Question 1
Question
Tussen woede en identiteit (Boutellier, 2011)
Onze huidige samenleving wordt getypeerd als een [blank_start]netwerksamenleving[blank_end] en is volgens Boutellier het best te begrijpen als een ‘[blank_start]improvisatiemaatschappij[blank_end]’. Volgens hem ervaren mensen de samenleving steeds meer als chaotisch, complex, richtingloos, terwijl er feitelijk gezien geen sprake is van chaos. De samenleving is nog steeds georganiseerd (heel sterk georganiseerd juist), maar wel op een andere manier.
Answer
-
netwerksamenleving
-
improvisatiemaatschappij
Question 2
Question
Ontwikkeling naar de laatmoderne samenleving:
1. [blank_start]Globalisering[blank_end]
2. [blank_start]Ontlokalisering[blank_end]
3. [blank_start]Groei van de sociale reflexiviteit[blank_end]
Question 3
Question
Volgens Boutellier weten burgers, bestuurders etc. geen richting te geven aan de complexiteit in de samenleving. De overheid tracht dit op een geforceerde manier te doen door middel van ordeningsprogramma’s:
- [blank_start]beschavingsdefensie[blank_end]
- [blank_start]burgerparticipatie[blank_end]
- [blank_start]veiligheidsoffensief[blank_end]
Veiligheid heeft enorm veel aandacht gekregen. En dat betreft allerlei soorten veiligheid: op straat, in de industrie, het verkeer, voedselveiligheid, enzovoort. Het reglementeren, standaardiseren en garanderen van veiligheid is een concept geworden om die onzekerheid, die complexiteit zonder richting te beheersen.
Answer
-
beschavingsdefensief
-
burgerparticipatie
-
veiligheidsoffensief
Question 4
Question
[blank_start]Consumptief narcisme[blank_end] (geef de titel van dit tekstblok)
Boutellier verwijst vervolgens naar een onderzoek (Hall et. al, 2008) onder jongeren uit de onderklasse in twee Engelse steden. Deze jongeren leven in de marge van de samenleving en willen er graag ‘toe doen’ en ‘erbij horen’. Zij zien deelname aan de consumptiemarkt als het middel om dit te bereiken. Zij willen meetellen door de juiste merkkleding, luxe artikelen en de nieuwste gadgets. Hun angst om als ‘trash’ (afval), dus als overbodig te worden beschouwd (Bauman) te worden beschouwd draagt bij aan hun hedonistische levensstijl (een streven naar zoveel mogelijk genot, directe lustbevrediging. Vergelijk: Yolo!). Om dit te bereiken valt men terug op criminaliteit. Het tweede leven is in deze criminele onderklasse de eerste levensstijl geworden. In de perceptie van deze jongeren is alles geoorloofd en hoef je je nergens voor te schamen.
Question 5
Question
Boutellier constateert dat beschaving op het internet helemaal weg is en spreekt over een [blank_start]drievoudige erosie[blank_end]:
1. Ik zeg wat ik denk omdat het kan:
De techniek biedt de mogelijkheid om anoniem te blijven en zo alles te zeggen wat je denkt en vindt.
2. Ik zeg wat ik denk omdat het mag:
Het is ook steeds meer maatschappelijk geaccepteerd om alles te zeggen wat je denkt. Dus anderen te bespotten
of te beledigen.
3. Ik zeg wat ik denk omdat het moet:
Geen stijl hebben is het ware leven. Weg met de hypocriete, politiek correcte toedekkers.
Boutellier spreekt over een [blank_start]extreem consumptief narcisme[blank_end] als symbool van een vloeibare samenleving zonder morele ankerpunten. Volgens hem is daarin niet alleen sprake van tekortschietende discipline, maar vooral van een gebrek aan een bevestigende functie.
Question 6
Question
Boutellier concludeert dat de samenleving het best te begrijpen is als ‘[blank_start]improvisatiemaatschappij[blank_end]’.
1. [blank_start]Nationale beschavingsdefensief[blank_end]
2. [blank_start]Save new world[blank_end]
3. [blank_start]Burgerparticipatie[blank_end]
Question 7
Question
Nationale beschavingsdefensief:
Er is sprake van een [blank_start]doorgeschoten individualisering[blank_end]. Omdat tegen te gaan is er een nieuwe gemeenschapszin nodig. Vanuit dat vertrekpunt ontstond het zogenaamde ‘[blank_start]waarden en normen offensief[blank_end]’ tijdens het eerste kabinet Balkenende. Maar kun je als overheid sociale normen afdwingen? Uit onderzoek van de WRR2 (2003) blijkt:
a. Er is [blank_start]geen probleem met de normen en waarden[blank_end], maar met de naleving daarvan. Het schort aan de overdracht van gedragsvoorschriften en aan de handhaving van de wet. De WRR adviseert stringentere rechtshandhaving door de overheid.
