Question 1
Question
Infecties van de bovenste luchtwegen worden meestal veroorzaakt door [blank_start]virsussen[blank_end].
Question 2
Question
Epidemiologisch doen infecties van de bovenste luchtwegen zich vaak in clusters voor. Dit past bij de [blank_start]virale[blank_end] oorsprong van deze infecties. Met uitzondering van [blank_start]keelinfecties[blank_end] door groep-[blank_start]A[blank_end]-streptococcen vertonen bacteriele infecties van de bovenste luchtwegen geen vergelijkbaar epidemiologisch patroon.
Question 3
Question
Klassieke verkoudheid (common cold) wordt meestal veroorzaakt door een [blank_start]rinovirus[blank_end]. Als [blank_start]conjunctivitis[blank_end] meer op de voorgrond staat dan rinitis, zijn de meest waarschijnlijke verwekkers adenovirussen of de bacterie Mycoplasma pneumoniae. Een rinitus gaat vaak gepaard met een [blank_start]sinusitis[blank_end]. Behandeling is sympotomatisch: decongestie van het neusslijmvlies met [blank_start]xylometazoline[blank_end] en pijnstilling met paracetamol. Een langere duur (> 7 dagen) en een bifasich verloop van de klachten zijn suggesties voor een [blank_start]bacteriële[blank_end] infectie.
Answer
-
rinovirus
-
conjunctivitis
-
sinusitis
-
xylometazoline
-
bacteriële
Question 4
Question
Jongen (7 jaar) op poli met 39 C koorts en keelpijn. Bilateraal pijnlijk gezwollen halslymfeklieren, rode orofarynx en gezwollen tonsillen met punten etterig beslag. Geen rinitis, huiduitslag, lymfadenopathie elders of hepatosplenomegalie. Diagnose: [blank_start]faryngitis[blank_end].
Question 5
Question
Een (adeno)tonsillitis is hetzelfde als een faryngitis.
Question 6
Question
De belangrijkste verwekker (10-15%) van faryngitis is de groep-A-streptokok ([blank_start]S. pyrogenes[blank_end]). Binding van [blank_start]bètalactam[blank_end]antibiotica aan penicilin binding proteins in het membraan van streptokokken verstoort de synthese van peptidoglycaan, een blangrijke structuur van de [blank_start]celwand[blank_end]. De virulentie van groep-A-streptokokken hangt af van:
- binding aan epitheelcellen (via lipoteichoïnezuur)
- secretie van [blank_start]exotoxinen[blank_end] (weefselschade)
- belemmering [blank_start]fagocytose[blank_end] (door M-proteïnen en kapsel van hyaluronzuur)
Answer
-
S. pyogenes
-
bètalactam
-
celwand
-
exotoxinen
-
fagocytose
Question 7
Question
Bewijs voor [blank_start]angina[blank_end] (= actute keelpijn) door groep-A-streptokokken is een positieve [blank_start]keelkweek[blank_end]. Vaak bepaalt klinisch beeld differentiatie tussen groep-A-streptokokken en andere infecties: de kans op streptokokkeninfectie is het grootst als de symptomen beperkt zijn tot de [blank_start]keel[blank_end] en cervicale lymfeklieren.
Question 8
Question
Wat zijn de niet-purulente complicaties van een strepotokokkeninfectie in de keel?
Answer
-
retrofaryngeale en peritonsillaire abcessen
-
otitis media
-
sinusitis
-
mastoïditis
-
acuut gewrichtsreuma
-
poststreptokokkenglomerulonefritis
-
toxinegemediëerde ziektebeelden (scarlatina, STSS)
Question 9
Question
Vrouw (30 jaar) krijgt plots koorts tot 40 C, spierpijn en hoofdpijn. Ze voelt zich vermoeid en blijft in bed. Ook verstopte neus, keelpijn en hoest. De koorts duurt 3-4 dagen en patiënte knapt in de loop van een week weer op.
Diagnose: [blank_start]influenza[blank_end]
Question 10
Question
Dit oppervlakte-eiwit van influenza A bindt aan receptoren van het respiratoire epitheel.
Answer
-
hemagglutinine (HA)
-
neuraminidase (NA)
-
M2-ionkanaal
-
gesegmenteerd RNA-genoom
Question 11
Question
Wilde watervogels vormen het natuurlijk reservoir voor influenza-A-virussen.
Question 12
Question
Antigene [blank_start]drift[blank_end] is de reden waarom het seizoensgriepvaccin regelmatig aangepast dient te worden. Antigene [blank_start]shift[blank_end] is een ingrijpender verandering die alleen bij influenza-A-virussen voorkomt waarbij voor de mens nieuwe virusvarianten ontstaan. Een belangrijk mengvat voor influenzavirussen zijn [blank_start]varkens[blank_end].
Question 13
Question
Jongen (14 maanden) is hangerig en huilt veel. Lichte T verhoging en grijpt vaak naar linkeroor. Lichte diarree. 's Nachts nemen symptomen toe. Twee dagen later ontstaat een loopoor en nemen symptomen af.
