzaken leiden tot 1 psychiatrisch beeld

Explicação

Questão 87 de 102

1

ADHD diagnose nodig:
a) komt niet overeen met de ontwikkeling
b) beperkingen in functioneren/dagelijks leven in beroepscontext, schoolcontext of gezinscontext.
c) diagnose moet voor 7 jaar gebeuren

Selecione uma das seguintes:

  • a + b

  • B + C

  • a + c

  • a + b + c

Explicação

Questão 88 de 102

1

meisje van 10 jaar bij psychiater. Welke diagnose meeste kan rekening houden met de leeftijd van onset?

Selecione uma das seguintes:

  • ADHD

  • depressie

  • Anorexia nervosa

  • angststoornis

Explicação

Questão 89 de 102

1

welke stelling is fout ivm suïcide

Selecione uma das seguintes:

  • mannen meer suïcide want hebben meer depressie en gebruiken dodelijkere methodeni

  • in detail praten over suicide plannen is

  • suïcide in media kan factor zijn

Explicação

Questão 90 de 102

1

ivm egosyntoon

Selecione uma das seguintes:

  • enkel impulsiviteit en drang is egosyntoon

  • OCD, impulsiviteit en drang kunnen egosyntoon zijn

  • enkel impulsiviteit en dwang zijn egosyntoon

  • enkel dwang en drang zijn egosyntoon

Explicação

Questão 91 de 102

1

kind van 10 jaar oud met autisme diagnose gekregen op leeftijd van 3 jaar, schoolweigering, angst van moeder weggaan, hoofdpijn, ... nerveuzer,
a) separatie-angst
b) niks, want is normaal voor deze leeftijd
c) trauma nagaan

Selecione uma das seguintes:

  • a + b

  • a + c

  • b + c

  • a + b + c

Explicação

Questão 92 de 102

1

reden waarom in DSM-V de subtypering van ASS weg

Selecione uma das seguintes:

  • onderscheiding maken tussen andere neuro-ontwikkelingsstoornissen

  • geen neurologische evidentie gevonden voor verschil tussen subtypes

  • vroeger kliniek waar je ging bepaalde diagnose

  • allemaal

Explicação

Questão 93 de 102

1

Patient met Lithiumbehandeling - wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • af en toe bloed laten nemen ter controle

  • tremor kan bijwerking zijn

  • lithium is profylactisch, maar werkt niet anti-depressief

  • Antidepressiva kunnen werken, maar genieten geen voorkeursbehandeling

Explicação

Questão 94 de 102

1

Welke uitspraak is correct ivm depressie

Selecione uma das seguintes:

  • minder bij kinderen dan bij jeugdigen

  • bij jongens en meisjes gelijk tijdens de lagere school en meisjes meer na puberteit

  • minder vaak dan dysthymie

  • steeds meer depressie bij kinderen owv echtscheidingen en eenoudergezinnen

Explicação

Questão 95 de 102

1

angststoornis

Selecione uma das seguintes:

  • hoge comorbiditeit maar secundair

  • In de kindertijd vooral separatieangst

Explicação

Questão 96 de 102

1

Welke combi is het meest juist bij een delirant toestandsbeeld?

Selecione uma das seguintes:

  • Plots, hallucinaties, helder bewustzijn

  • Plots, illusies, vervaagde omgeving ...

  • Progressief, ... ,...

  • Geen enkele

Explicação

Questão 97 de 102

1

Waarvoor gebruik je een vragenlijst?

Selecione uma das seguintes:

  • Kijken of de gestelde diagnose past bij de resultaten van de vragenlijst

  • Meten ernst van klachten

  • alle bovenstaande

Explicação

Questão 98 de 102

1

wat bekijk je bij de systematische observatie van cognitieve functies

Selecione uma das seguintes:

  • intelligentie, zelfwaarneming, suïcidaliteit

  • iets met denken, zelfwaarneming, aandacht en concentratie

  • iets met abstractie, wederkerigheid, bewustzijn

Explicação

Questão 99 de 102

1

ADHD wat is fout?

Selecione uma das seguintes:

  • ADHD en ASS kunnen niet samen voorkomen

  • mate van ernst wordt bepaald door hoeveelheid symptomen en de mate van disfunctioneren ofzoiets

  • disfunctioneren

  • 4 presentaties

Explicação

Questão 100 de 102

1

dyslexie: waarom jongens vaker hulp zoeken hiervoor?

Selecione uma das seguintes:

  • komt even veel voor bij meisjes en jongens maar gaat bij jongens vaker gepaard met gedragsstoornissen

  • omdat bij jongens meer aandacht wordt besteed aan schoolresultaten

  • komt minder vaak voor bij jongens, maar heeft ergere gevolgen

  • komt meer voor bij jongens dan bij meisjes

Explicação

Questão 101 de 102

1

wat is fout over manie?

Selecione uma das seguintes:

  • te veel emotieregulatie

  • te veel emotieperceptie

Explicação

Questão 102 de 102

1

iets met ontremd-sociale contactstoornis

Selecione uma das seguintes:

  • zwakke gewetensontwikkeling

  • ernst van de stoornis bepaald door de ernst van de deprivatie en niet zozeer door de zorg achteraf

  • Alle bovenstaande

Explicação