Question 1
Question
OPBELLEN — De secretaresse heeft me [blank_start]opgebeld[blank_end].
Question 2
Question
KENNISMAKEN — Ik heb gisteren met hem [blank_start]kennisgemaakt[blank_end].
Question 3
Question
AANMELDEN — Ik heb me bij de receptie [blank_start]aangemeld[blank_end].
Question 4
Question
INVULLEN — Hij heeft dat formulier correct [blank_start]ingevuld[blank_end].
Question 5
Question
OPSTUREN — Heb je de brief al [blank_start]opgestuurd[blank_end]?
Question 6
Question
UITNODIGEN — Wie heeft haar [blank_start]uitgenodigd[blank_end]?
Question 7
Question
VOORSTELLEN — Ik heb hem aan David [blank_start]voorgesteld[blank_end].
Question 8
Question
OPVOLGEN — Ik heb zijn advies [blank_start]opgevolgd[blank_end].
Question 9
Question
UITLEGGEN — De leraar heeft de grammatica niet goed [blank_start]uitgelegd[blank_end].
Question 10
Question
SAMENWERKEN — Anna en ik hebben een jaar [blank_start]samengewerkt[blank_end].
Question 11
Question
UITNODIGEN — Ik heb iedereen voor het feest [blank_start]uitgenodigd[blank_end]!
Question 12
Question
UITZETTEN — Ik heb de televisie [blank_start]uitgezet[blank_end], want ik kan me anders niet concentreren.
Question 13
Question
AFWERKEN — Ik heb het nog niet [blank_start]afgewerkt[blank_end].
Question 14
Question
INVULLEN — Waarom hebt u uw adres niet [blank_start]ingevuld[blank_end]?
Question 15
Question
AANBELLEN — Ik heb [blank_start]aangebeld[blank_end], maar hij doet de deur niet open.
Question 16
Question
INBEELDEN — Heb ik een vampier gezien, of heb ik me dat [blank_start]ingebeeld[blank_end]?
Question 17
Question
WEGGOOIEN — O nee, ik heb een belangrijk document [blank_start]weggegooid[blank_end]!
Question 18
Question
OPSTELLEN — Ze heeft in één uur drie e-mails [blank_start]opgesteld[blank_end].
Question 19
Question
VOORSTELLEN — Beste collega, heb ik me al aan u [blank_start]voorgesteld[blank_end]?
Question 20
Question
AFSTUDEREN — Mijn broer is recent [blank_start]afgestudeerd[blank_end] en hij zoekt nu werk.
Question 21
Question
OPHALEN — Heb je de kinderen al van school [blank_start]opgehaald[blank_end]?
Question 22
Question
SCHOONMAKEN — We hebben het hele huis [blank_start]schoongemaakt[blank_end]!
Question 23
Question
OPLOSSEN — De technicus heeft het probleem [blank_start]opgelost[blank_end].
Question 24
Question
INPAKKEN — Mama heeft de cadeautjes [blank_start]ingepakt[blank_end].