Marloes Steeg
Quiz por , criado more than 1 year ago

Hoofdstuk 7 Constante en Variabele kosten

134
2
0
Marloes Steeg
Criado por Marloes Steeg mais de 8 anos atrás
Fechar

Hoofdstuk 7 Constante en Variabele kosten

Questão 1 de 24

1

Variabele kosten kunnen agressief zijn.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 2 de 24

1

Grondstofkosten zijn nooit progressief variabel.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 3 de 24

1

Verkoopkosten kunnen niet progressief variabel zijn.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 4 de 24

1

De maximale productiecapaciteit is altijd groter dan de normale productie.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 5 de 24

1

De werkelijke bezettingsgraad kan groter zijn dan de normale bezettingsgraad

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 6 de 24

1

De werkelijke bezettingsgraad daalt als de productie daalt

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 7 de 24

1

De werkelijke productie is groter dan de normale productie.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 8 de 24

1

De gemiddelde constante kosten dalen als de productie groter wordt.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 9 de 24

1

Bij het berekenen van de integrale kostprijs moet je weten wat de normale productie is

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 10 de 24

1

De standaardfabricagekostprijs omvat uitsluitend de variabele kosten.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 11 de 24

1

C / N + V / W is de juiste berekening van de standaardkostprijs.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 12 de 24

1

Bij proportioneel variabele kosten is V / W een bedrag dat altijd hetzelfde is.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 13 de 24

1

Het constante kostentarief is gebaseerd op de werkelijke kosten

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 14 de 24

1

De commerciële kostprijs omvat zowel de kosten om het product te vervaardigen als de kosten
om het product te verkopen.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 15 de 24

1

De commerciële kostprijs is de som van de fabricagekostprijs en de winstopslag.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 16 de 24

1

De winstopslag als percentage van de verkoopprijs is kleiner dan de winstopslag als percentage
van de commerciële kostprijs.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 17 de 24

1

Winstopslag + verkoopkosten = commerciële kostprijs.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 18 de 24

1

Fabricagekostprijs + verkoopkosten + winstopslag = verkoopprijs.

Selecione uma das opções:

  • VERDADEIRO
  • FALSO

Explicação

Questão 19 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

Het variabele fabricagekostentarief is:

Selecione uma das seguintes:

  • €20

  • €50

  • €32,50

Explicação

Questão 20 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

De fabricagekostprijs is:

Selecione uma das seguintes:

  • €55

  • €75

  • €90

Explicação

Questão 21 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

De Commerciële kostprijs is:

Selecione uma das seguintes:

  • €15

  • €75

  • €90

Explicação

Questão 22 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

De verkoopkosten zijn

Selecione uma das seguintes:

  • €15,-

  • €90,-

  • €120,-

Explicação

Questão 23 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

De kostprijs van de verkopen is

Selecione uma das seguintes:

  • €322.500

  • €360.000

  • €387.00

Explicação

Questão 24 de 24

1

De directie van de onderneming Godefroot heeft voor 2011 de volgende kosten begroot:
– De verwachte productie en afzet zijn 4.300 producten Trapper.
– De normale productie en afzet zijn 4.000 producten Trapper.
– De constante fabricagekosten zijn € 220.000.
– De constante verkoopkosten zijn € 50.000.
– De variabele fabricagekosten zijn € 86.000.
– De variabele verkoopkosten zijn € 10.750.
– De verkoopwinst is 25% van de verkoopprijs.

De opbrengst van de verkopen is

Selecione uma das seguintes:

  • €129.000

  • €480.000

  • €516.000

Explicação