[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half)

Description

NT2 Quiz on [NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half), created by Yatalu ⠀ on 13/10/2020.
Yatalu ⠀
Quiz by Yatalu ⠀, updated more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Created by Yatalu ⠀ about 4 years ago
88
0

Resource summary

Question 1

Question
1:00 → [blank_start]één[blank_end] uur [blank_start]'s nachts[blank_end]
Answer
  • één
  • twee
  • elf
  • 's nachts
  • 's avonds
  • 's ochtends

Question 2

Question
1:30 → half [blank_start]één[blank_end] [blank_start]'s nachts[blank_end]
Answer
  • één
  • uur
  • twee
  • 's nachts
  • 's ochtends
  • 's morgens

Question 3

Question
2:00 → [blank_start]twee[blank_end] uur [blank_start]'s nachts[blank_end]
Answer
  • twee
  • twaalf
  • twintig
  • 's nachts
  • 's middags
  • 's ochtends

Question 4

Question
5:00 → [blank_start]vijf[blank_end] uur [blank_start]'s nachts[blank_end]
Answer
  • vijf
  • vier
  • verf
  • 's nachts
  • 's middags
  • 's avonds

Question 5

Question
6:30 → half [blank_start]zeven[blank_end] [blank_start]'s ochtends[blank_end]
Answer
  • zeven
  • zegen
  • zes
  • 's ochtends
  • 's middags
  • 's avonds

Question 6

Question
12:30 → half [blank_start]één[blank_end] [blank_start]'s middags[blank_end]
Answer
  • één
  • twee
  • twaalf
  • 's middags
  • 's morgens
  • 's maandags

Question 7

Question
18:30 → half [blank_start]zeven[blank_end] [blank_start]'s avonds[blank_end]
Answer
  • zeven
  • zes
  • acht
  • 's avonds
  • 's nachts
  • 's winters

Question 8

Question
14:00 → [blank_start]twee[blank_end] uur [blank_start]'s middags[blank_end]
Answer
  • twee
  • vier
  • veertien
  • 's middags
  • 's morgens
  • 's dinsdags

Question 9

Question
21:00 → [blank_start]negen[blank_end] uur [blank_start]'s avonds[blank_end]
Answer
  • negen
  • elf
  • één
  • 's avonds
  • 's middags
  • 's nachts

Question 10

Question
22:30 → half [blank_start]elf[blank_end] [blank_start]'s avonds[blank_end]
Answer
  • elf
  • tien
  • twaalf
  • 's avonds
  • 's nachts
  • 's middags
Show full summary Hide full summary

Similar

[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀
[NL A1] Syntax: graag — Correcte volgorde
Yatalu ⠀