Questão 1
Questão
De meeste absorptie van vloeistoffen in het gastrointestinaal systeem vindt plaats in het colon.
Questão 2
Questão
Een acute diarree duurt korten dan ...
Responda
-
3 dagen
-
7 dagen
-
14 dagen
-
30 dagen
Questão 3
Questão
Zet op volgorde naar meest waarschijnlijke oorzaak van een acute diarree:
1. [blank_start]virus[blank_end]
2. [blank_start]bacterie[blank_end]
3. [blank_start]parasiet[blank_end]
4. [blank_start]non-infectieus[blank_end]
Responda
-
virus
-
bacterie
-
parasiet
-
non-infectieus
Questão 4
Questão
CASUS
* Dhr. Broekmans, 47 jaar, komt bij u met diarree. Hij heeft gisteren gebarbecued en ongeveer een dag later begonnen de klachten. Het tijdsverloop wijst op een [blank_start]infectie[blank_end].
* Mevr. Janssen, 81 jaar, ligt op de afdeling interne geneeskunde na een galblaasresectie en wordt behandeld met norfloxacine voor een pyelonefritis. Wanneer zij diarree ontwikkelt, is het medisch personeel het meest bang voor [blank_start]een Clostridium difficile-infectie[blank_end].
Questão 5
Questão
Welke onderstaande begrippen / oorzaken / kernwoorden passen bij een osmotische diarree?
NB: een osmotische diarree wordt gekenmerkt door omsol feces > 125 (> 2*(Na + K))
Responda
-
Infecties (ETEC, rotavirus, choleratoxine)
-
Hypertone darminhoud (laxantia, lactasedeficiëntie, sorbitol)
-
Verhoogde permeabiliteit
Questão 6
Questão
Bobby, 8 jaar, komt met zijn moeder bij de huisarts. Het jongetje heeft koorts (40,5 graden), braakt en heeft pijn aan zijn buik. Hij heeft gister en deze ochtend diarree gehad. Voldoet Bobby aan de definitie voor infectieuze diarree volgens de WHO?
Questão 7
Questão
Welk micro-organisme is het meest vaak verantwoordelijk voor community-acquired diarree?
Responda
-
Rotavirus
-
Giardia lamblia
-
Campylobacter spp
-
Salmonella spp
-
Norovirus
Questão 8
Questão
CASUS
* Dhr. Abcoude is net een weekje terug van zijn vakantie in Spanje en Marokko en presenteert met diarree. Je denkt dat de meest waarschijnlijke verwekker [blank_start]Escherichia coli[blank_end] is. Complicaties: [blank_start]hemorragische colitis, HUS[blank_end].
* Dhr. Gerrits ligt opgenomen op de afdeling cardiologie na plaatsing van een klepprothese. Hij wordt inmiddels een weekje met antibiotica behandeld voor endocarditis. Dan ontwikkelt hij diarree. Je verwacht dat de verwekker [blank_start]Clostridium difficile[blank_end] is. Complicatie(s): [blank_start]pseudomembraneuze colitis[blank_end], toxisch megacolon.
* Mevr. De Jong komt bij je met koorts, moeheid en diarree. Ze denkt dat ze misschien iets verkeerds gegeten heeft. De kip was mogelijk niet gaar? Jij denkt aan een infectie met [blank_start]Campylobacter jejuni[blank_end]. Complicatie(s): [blank_start]Guillain-Barré[blank_end], reactieve artritis.
* Dhr. Huisen heeft ongeveer dezelfde klachten als mevr. De Jong, maar heeft in plaats van kip een rauw eitje gegeten in zijn proteïne-shake. Nu lijkt [blank_start]Salmonella[blank_end] waarschijnlijker. Complicatie(s): [blank_start]metastatische infectie[blank_end].
* Mevr. Winter komt net terug van een cruise, waarbij meerdere medepassagiers ineens diarree kregen. O nee, denk je, dat zal wel door een infectie met [blank_start]norovirus[blank_end] komen. Complicatie(s): [blank_start]uitdroging[blank_end].
Questão 9
Questão
Lees onderstaande stellingen.
I) Loperamide en antibiotica kunnen NIET gegeven worden bij koorts en dysenterie.
II) Een faecestransplantatie is WEL zinvol bij een recidiverende C. difficile-infectie.
Responda
-
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
-
Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
-
Beide stellingen zijn juist.
-
Beide stellingen zijn onjuist.
Questão 10
Questão
Bij reizigersdiarree, die aanhoudend is of waarbij hoge koorts ontstaat, geven we:
- aan reizigers uit Azië [blank_start]azitromycine[blank_end],
- aan reizigers uit 'elders' [blank_start]ciprofloxacine[blank_end].
Responda
-
azitromycine
-
ciprofloxacine
-
ciprofloxacine
-
azitromycine