Frage 1
Frage
aaien → je [blank_start]aait[blank_end]
Frage 2
Frage
brengen → Anna [blank_start]brengt[blank_end]
Frage 3
Frage
checken → ik [blank_start]check[blank_end]
Frage 4
Frage
drinken → jij [blank_start]drinkt[blank_end]
Frage 5
Frage
eisen → Bart [blank_start]eist[blank_end]
Frage 6
Frage
fietsen → ik [blank_start]fiets[blank_end]
Frage 7
Frage
fietsen → hij [blank_start]fietst[blank_end]
Frage 8
Frage
fietsen → wij [blank_start]fietsen[blank_end]
Frage 9
Frage
geeuwen → de leeuwen [blank_start]geeuwen[blank_end]
Frage 10
Frage
helpen → u [blank_start]helpt[blank_end]
Frage 11
Frage
ijlen → hij [blank_start]ijlt[blank_end]
Frage 12
Frage
juichen → [blank_start]juich[blank_end] je?
Frage 13
Frage
krijgen → jij [blank_start]krijgt[blank_end]
Frage 14
Frage
lachen → u [blank_start]lacht[blank_end]
Frage 15
Frage
mixen → u [blank_start]mixt[blank_end]
Frage 16
Frage
naaien → oma [blank_start]naait[blank_end]
Frage 17
Frage
oefenen → wij [blank_start]oefenen[blank_end]
Frage 18
Frage
poetsen → Louis [blank_start]poetst[blank_end]
Frage 19
Frage
roepen → hij [blank_start]roept[blank_end]
Frage 20
Frage
schuilen → [blank_start]schuil[blank_end] jij?
Frage 21
Frage
tuinieren → [blank_start]tuinier[blank_end] je?
Frage 22
Frage
uiten → Marie [blank_start]uit[blank_end]
Frage 23
Frage
vinden → jullie [blank_start]vinden[blank_end]
Frage 24
Frage
werken → ik [blank_start]werk[blank_end]
Frage 25
Frage
werken → [blank_start]werkt[blank_end] u?
Frage 26
Frage
worden → [blank_start]word[blank_end] je?
Frage 27
Frage
zingen → [blank_start]zing[blank_end] ik?