[NL A2] Verba: presens — Mix: vorm typen

Beschreibung

Noteer de correcte presensvorm van het verbum.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor etwa 4 Jahre
156
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
gaan → ik [blank_start]ga[blank_end]
Antworten
  • ga

Frage 2

Frage
staan → [blank_start]sta[blank_end] jij?
Antworten
  • sta

Frage 3

Frage
doen → hij [blank_start]doet[blank_end]
Antworten
  • doet

Frage 4

Frage
zien → ik [blank_start]zie[blank_end]
Antworten
  • zie

Frage 5

Frage
studeren → u [blank_start]studeert[blank_end]
Antworten
  • studeert

Frage 6

Frage
luisteren → wij [blank_start]luisteren[blank_end]
Antworten
  • luisteren

Frage 7

Frage
luisteren → Anna [blank_start]luistert[blank_end]
Antworten
  • luistert

Frage 8

Frage
proberen → wie [blank_start]probeert[blank_end]
Antworten
  • probeert

Frage 9

Frage
slapen → jij [blank_start]slaapt[blank_end]
Antworten
  • slaapt

Frage 10

Frage
slapen → ik [blank_start]slaap[blank_end]
Antworten
  • slaap

Frage 11

Frage
hebben → ik [blank_start]heb[blank_end]
Antworten
  • heb

Frage 12

Frage
hebben → jij [blank_start]hebt[blank_end]
Antworten
  • hebt

Frage 13

Frage
hebben → hij [blank_start]heeft[blank_end]
Antworten
  • heeft

Frage 14

Frage
hebben → [blank_start]heb[blank_end] je?
Antworten
  • heb

Frage 15

Frage
hebben → het kind [blank_start]heeft[blank_end]
Antworten
  • heeft

Frage 16

Frage
hebben → Annemarie [blank_start]heeft[blank_end]
Antworten
  • heeft

Frage 17

Frage
hebben → wie [blank_start]heeft[blank_end]
Antworten
  • heeft

Frage 18

Frage
hebben → jullie [blank_start]hebben[blank_end]
Antworten
  • hebben

Frage 19

Frage
zijn → ik [blank_start]ben[blank_end]
Antworten
  • ben

Frage 20

Frage
zijn → hij [blank_start]is[blank_end]
Antworten
  • is

Frage 21

Frage
zijn → u [blank_start]bent[blank_end]
Antworten
  • bent

Frage 22

Frage
zijn → [blank_start]ben[blank_end] je?
Antworten
  • ben

Frage 23

Frage
zeggen → ik [blank_start]zeg[blank_end]
Antworten
  • zeg

Frage 24

Frage
doen → [blank_start]doet[blank_end] u?
Antworten
  • doet

Frage 25

Frage
winkelen → ik [blank_start]winkel[blank_end]
Antworten
  • winkel

Frage 26

Frage
vragen → hij [blank_start]vraagt[blank_end]
Antworten
  • vraagt

Frage 27

Frage
sporten → u [blank_start]sport[blank_end]
Antworten
  • sport

Frage 28

Frage
leven → het [blank_start]leeft[blank_end]
Antworten
  • leeft

Frage 29

Frage
blijven → [blank_start]blijf[blank_end] je?
Antworten
  • blijf

Frage 30

Frage
moeten → het [blank_start]moet[blank_end]
Antworten
  • moet

Frage 31

Frage
respecteren → ik [blank_start]respecteer[blank_end]
Antworten
  • respecteer

Frage 32

Frage
nummeren → hij [blank_start]nummert[blank_end]
Antworten
  • nummert

Frage 33

Frage
studeren → ik [blank_start]studeer[blank_end]
Antworten
  • studeer

Frage 34

Frage
mikken → ik [blank_start]mik[blank_end]
Antworten
  • mik

Frage 35

Frage
waaien → het [blank_start]waait[blank_end]
Antworten
  • waait

Frage 36

Frage
studeren → [blank_start]studeert[blank_end] hij?
Antworten
  • studeert

Frage 37

Frage
zitten → de katten [blank_start]zitten[blank_end]
Antworten
  • zitten

Frage 38

Frage
slapen → de katten [blank_start]slapen[blank_end]
Antworten
  • slapen

Frage 39

Frage
knuffelen → wij [blank_start]knuffelen[blank_end]
Antworten
  • knuffelen

Frage 40

Frage
gaan → hij [blank_start]gaat[blank_end]
Antworten
  • gaat

Frage 41

Frage
staan → u [blank_start]staat[blank_end]
Antworten
  • staat

Frage 42

Frage
doen → [blank_start]doe[blank_end] je?
Antworten
  • doe

Frage 43

Frage
zien → [blank_start]ziet[blank_end] u?
Antworten
  • ziet

Frage 44

Frage
graven → [blank_start]graaf[blank_end] je?
Antworten
  • graaf

Frage 45

Frage
sterven → ik [blank_start]sterf[blank_end]
Antworten
  • sterf

Frage 46

Frage
kiezen → [blank_start]kiest[blank_end] u?
Antworten
  • kiest
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀
[NL A1] Syntax: graag — Correcte volgorde
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup) in zinnen
Yatalu ⠀