[NL A2] Verba: perfectum — Hebben of zijn?

Beschreibung

Gebruiken deze werkwoorden (verba) "hebben" of "zijn" in het perfectum? Maak de zinnen compleet met de correcte vorm van hebben of zijn.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert vor etwa 2 Monate
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor fast 4 Jahre
111
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
Ik [blank_start]ben[blank_end] naar mijn oma gefietst.
Antworten
  • ben

Frage 2

Frage
Hij [blank_start]heeft[blank_end] gisteren frietjes gegeten.
Antworten
  • heeft

Frage 3

Frage
We [blank_start]zijn[blank_end] in 2010 getrouwd.
Antworten
  • zijn

Frage 4

Frage
[blank_start]Heb[blank_end] jij de website gelezen?
Antworten
  • Heb

Frage 5

Frage
Waar [blank_start]bent[blank_end] u geboren?
Antworten
  • bent

Frage 6

Frage
Wat [blank_start]heb[blank_end] je gestudeerd?
Antworten
  • heb

Frage 7

Frage
Hij [blank_start]heeft[blank_end] de hele dag niets gedaan.
Antworten
  • heeft

Frage 8

Frage
Anna en haar vriend [blank_start]hebben[blank_end] een auto gekocht.
Antworten
  • hebben

Frage 9

Frage
Sorry, ik [blank_start]heb[blank_end] me vergist!
Antworten
  • heb

Frage 10

Frage
Wat [blank_start]heb[blank_end] ik lekker geslapen, zeg!
Antworten
  • heb

Frage 11

Frage
[blank_start]Ben[blank_end] je nog nooit in Duitsland geweest?
Antworten
  • Ben

Frage 12

Frage
Mijn broer [blank_start]heeft[blank_end] de marathon gelopen.
Antworten
  • heeft

Frage 13

Frage
Mijn broer [blank_start]is[blank_end] naar de supermarkt gelopen.
Antworten
  • is

Frage 14

Frage
Dat [blank_start]heb[blank_end] ik nooit goed begrepen...
Antworten
  • heb

Frage 15

Frage
Ik [blank_start]heb[blank_end] vandaag twee liter water gedronken.
Antworten
  • heb

Frage 16

Frage
Mijn knie doet pijn: ik [blank_start]ben[blank_end] gevallen met de fiets.
Antworten
  • ben

Frage 17

Frage
[blank_start]Heb[blank_end] je het al aan Willem gevraagd?
Antworten
  • Heb

Frage 18

Frage
Ik [blank_start]ben[blank_end] op tijd vertrokken, maar ik [blank_start]ben[blank_end] toch te laat aangekomen.
Antworten
  • ben
  • ben

Frage 19

Frage
Berend en Loes [blank_start]zijn[blank_end] in 2005 getrouwd, maar ze [blank_start]zijn[blank_end] vorig jaar gescheiden.
Antworten
  • zijn
  • zijn

Frage 20

Frage
Valerie [blank_start]is[blank_end] mama geworden!
Antworten
  • is

Frage 21

Frage
Waar [blank_start]ben[blank_end] je zo lang gebleven?
Antworten
  • ben

Frage 22

Frage
Dorien [blank_start]is[blank_end] nog nooit op tijd gekomen!
Antworten
  • is

Frage 23

Frage
Wat [blank_start]is[blank_end] er gebeurd?
Antworten
  • is

Frage 24

Frage
Het [blank_start]is[blank_end] al zo vaak gebeurd.
Antworten
  • is

Frage 25

Frage
We [blank_start]zijn[blank_end] nog een uurtje gebleven.
Antworten
  • zijn

Frage 26

Frage
Mishko [blank_start]is[blank_end] recent van Nederland naar België verhuisd.
Antworten
  • is

Frage 27

Frage
Oma [blank_start]heeft[blank_end] gisteren koekjes gebakken.
Antworten
  • heeft

Frage 28

Frage
Onze hond [blank_start]heeft[blank_end] de hele nacht geblaft, maar de buurman [blank_start]heeft[blank_end] niets gehoord.
Antworten
  • heeft
  • heeft

Frage 29

Frage
Rune, papa [blank_start]heeft[blank_end] gebeld. Hij [blank_start]heeft[blank_end] gevraagd of je terug kan bellen.
Antworten
  • heeft
  • heeft

Frage 30

Frage
De kinderen [blank_start]zijn[blank_end] verschillende keren gevallen tijdens het skiën.
Antworten
  • zijn

Frage 31

Frage
Ik [blank_start]ben[blank_end] drie centimeter gegroeid!
Antworten
  • ben

Frage 32

Frage
Mijn tante [blank_start]is[blank_end] gestopt met werken en [blank_start]is[blank_end] rond de wereld gereisd.
Antworten
  • is
  • is

Frage 33

Frage
Ik [blank_start]heb[blank_end] in de Kruidtuin gewandeld, en dan [blank_start]ben[blank_end] ik naar huis gewandeld.
Antworten
  • heb
  • ben
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup): vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Pronomina: bezittelijk vnw — Noteer het vnw
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1/A2] Lidwoorden (artikels) — De of het?
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Syntax: graag — Correcte volgorde
Yatalu ⠀
[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?
Yatalu ⠀