WEEK 1+2

Descrição

netwerken
Mevlüt Özdemir
Quiz por Mevlüt Özdemir, atualizado more than 1 year ago
Mevlüt Özdemir
Criado por Mevlüt Özdemir mais de 9 anos atrás
36
0

Resumo de Recurso

Questão 1

Questão
Alle hosts op het internet zijn met elkaar verbonden via routers ?
Responda
  • True
  • False

Questão 2

Questão
ISP (Internet Service Provider) bied:
Responda
  • verbindingen aan aan Hosts.
  • verbindingen aan aan andere ISP's.
  • verbindingen aan aan Hosts & andere ISP's.

Questão 3

Questão
ISP's doen aan peering omdat:
Responda
  • Ze geld willen besparen.
  • Ze administratie willen besparen.
  • Ze geld & administratie willen besparen.

Questão 4

Questão
Internet Exchange: faciliteert ISP's die willen peeren, door ze op een fysieke locatie met elkaar te verbinden.
Responda
  • True
  • False

Questão 5

Questão
Circuit Switching is een netwerktechniek om data te versturen over een netwerk.
Responda
  • True
  • False

Questão 6

Questão
Telefoonnetwerk maakt gebruik van:
Responda
  • Circuit Switching
  • Packet Switching
  • Circuit Switching & Packet Switching

Questão 7

Questão
Voor de verbinding bij Circuit Switching wordt:
Responda
  • Een flexibele hoeveelheid bandbreedte gereserveerd die gebruikt kan worden om data heen en weer te sturen.
  • Een vaste hoeveelheid bandbreedte gereserveerd die gebruikt kan worden om data heen en weer te sturen.
  • Geen bandbreedte gereserveerd.

Questão 8

Questão
Bij Circuit Switching blijft een verbinding bestaan tot:
Responda
  • Deze wordt verbroken.
  • Er geen data meer wordt verstuurd.

Questão 9

Questão
Wat zijn de voordelen van Circuit Switching:
Responda
  • De kwaliteit van de verbinding staat vast.
  • Het gaat efficiënt om met de beschikbare bandbreedte.
  • Het netwerk zorgt voor stabiele verbinding.

Questão 10

Questão
Wat zijn de nadelen van Circuit Switching:
Responda
  • Inefficiënt: als er teveel verbindingen zijn kan de bandbreedte opraken. En kan dan GEEN nieuwe verbindingen meer maken.
  • Het netwerk moet de staat van alle actieve verbindingen bijhouden.
  • De verbinding blijft bezet, ook al worden er geen gegevens overgedragen.

Questão 11

Questão
Packet Switching is techniek om data te versturen over het netwerk.
Responda
  • True
  • False

Questão 12

Questão
Bij Packet Switching wordt:
Responda
  • Data WEL over een gemaakte verbinding gestuurd.
  • Data NIET over een gemaakte verbinding gestuurd.

Questão 13

Questão
Packet Switching. Elk pakketje heeft een bestemming.
Responda
  • True
  • False

Questão 14

Questão
De route is voor elk pakketje hetzelfde.
Responda
  • True
  • False

Questão 15

Questão
Bij Packet Switching sturen de routers het pakketje steeds door naar een andere router die dichterbij de bestemming ligt.
Responda
  • True
  • False

Questão 16

Questão
Packet Switching gaat INEFFICIËNT om met de beschikbare bandbreedte.
Responda
  • True
  • False

Questão 17

Questão
Een nadeel van Packet Switching is: als er routers stuk gaan, kan het pakketje zijn bestemming niet bereiken.
Responda
  • True
  • False

Questão 18

Questão
Wat zijn de nadelen van Packet Switching:
Responda
  • Volgorde aankomst kan verschillen.
  • Geen garantie dat pakketjes aankomen.
  • Techniek is niet betrouwbaar.
  • Gaat inefficiënt om met bandbreedte.

Questão 19

Questão
Packet Drop betekend: als een router een pakketje niet kan doorsturen omdat de bandbreedte al vol zit, dan stuurt hij dit pakketje terug naar de afzender.
Responda
  • True
  • False

Questão 20

Questão
Om goed te kunnen communiceren over een netwerk zijn er meerdere protocollen nodig, dit zijn:
Responda
  • Protocollen om pakketjes te adresseren.
  • Protocollen om verbinding op te zetten.
  • Protocollen om pakketjes opnieuw te versturen als het pakketje niet aankomt.

Questão 21

Questão
Een netwerklaag biedt:
Responda
  • Service aan de laag ERONDER door gebruikt te maken van de service van de laag ERBOVEN.
  • Service aan de laag ERBOVEN door gebruik te maken van de service van de laag ERONDER.

