Zusammenfassung der Ressource
Frage 1
Frage
Vervang een groepje woorden door één woord:
Mijn broer moest vorig jaar op nieuw examen [blank_start]herexamen[blank_end] doen.
Frage 2
Frage
Vervang een groepje woorden,.
David en Jordy waren het niet eens [blank_start]oneens[blank_end] met de beslissing.
Frage 3
Frage
Vervang een groepje woorden door een woord.
De vlucht van Hanoi naar Moskou was zonder stoppen [blank_start]non-stop[blank_end], dus rechtstreeks.
Frage 4
Frage
Vervang een groepje woorden door één woord.
Dat is een vroegere leerling [blank_start]ex-leerling[blank_end] van onze school.
Frage 5
Frage
Vervang een groepje woorden door één woord.
Danu moest nablijven omdat hij verkeerd gedrag [blank_start]wangedrag[blank_end] liet zien.
Frage 6
Frage
Vervang een groepje woorden door één woord.
Kijk jij naar de wedstrijd tussen twee landen [blank_start]interland[blank_end], op televisie?
Frage 7
Frage
Vervang een groepje woorden door één woord.
Dei opmerkoing van jou is helemaal verkeerd geplaatst [blank_start]misplaatst[blank_end].