Diagnose: [blank_start]otitis media[blank_end]
Question 14
Question
Jongen (2 jaar) om 23.30 op EHBO. Ouders hoorden blafhoest en peuter ontwikkelde tridoreuze ademhaling. Ademfrequentie van 20/min en milde suprasternale trekkingen.
Diagnose: [blank_start]laryngitis subglottica[blank_end] (ook wel [blank_start]pseudokroep[blank_end] genoemd)
Answer
-
laryngitis subglottica
-
pseudokroep
Question 15
Question
De belangrijkste bacteriële verwekker van luchtweginfecties is [blank_start]S. pneumoniae[blank_end].
Question 16
Question
Twee hoofdgroepen van ziekten door infectie met S. pneumoniae zijn:
1. [blank_start]invasieve[blank_end] ziekten -> met [blank_start]bacteriëmie[blank_end] (=aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan). Bijvoorbeeld: meningitis, ernstige sepsis en pneumonie.
2. niet-[blank_start]invasieve[blank_end] ziekten -> spelen zich aan de slijmvliezen af: bovenste luchtwegingecties, [blank_start]exacerbaties[blank_end] (opvlammingen) van bronchitis en pneumonie zonder bacteriëmie.
Answer
-
bacteriëmie
-
exacerbaties
-
invasieve
-
invasieve
Question 17
Question
Kenmerken van SIRS (gegenaraliseerde ontstekingsreactie):
Answer
-
Lichaamstemperatuur >38 C
-
Lichaamstemperatuur <36 C
-
Hartfrequentie > 90/min
-
Ademhalingsfrequentie > 20/min
-
Leukocyten in bloed <4.000/ml
-
Leukocyten in bloed >12.000/ml
Question 18
Question
Sepsis = [blank_start]SIRS[blank_end] ten gevolge van een [blank_start]infectie[blank_end]
Question 19
Question
Streptococcus [blank_start]pneumoniae[blank_end] -> pneumonie, bronchitis, sinusitis, otitis media, meningitis
Streptococcus [blank_start]pygenes[blank_end] (groep A) -> faryngitis, roodvonk, erysipelas, pyodermie, acuut reuma, glomerulonefritis, toxische shocksyndroom.
Streptococcus [blank_start]agalactiae[blank_end] (groep B) -> neonatale infecties, sepsis post partum, urineweginfecties
Streptococcus [blank_start]milleri[blank_end] -> bacteriëmie, abcessen
Streptococcus [blank_start]viridans[blank_end]-groep -> bacteriëmie, endocarditis
Answer
-
pneumoniae
-
pyogenes
-
agalactiae
-
milleri
-
viridans
Question 20
Question
Pneumokokken zijn:
Answer
-
catalasenegatief
-
catalasepositief
-
grampositief
-
gramnegatief
-
groeien kettingvormend
Question 21
Question
Welke antigene structuur van de pneumokok is tevens zijn belangrijkste virulentiefactor?
Antwoord: [blank_start]kapsel[blank_end].
Question 22
Question
Virulentiefactoren van de pneumokok:
- [blank_start]pneumolysine[blank_end] (een hemolysine zie zorgt voor karakteristieke alfa-hemolyse en hemolytische anemie)
- [blank_start]neuraminidase[blank_end] (een enzym dat suikerstructuren afbreekt)
- oppervlakteproteïne A en een IgA-[blank_start]protease[blank_end] (breekt IgA op mucosa af).
Answer
-
pneumolysine
-
neuraminidase
-
protease
Question 23
Question
20-30% van patiënten met een pneumonie door pneumokokken-infectie maakt een bacteriëmie door met complicaties als abcesvorming in hersenen, peritonitis, meningitis of pleura-empyeem.
Question 24
Question
X-thorax
Airway: vrij
Breating: infiltraat [blank_start]rechter[blank_end] bovenkwab
Circulation: hart niet vergroot
Diafragma: niet te hoog/laag
External: botten ok
Foreign bodies: geen
Question 25
Question
Wat is de AMBU-65 score van een vrouw (64 jaar) met tachypnoe (>30/min), goede mentale conditie, bloeddruk RR 110/76, ureum 8 mmol/L?
Question 26
Question
Bij de mens ligt de normale pH-waarde van het bloed tussen de [blank_start]7,35[blank_end] en [blank_start]7,45[blank_end].
Question 27
Question
Naast S. pneumoniae veroorzaken ook infecties met M. pneumoniae, L. pneumophila en C. pneumoniae longontstekingen. Een pneumonie door pneumokokken wordt behandeld met een [blank_start]penicelline[blank_end]. Dit werkt niet bij Mycoplasma, want die bacterie heeft geen [blank_start]celwand[blank_end].
Question 28
Question
Welke symptomen zijn kenmerkend voor een influenza infectie tov andere virussen?