b. De overheid moet [blank_start]geen moraal uitdragen[blank_end]. Het voorschrijven van normen en waarden geen taak is voor de overheid. De overheid moet zich in haar regelgeving vooral richten op het feitelijk waarneembare gedrag en terugdringen van norm overschrijdend gedrag.
c. [blank_start]Normatieve krachten mobiliseren[blank_end] binnen maatschappelijke instituties: “Het is in de eerste plaats de samenleving zelf, die waarden vormt en onderhoudt. Instituties zoals scholen, media en andere maatschappelijke organisaties leveren bij het vervullen van hun eigen taken ook een bijdrage aan het algemene onderhoud van waarden en normen. De taak van de overheid is hier vooral stimulerend en ondersteunend” (WRR, 2003).
Boutellier beschouwt het ‘beschavingsdefensief van Balkenende als faliekant mislukt: “zo’n groot, top-down verhaal werkt niet in deze samenleving”.
Answer
-
geen probleem met normen en waarden
-
geen moraal uitdragen
-
Normatieve krachten mobiliseren
-
doorgeschoten individualisering
-
normen en waarden offensief
Question 8
Question
Save new world ([blank_start]het veiligheidsoffensief[blank_end])
De hang naar totale veiligheid en toezicht. Van criminaliteitsbestrijding naar veiligheidsbeleid. Herontdekking van
vergelding in het strafrecht en een groei van publieke en private handhaving.
- [blank_start]Van feit naar risico[blank_end]
- [blank_start]Van opsporing naar preventie[blank_end]
- [blank_start]Van ervaring naar gevoel[blank_end]
Burgers verwachten meer van de overheid op het gebied van safety. Vervolgens ontstaat er een beweging die responsabilisering heet. Alles en iedereen die maar iets kan doen aan de bestrijding van die risico’s, moet daar z’n rol in nemen. Ontzettend veel private veiligheidstaken. Veiligheid wordt een heel groot begrip. En vervolgens worden mensen weer extra bewust van de risico’s want tegenwoordig heeft iedereen wel een cursus of opleiding in iets gehad (de caissière met een cursus assertiviteit tegen lastige klanten, de basisschoolleraar die gesprekken met ouders moet hebben over het mogelijk ontsporen van hun kind). Boutelier zegt dat dit ten koste gaat van de privacy. De rechtsstaat is vooral ook bedoeld om burgers te beschermen TEGEN de overheid.
Volgens Boutellier is het veiligheidsprogramma tot op zekere hoogte wel geslaagd. Veiligheid is volgens hem een Leitmotiv in onze samenleving geworden. Veiligheid vormt volgens Boutellier een ordeningsprogramma omdat de behoefte aan veiligheid zich gemakkelijk laat vertalen tot één gezamenlijk belang.
Question 9
Question
Wat zijn volgens Boutellier positieve ontwikkelingen van burgerparticipatie?
Answer
-
De organisatie van de samenleving niet alleen aan de overheid en professionals overlaten
-
Democratie is méér dan representatie
-
Niet alle groepen uit de samenleving zijn vertegenwoordigd. De participerende burger is blank, hoog opgeleid en ouder
-
Er wordt niet alleen ‘meegedaan’, maar ook ‘tegengehouden’
-
Burgerinitiatief wringt soms met instituties
Question 10
Question
[blank_start]Government[blank_end] ([blank_start]overheidsbestuur[blank_end]):
Een bestuursvorm waarbij de overheid haar doelen realiseert of tracht te realiseren op basis van haar bevoegdheden en met gebruikmaking van haar uitvoeringsorganisaties.
Als voorbeeld veiligheid: de overheid formuleert doelen formuleert met betrekking tot de risico’s van industriële complexen of inzake het criminaliteitsniveau, zij stelt regels waaraan burgers en bedrijven zich dienen te houden en dat zij organiseert handhaving om te bewerkstellingen dat de regels worden nageleefd.
[blank_start]Governance[blank_end] ([blank_start]medebestuur of gedeeld bestuur[blank_end]):
De essentie van deze bestuursvorm is de verbinding tussen maatschappelijk initiatieven of zelforganisatie en het openbaar bestuur. Het is een bestuursvorm gericht op de coördinatie (afstemming) van activiteiten tussen actoren uit de overheid, het bedrijfsleven of ‘de markt’ en de zogenoemde civil society (speciaal non-profitorganisaties met een maatschappelijk of ideëel doel).
