Infecties van de bovenste luchtwegen worden meestal veroorzaakt door .

Epidemiologisch doen infecties van de bovenste luchtwegen zich vaak in clusters voor. Dit past bij de oorsprong van deze infecties. Met uitzondering van door groep--streptococcen vertonen bacteriele infecties van de bovenste luchtwegen geen vergelijkbaar epidemiologisch patroon.

Klassieke verkoudheid (common cold) wordt meestal veroorzaakt door een . Als meer op de voorgrond staat dan rinitis, zijn de meest waarschijnlijke verwekkers adenovirussen of de bacterie Mycoplasma pneumoniae. Een rinitus gaat vaak gepaard met een . Behandeling is sympotomatisch: decongestie van het neusslijmvlies met en pijnstilling met paracetamol. Een langere duur (> 7 dagen) en een bifasich verloop van de klachten zijn suggesties voor een infectie.

Jongen (7 jaar) op poli met 39 C koorts en keelpijn. Bilateraal pijnlijk gezwollen halslymfeklieren, rode orofarynx en gezwollen tonsillen met punten etterig beslag. Geen rinitis, huiduitslag, lymfadenopathie elders of hepatosplenomegalie. Diagnose: .

De belangrijkste verwekker (10-15%) van faryngitis is de groep-A-streptokok (). Binding van antibiotica aan penicilin binding proteins in het membraan van streptokokken verstoort de synthese van peptidoglycaan, een blangrijke structuur van de . De virulentie van groep-A-streptokokken hangt af van:
- binding aan epitheelcellen (via lipoteichoïnezuur)
- secretie van (weefselschade)
- belemmering (door M-proteïnen en kapsel van hyaluronzuur)

Bewijs voor (= actute keelpijn) door groep-A-streptokokken is een positieve . Vaak bepaalt klinisch beeld differentiatie tussen groep-A-streptokokken en andere infecties: de kans op streptokokkeninfectie is het grootst als de symptomen beperkt zijn tot de en cervicale lymfeklieren.

Vrouw (30 jaar) krijgt plots koorts tot 40 C, spierpijn en hoofdpijn. Ze voelt zich vermoeid en blijft in bed. Ook verstopte neus, keelpijn en hoest. De koorts duurt 3-4 dagen en patiënte knapt in de loop van een week weer op.
Diagnose:

Antigene is de reden waarom het seizoensgriepvaccin regelmatig aangepast dient te worden. Antigene is een ingrijpender verandering die alleen bij influenza-A-virussen voorkomt waarbij voor de mens nieuwe virusvarianten ontstaan. Een belangrijk mengvat voor influenzavirussen zijn .

Jongen (14 maanden) is hangerig en huilt veel. Lichte T verhoging en grijpt vaak naar linkeroor. Lichte diarree. 's Nachts nemen symptomen toe. Twee dagen later ontstaat een loopoor en nemen symptomen af.
Diagnose:

Jongen (2 jaar) om 23.30 op EHBO. Ouders hoorden blafhoest en peuter ontwikkelde tridoreuze ademhaling. Ademfrequentie van 20/min en milde suprasternale trekkingen.
Diagnose: (ook wel genoemd)

De belangrijkste bacteriële verwekker van luchtweginfecties is .

Twee hoofdgroepen van ziekten door infectie met S. pneumoniae zijn:
1. ziekten -> met (=aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan). Bijvoorbeeld: meningitis, ernstige sepsis en pneumonie.
2. niet- ziekten -> spelen zich aan de slijmvliezen af: bovenste luchtwegingecties, (opvlammingen) van bronchitis en pneumonie zonder bacteriëmie.

Sepsis = ten gevolge van een

Streptococcus -> pneumonie, bronchitis, sinusitis, otitis media, meningitis

Streptococcus (groep A) -> faryngitis, roodvonk, erysipelas, pyodermie, acuut reuma, glomerulonefritis, toxische shocksyndroom.

Streptococcus (groep B) -> neonatale infecties, sepsis post partum, urineweginfecties

Streptococcus -> bacteriëmie, abcessen

Streptococcus -groep -> bacteriëmie, endocarditis

Welke antigene structuur van de pneumokok is tevens zijn belangrijkste virulentiefactor?
Antwoord: .

Virulentiefactoren van de pneumokok:
- (een hemolysine zie zorgt voor karakteristieke alfa-hemolyse en hemolytische anemie)
- (een enzym dat suikerstructuren afbreekt)
- oppervlakteproteïne A en een IgA- (breekt IgA op mucosa af).

X-thorax

Airway: vrij
Breating: infiltraat bovenkwab
Circulation: hart niet vergroot
Diafragma: niet te hoog/laag
External: botten ok
Foreign bodies: geen

Bij de mens ligt de normale pH-waarde van het bloed tussen de en .

Naast S. pneumoniae veroorzaken ook infecties met M. pneumoniae, L. pneumophila en C. pneumoniae longontstekingen. Een pneumonie door pneumokokken wordt behandeld met een . Dit werkt niet bij Mycoplasma, want die bacterie heeft geen .

Influenzavirussen binden aan receptoren op respiratoire epitheelcellen. spelen een belangrijke rol bij de verspreiding van influenzavirussen, omdat zij vaak een primaire infectie doormaken en nog geen specifieke immuniteit hebben ontwikkeld. Aviaire H5N1 virussen geven vaak een virale pneumonie omdat ze binden aan de 'aviaire' -galactsoe receptor in de longen (en niet in de bovenste luchtwegen aan ).

De meest voorkomende luchtweginfectie bij kinderen ná de common cold is acute

Kind + inspiratoire stridor + blafhoest =

Epiglottitis komt nauwelijks meer voor door de -vaccinatie

Jongen (5mnd) is sinds vier dagen verkouden met hoesten, dyspneu, tachypneu, weinig drinken, braken, T (38,2), neusvleugelen, intrekkingen, crepitaties en een verlengd piepend expirium.
Op thoraxfoto: overexpansie (laagstaand/afplatting diafragma).
Diagnose:

Palivizumab is humaan monoklonaal gericht tegen fusie-eiwit van het virus (). Het kan voor sommige risicogroepen worden ingezet aan het begin van het RSV-seizoen ter profylaxe van .

Meisje (9mnd), enkele weken geleden verkouden, nu plotselinge hoestbuien, met slijm en rood-blauw gezicht, braken. 'Ze blijft erin'. Lange gierende inspiratie.
Diagnose:
Verwekker:

Pathogenese pertussis:
1. van de trilhaardragende epitheelcellen in de luchtweg, middels fimbriae en .
2. van de bacterie bordetella pertussis en productie van toxines (zoals en ) die het slijmvlies beschadigen, leidend tot slijmstase en karakteristieke hoestbuien.

Sterfte ten gevolge van kinkhoest komt weinig voor en dan voornamelijk bij kinderen jonger dan maanden. Zuigelingen worden niet of nauwelijks beschermd door .

B. pertussis is gevoelig voor (= groep van antibiotica)