Answer
-
acute aanvang
-
hoesten
-
rinitis
-
faryngitis
-
koorts > 39C
-
malaise
-
spierpijn
-
hoofdpijn
Question 29
Question
Influenzavirussen binden aan [blank_start]siaalzuur[blank_end]receptoren op respiratoire epitheelcellen. [blank_start]Kinderen[blank_end] spelen een belangrijke rol bij de verspreiding van influenzavirussen, omdat zij vaak een primaire infectie doormaken en nog geen specifieke immuniteit hebben ontwikkeld. Aviaire H5N1 virussen geven vaak een virale pneumonie omdat ze binden aan de 'aviaire' [blank_start]a2,3[blank_end]-galactsoe receptor in de longen (en niet in de bovenste luchtwegen aan [blank_start]a2,6[blank_end]).
Answer
-
siaalzuur
-
Kinderen
-
a2,3
-
a2,6
Question 30
Question
Welke van deze antivirale middelen tegen influenza remmen neuraminidase?
Answer
-
amantadine (per os)
-
rimantadine (per os)
-
zanamivir (inhalatie)
-
oseltamivir (per os)
Question 31
Question
Als een peuter/kleuter 9x per jaar een bovenste luchtweginfectie heeft (common cold) is dat afwijkend.
Question 32
Question
De meest voorkomende luchtweginfectie bij kinderen ná de common cold is acute [blank_start]otitis media[blank_end]
Question 33
Question
Normaal trommelvlies is grijs. Bij otitis media:
Question 34
Question
Hier zie je uitvloed bij otitis media. Andere symptomen zijn: ... , oorpijn en doofheid.
Question 35
Question
Een gevaarlijke complicatie van otitis media is:
Question 36
Question
Kind + inspiratoire stridor + blafhoest = [blank_start]laryngitis subglottica[blank_end]
Question 37
Question
Epiglottitis komt nauwelijks meer voor door de [blank_start]Hib[blank_end]-vaccinatie
Question 38
Question
Jongen (5mnd) is sinds vier dagen verkouden met hoesten, dyspneu, tachypneu, weinig drinken, braken, T (38,2), neusvleugelen, intrekkingen, crepitaties en een verlengd piepend expirium.
Op thoraxfoto: overexpansie (laagstaand/afplatting diafragma).
Diagnose: [blank_start]bronchiolitis[blank_end]
Question 39
Question
Palivizumab is humaan monoklonaal [blank_start]antilichaam[blank_end] gericht tegen fusie-eiwit van het [blank_start]respiratoir syncytieel[blank_end] virus ([blank_start]RSV[blank_end]). Het kan voor sommige risicogroepen worden ingezet aan het begin van het RSV-seizoen ter profylaxe van [blank_start]bronchiolitis[blank_end].
Answer
-
antilichaam
-
respiratoir syncytieel
-
RSV
-
bronchiolitis
Question 40
Question
Meisje (9mnd), enkele weken geleden verkouden, nu plotselinge hoestbuien, met slijm en rood-blauw gezicht, braken. 'Ze blijft erin'. Lange gierende inspiratie.
Diagnose: [blank_start]kinkhoest[blank_end]
Verwekker: [blank_start]bordetella pertussis[blank_end]
Answer
-
kinkhoest
-
bordetella pertussis
Question 41
Question
Pathogenese pertussis:
1. [blank_start]kolonisatie[blank_end] van de trilhaardragende epitheelcellen in de luchtweg, middels fimbriae en [blank_start]FHA[blank_end].
2. [blank_start]vermenigvuldiging[blank_end] van de bacterie bordetella pertussis en productie van toxines (zoals [blank_start]Ptx[blank_end] en [blank_start]TCT[blank_end]) die het slijmvlies beschadigen, leidend tot slijmstase en karakteristieke hoestbuien.
Answer
-
kolonisatie
-
FHA
-
vermenigvuldiging
-
Ptx
-
TCT
Question 42
Question
Stadium 2 van kinkhoest:
Answer
-
catarrale stadium
-
prodromale stadium
-
paroxismale stadium
-
reconvalenscentiefase
Question 43
Question
Het catarrale (prodromale) stadium van kinkhoest (de verkoudheid) duurt:
Answer
-
1-2 weken
-
weken tot maanden
-
minder dan een week
Question 44
Question
Koorts is een belangrijk symptoom bij pertussis (kinkhoest).
Question 45
Question
Sterfte ten gevolge van kinkhoest komt weinig voor en dan voornamelijk bij kinderen jonger dan [blank_start]6[blank_end] maanden. Zuigelingen worden niet of nauwelijks beschermd door [blank_start]maternale antistoffen[blank_end].
Question 46
Question
Wat veroorzaakt de opvallende leukocytose met absolute lymfocytose bij het bloedbeeld van pertussis (kinkhoest)?
Question 47
Question
B. pertussis is gevoelig voor [blank_start]macroliden[blank_end] (= groep van antibiotica)