SPO.4 Media en machtsverhoudingen

Description

Bachelor degree Samenleving, politiek en politiestrategieën Quiz on SPO.4 Media en machtsverhoudingen, created by Stefan G. on 23/10/2021.
Stefan G.
Quiz by Stefan G., updated more than 1 year ago
Stefan G.
Created by Stefan G. about 3 years ago
1
0

Resource summary

Question 1

Question
Politie en media: feiten, fictie en imagopolitiek Beunders & Muller doen een aantal uitspraken die voor de relatie politie - media van belang zijn: - De media zijn meer dan een [blank_start]instrument[blank_end] om informatie door te geven aan burgers, zij vormen een wezenlijk onderdeel van de democratie en het ‘sturen’ van de werkelijkheid. De media kunnen door de politie daarom ook niet louter instrumenteel bekeken worden. De [blank_start]eigen waarde[blank_end] van de media is voor adequate politiezorg (vooral voor de definiëring van het probleem) van wezenlijk belang; - De bijdrage die de media leveren aan het [blank_start]construeren van de werkelijkheid[blank_end], is voor de politie cruciaal. Zo zijn bv. [blank_start]subjectieve veiligheidsgevoelens[blank_end] voor de politie relevant, omdat in de media aan de hand hiervan de werkelijkheid rond veiligheid wordt gecreëerd. Desondanks moet er een relatie zijn tussen de boodschap en de harde fysieke werkelijkheid. Weliswaar wordt de waarheid (deels) geconstrueerd, er moet een zekere relatie met de objectieve waarheid blijven bestaan; - Mediale boodschappen (beelden) worden vormgegeven door een mis van communicatiemiddelen. Een medium (TV) is niet voldoende. De politie moet zich telkens afvragen welke [blank_start]mix van communicatiemiddelen[blank_end] noodzakelijk is om het gewenste beeld te creëren; - Beelden gaan primair over [blank_start]emotie[blank_end] en politiewerk heeft veel emotie in zich. Dat maakt het politiewerk voor de media bijzonder aantrekkelijk. De politie moet zich hier constant terdege van bewust zijn.
Answer
  • construeren van de werkelijkheid
  • subjectieve veiligheidsgevoelens
  • mix van communicatiemiddelen
  • emotie
  • instrument
  • eigen waarde

Question 2

Question
Wat zijn kenmerken van een goed frame? (De Bruijn, 2011) 1. [blank_start]Blijft hangen[blank_end] 2. [blank_start]We zijn het eens[blank_end] 3. [blank_start]Heeft een zondebok[blank_end] 4. [blank_start]Dwingt tegenstander te reageren[blank_end] 5. [blank_start]Gekoppeld aan een onderstroom[blank_end] 6. [blank_start]Verlost ons van een dilemma[blank_end]
Answer
  • Blijft hangen
  • We zijn het eens
  • Heeft een zondebok
  • Dwingt tegenstander te reageren
  • Gekoppeld aan een onderstroom
  • Verlost ons van een dilemma

Question 3

Question
Welk effect heeft een goed frame? (De Bruijn, 2011) Het frame: - [blank_start]Dwingt de tegenstander in het defensief[blank_end] - [blank_start]Krijgt gratis zendtijd[blank_end] - [blank_start]Zware bewijslast voor tegenstander[blank_end] - [blank_start]Vergt een hordeloopredenering[blank_end] - [blank_start]Activeert onderliggende waarden[blank_end] - [blank_start]Levert groot risico voor tegenstander[blank_end]
Answer
  • Dwingt de tegenstander in het defensief
  • Krijgt gratis zendtijd
  • Zware bewijslast voor tegenstander
  • Vergt een hordeloopredenering
  • Activeert onderliggende waarden
  • Levert groot risico voor tegenstander

Question 4

Question
[blank_start]Reframing[blank_end] is het gebruiken van een andere taal voor hetzelfde onderwerp om het debat aan te gaan. Stap niet in het frame van de tegenstander. Voorbeeld: Geert Wilders gebruikt tegen het CDA in het debat het frame: “We raken Nederland kwijt aan islamitische immigranten” (beleidsframe). In plaats van in het frame van Wilder te stappen zou het CDA dit kunnen reframen. Bijvoorbeeld met het frame: ”We raken Nederland kwijt door de hijgerigheid in de politieke debatten, door het gescheld op mensen met een andere mening en doordat we niet meer naar elkaar luisteren en samen naar oplossingen zoeken” (waardenframe).
Answer
  • Reframing

Question 5

Question
Misverstanden over framing Volgens De Bruijn is er sprake van een aantal misverstanden over framing, zoals: ‘frames zijn holle retorische frasen’ en ‘reframing leidt tot langs elkaar heen praten’. De Bruijn stelt dat een frame soms inderdaad zo sterk kan domineren dat een inhoudelijke discussie niet meer mogelijk is. Een frame kan inderdaad ook zelfs de feiten overvleugelen. - Het [blank_start]onderscheid tussen frame en inhoud[blank_end] is bepaald niet scherp en eenduidig. - [blank_start]Frames[blank_end] (1) zijn te beschouwen als een ‘samenvatting’ (top van de piramide) van [blank_start]opvattingen[blank_end] (2), dat weer gebaseerd is op [blank_start]waarden[blank_end] (3) - [blank_start]Framing is noodzakelijk[blank_end], vanwege de veelheid aan onderwerpen; als onderdeel van de taak van politici om de essentie van standpunten voor het voetlicht te brengen. - [blank_start]Reframing is langs elkaar heen praten[blank_end]. Meerdere interpretaties zijn mogelijk, ook die van langs elkaar heen praten.
Answer
  • onderscheid tussen frame en inhoud
  • Frames
  • opvattingen
  • waarden
  • Framing is noodzakelijk
  • Reframing is langs elkaar heen praten

Question 6

Question
Het 3P model Een politicus die steun voor zijn boodschap wil verwerven, kan dat op drie manieren doen: 1. [blank_start]Policy[blank_end] ([blank_start]beleidsframe[blank_end]) 2. [blank_start]Personality[blank_end] ([blank_start]betrokkenheidsframe[blank_end]). 3. [blank_start]Principles[blank_end] ([blank_start]waardenframe[blank_end]). Wie met een lastig frame wordt geconfronteerd, gebaseerd op een van de drie P’s, kan dit reframen met behulp van een van de andere twee P’s. Een beleidsframe wordt bijvoorbeeld beantwoord vanuit waarden of persoonlijke betrokkenheid.
Answer
  • Policy
  • beleidsframe
  • Personality
  • betrokkenheidsframe
  • Principles
  • waardenframe
Show full summary Hide full summary

Similar

Cognitive Psychology Key Terms
Veleka Georgieva
IB Economics SL: Macroeconomics
Han Zhang
Revolutions and Turmoil: Russia 1905-1917
Emily Faul
OCR AS Biology
joshbrown3397
Matters of Life and Death - Edexcel GCSE Religious Studies Unit 3
nicolalennon12
PSBD TEST # 3
yog thapa
General questions on photosynthesis
Fatima K
2PR101 1. test - 2. část
Nikola Truong
2PR101 1. test - 5. část
Nikola Truong
1PR101 2.test - Část 9.
Nikola Truong
AAHI_Card set 6 (Terms of movement)
Tafe Teachers SB