Deze bestuursvorm verwijst verder naar een stijl van besturen die is gericht op samenwerking tussen overheid en particulieren rond een bepaald veiligheidsprobleem.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verticale en horizontale coördinatie (afstemming):
o Verticale coördinatie: afstemming in samenwerking tussen verschillende bestuurslagen (bijvoorbeeld
lokaal, provinciaal, etc.)
o Horizontale coördinatie: op elk niveau kan er ook sprake zijn van afstemming in de samenwerking
tussen overheid, burgers en bedrijven.
Question 11
Question
De verhouding tussen government en governance is dat er een verschuiving valt waar te nemen van government naar governance. Tielenburg (2008) wijst een drietal oorzaken/ontwikkelingen aan waardoor het klassieke ‘government’ als besturingsconcept in feite achterhaald is geraakt en ‘governance’ als een nieuw besturingsconcept in opkomst is geraakt:
1. De overheid kan [blank_start]haar veiligheidstaken[blank_end] niet meer alleen naar behoren uitvoeren:
In de loop van de tijd zijn de taken op het gebied van veiligheid steeds omvangrijker en complexer geworden. De overheid is niet of nauwelijks meer in staat om deze taken uit te voeren zonder steun en medewerking van andere actoren.
2. De opkomst van een [blank_start]politieke stroming die terugtrekking[blank_end] van de overheid op haar kerntaken bepleit:
Onder invloed van het zogenaamde politieke marktdenken is een sterke politieke beweging op gang gekomen die bepleit dat de overheid zich terugtrekt op haar kerntaken en zoveel mogelijk andere taken overlaat aan of afstoot naar de private sector, omdat de markt in hun ogen beter werkt dan de overheid.
3. [blank_start]Het proces van mondialisering[blank_end]
Sinds de val van het IJzeren Gordijn (val van de Berlijnse muur in 1989) is het proces van mondialisering sterk toegenomen. Als gevolg hiervan is de macht van nationale staten en de invloed van democratische besluitvorming drastisch afgenomen.
Question 12
Question
Een [blank_start]beleidsnetwerk[blank_end] is een min of meer stabiel netwerk waarin [blank_start]diverse actoren[blank_end] (meestal organisaties) gezamenlijk trachten [blank_start]een bepaald beleidsveld te beïnvloeden[blank_end], zonder dat een van die actoren kan optreden als centrale actor waarvan alle andere partijen afhankelijk zijn.
Er is dus niet één partij de baas. Er kunnen wel machtsverschillen zijn, maar er bestaat tussen allen een duidelijke wederzijdse afhankelijkheid (interdependentie). De partijen hebben een gemeenschappelijk doel en om dat te bereiken, proberen ze hun krachten (deskundigheden en hulpbronnen) te combineren. Een beleidsnetwerk kan bestaan uit particuliere partijen, overheidsorganisaties of een combinatie van beide.
Question 13
Question
Governance is een stijl van besturen, beleidsnetwerken zijn de ‘vehikels’ (instrumenten) waarvan men daarbij gebruik maakt. Dit wordt ook wel aangeduid als [blank_start]netwerkgovernance[blank_end].
Bij deze vorm van governance wordt [blank_start]horizontale sturing[blank_end] gekoppeld aan [blank_start]verticale sturing[blank_end]. Partijen betrekken de overheid bij hun initiatieven om sterker te staan. Bij de (beleids)netwerkbenadering ligt het accent meer op horizontale sturing.
Bij deze vorm van governance bestaat de kans dat de overheidsorganen in een dubbelrol terechtkomen, bijvoorbeeld als zij als samenwerkingspartner fungeert, maar daarnaast ook de rol van toezichthouder/handhaver heeft. Dit wordt de [blank_start]ambivalente rol van de overheid[blank_end] genoemd.
Question 14
Question
De [blank_start]vloeibare samenleving[blank_end] (Liquid modernity)
([blank_start]Bauman[blank_end], 2000)
Vloeibaar is het kenmerk van vloeistoffen en gassen. Vloeibaar is ook het kenmerk van de huidige tijd volgens de Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman (1925-2017) Liquid Modernity noemt hij de fase waar de samenleving nu verkeert.
Bauman onderscheidt drie fasen:
1. [blank_start]Moderniteit[blank_end] (vanaf ongeveer de industriële revolutie):
Dit staat voor de overwinning op de natuur en traditie. Er is rationele ordening (onttovering!). Er is sprake van een rechtsstaat met efficiënte massaproductie en individuen met heldere, sociale en een professionele identiteit. Niet alles (zoals identiteit, sociale klasse en stand) ligt nog vast, dit kan ook veranderen.
2. [blank_start]Postmoderniteit[blank_end] (vanaf ongeveer 1980):
Er ontstaat twijfel aan de rede. De rationele ordening uit de moderniteit produceert zijn eigen ambivalentie (conflict). Er is sprake van een overheid die aan risicomanagement doet, bedrijven doen aan marketing en het individu ‘shopt’ zijn identiteit bij elkaar. Zijn we in staat de consumptiemaatschappij te beheersen?