Questão 22

Questão
Voordeel van het indelen in netwerklagen is: dat een protocol kan worden: ...... zonder dat de protocollen in de andere lagen hier rekening mee hoeven te houden.
Responda
  • verbeterd
  • vervangen
  • verbeterd / vervangen

Questão 23

Questão
Volgorde netwerklagen zijn:
Responda
  • Applicatielaag - Transportlaag - Netwerklaag - Datalinklaag - Fysiekelaag
  • Applicatielaag - Transportlaag - Datalinklaag - Netwerklaag - Fysiekelaag
  • Applicatielaag - Datalinklaag - Transportlaag - Netwerklaag - Fysiekelaag
  • Transportlaag - Datalinklaag - Applicatielaag - Netwerklaag - Fysiekelaag

Questão 24

Questão
Voorbeeld van applicatie laag is: HTTP & DNS
Responda
  • True
  • False

Questão 25

Questão
Voorbeeld(en) van Transportlaag is:
Responda
  • TCP
  • UDP
  • IP
  • DNS

Questão 26

Questão
Voorbeeld van Netwerklaag is:
Responda
  • IP
  • Ethernet
  • CAT5
  • DNS
  • Geen van bovengenoemde

Questão 27

Questão
Voorbeeld van Datalinklaag is Ethernet.
Responda
  • True
  • False

Questão 28

Questão
Voorbeeld van Fysiekelaag is DNS
Responda
  • True
  • False

Questão 29

Questão
Wat is encapsulatie ?
Responda
  • Netwerkprotocol neemt data van de laag ERBOVEN, plakt zijn eigen stukje data eraan en geeft het door aan de laag ERONDER. De ontvangende kant haalt zijn stukje data eraf en geeft het door aan de laag ERBOVEN.
  • Netwerkprotocol neemt data van de laag ERONDER, plakt zijn eigen stukje data eraan en geeft het door aan de laag ERBOVEN. De ontvangende kant haalt zijn stukje data eraf en geeft het door aan de laag ERONDER.

Questão 30

Questão
Socket wordt geïdentificeerd door:
Responda
  • Poortnummer en IP-adres
  • Poortnummer en DNS
  • IP-adres en DNS

Questão 31

Questão
Websites laden doen webbrowsers met:
Responda
  • HTTP protocol
  • DNS protocol
  • DHCP protocol
  • Geen van bovenstaande

Questão 32

Questão
Met de response code:
Responda
  • Kan de webserver aangeven of het verwerken wel of niet is gelukt.
  • Kan de webserver aangeven hoelang het duurt tot een webpagina is geladen.
  • Kan de webserver aangeven hoelang de ping is tussen computer en server.

Questão 33

Questão
Responses code 200 betekend:
Responda
  • Moved Permanently
  • Not Found
  • Internat Server Error
  • OK

Questão 34

Questão
Responses code 301 betekend: Not Found
Responda
  • True
  • False

Questão 35

Questão
Responses code 404 betekend: Internal Server Error.
Responda
  • True
  • False

Questão 36

Questão
Responses code 500 betekend:
Responda
  • OK
  • Not Found
  • Internal Server Error
  • Moved Permanently

Questão 37

Questão
Request method GET: haalt een bestand op.
Responda
  • True
  • False

Questão 38

Questão
Request method POST: plaatst een bestand.
Responda
  • True
  • False

Questão 39

Questão
Request method HEAD: haalt alleen header op.
Responda
  • True
  • False

Questão 40

Questão
Request method PUT: plaatst een bestand.
Responda
  • True
  • False

Questão 41

Questão
Met DNS (Domein Name Server) kan je opzoeken welke ip-adres bij welke netwerklaag hoort.
Responda
  • True
  • False

Questão 42

Questão
TIER 1,2 en 3 zijn Netwerkranden.
Responda
  • True
  • False

Questão 43

Questão
Onder netwerkrand hoort: thuisnetwerk.
Responda
  • True
  • False

Questão 44

Questão
Resolven = vertalen van de inhoud van packetjes naar teksten.
Responda
  • True
  • False

Questão 45

Questão
Tier 2 = lokale ISP.
Responda
  • True
  • False

Semelhante

SPORTS NOUNS
Miss Gaby Cardenas
IB Topic 6.2 Newton's Law of Gravitation - Lesson 3
Jeffrey Piggott
Week 1 netwerken
Ahmad Rahimi
dinamica 3
Bibiana Tapia
Usar a Internet
Helena Vieira
Quiz Helena
Helena Vieira
Revenue/Profit & Loss Statement
Rita Boyssmith
Digital india
srikarvaranasi