3. [blank_start]Vloeibare moderniteit[blank_end]:
Zowel instituties als individuen zijn aan voortdurende en snelle veranderingen onderhevig. Zowel bij de overheid als in de markt wisselen de machtsverhoudingen voortdurend. Van het individu wordt een mateloze flexibiliteit verwacht. Er is sprake van [blank_start]permanente onzekerheid[blank_end].
In Baumans cultuuranalyse veranderen de condities van de 21ste eeuw zo snel dat de mens er niet meer in slaagt ze te consolideren in gewoonten en routines. Volgens Bauman vallen sociale verbanden uiteen: de liefde, politiek en de samenleving, niets is er bestendig. Het leven, de liefde en de moderniteit zijn vloeibaar geworden. In deze vloeibare samenleving leven mensen in onzekerheid. Die onzekerheid gaat gepaard met een permanente angst. Omdat het niet mogelijk is om grip te krijgen op een vloeibare wereld, proberen mensen zich vast te klampen aan dingen die zij wel kunnen beïnvloeden. De maatregelen die ze daartoe nemen schieten hun doel echter voorbij: dwangmatige pogingen om vaste grenzen te creëren, zoals afsluiting van (semi)-publieke domeinen en gated communities, zijn slechts een symptoom van de machteloosheid van mensen tegenover mondiale problemen.
Answer
-
vloeibare samenleving
-
Bauman
-
Moderniteit
-
Postmoderniteit
-
Vloeibare moderniteit
-
permanente onzekerheid
Question 15
Question
[blank_start]Kernelementen vloeibare samenleving[blank_end]
Vroeger werd de identiteit van mensen hoofdzakelijk bepaald door de traditionele verbanden; vaste rollen voor mannen en vrouwen, religie, sociale klasse, het dorp of de stad(swijk) waar je woont, etc. In de huidige samenleving, die sterk is geïndividualiseerd, kiezen mensen steeds meer op individuele gronden hun identiteit. Zij configureren als het waren hun identiteit met bouwstenen. We leven in een consumptiemaatschappij waarin deze bouwstenen worden aangereikt in de vorm van producten en de symboliek/betekenis (merkimago) die aan deze producten wordt verleend door reclame/branding. De identiteit wordt ontleend aan welke auto je rijdt, hoe vaak en waarnaartoe je op vakantie gaat, welke kleding je draagt etc. Dit ‘shoppen’ staat bij Bauman model voor de vloeibare samenleving.
Hij onderscheidt daarbij twee kernelementen:
1. [blank_start]Vrijheid opgevat als keuzevrijheid[blank_end]:
Het lijkt erop alsof mensen veel meer keuzevrijheid hebben. Er is sprake van een geloof waarbij deze keuzevrijheid voor echt vrijheid kan doorgaan. Volgens Bauman is dat maar schijn. De suggestie dat de individuele vrijheid en de mogelijkheden groter zijn dan voorheen wordt door Bauman scherpzinnig bestreden. Hij geeft het voorbeeld van de ‘mobiliteit’ en ‘flexibiliteit’: dat is niet iets wat je kunt kiezen, dat is wat de samenleving nu eist, er is geen andere mogelijkheid. Het is zeker niet iets waar individuen zelf opgekomen zijn.
2. [blank_start]Veranderlijkheid van het aanbod[blank_end]:
Wat vandaag in is, is morgen weer uit. Bauman betrekt dit op allerlei facetten: wonen, werken, relaties etc.
Answer
-
Kernelementen vloeibare samenleving
-
Vrijheid opgevat als keuzevrijheid
-
Veranderlijkheid van het aanbod
Question 16
Question
Mensen vertalen onzekerheid als een gevoel van onveiligheid. (“met mij gaat het goed, maar met de samenleving gaat het slecht”). We gaan van [blank_start]security[blank_end] in toenemende mate naar [blank_start]safety[blank_end]. [blank_start]Safety[blank_end]: bescherming voor de gevaren voor jouw lichaam en spullen. [blank_start]Security[blank_end] is breder, gaat over zekerheid, over jouw plaats in de wereld, jouw status.
Omdat de overheid maar weinig kan doen aan [blank_start]security[blank_end], is het logisch dat zij de nadruk legt op [blank_start]safety[blank_end]. Ze geeft men de indruk dat ze heel hard haar best doet, maar mensen blijven bang omdat die onzekerheden voortkomen uit angsten waar wij geen invloed op hebben. Mensen zijn bereid om een deel van hun vrijheid op te geven om zo beschermd te worden tegen die onzekerheden.
Answer
-
safety
-
security
-
safety
-
security
-
Safety
-
Security
-
Safety
-
Security
-
safety
-
security
-
safety
-
security