Created by y.gladdines
about 11 years ago
|
||
Question | Answer |
Invertebraten | Ongewervelden |
Symbiogenese | Eukaryote cellen hebben DNA van bacteriën opgenomen - mitochondriën - fotosynthentetische prokaryote organismen - chloroplast |
Autotroof | Kan zelf alle nodige energie aanmaken |
Heterotroof | Energie moet uit nutriënten van de omgeving gehaald worden |
Flagel | Voortbeweging cel - propellor, voor/achterkant (langer) - lengte 1/2 cel |
Ciliën | Beweging - zweepbeweging - veel kleiner |
Pseudopodia | Tijdelijke uitstulping van het cytoplasma |
Ectoplasma | Buitenste stevige laag van het cytoplasma |
Endoplasma | Binnenste vloeibare laag van het cytoplasma - stroming ontstaat richting pseudopood |
Pseudopodia - lobopodia | Stomp/breed |
Pseudopodia - filopodia | Smal/scherp |
Pseudopodia - rhizopodia | Vertakt |
Pseudopodia - reticulopodia | Netwerk |
Pseudopodia - axopodia | Bevat microtubulen |
Fagocytose | Partikels opgenomen vanuit buiten de cel |
Excretie | Uitscheiding afvalstoffen van het metabolisme |
Osmoregulatie | Waterhuishouding |
Kinetoplast | Soort mitochondriën - ligt dichtbij het basaal lichaam en bevat DNA |
Inoculatief | Parasieten actief ingespoten, vanuit speekselklier/steeksnuit |
Contaminatief | Parasieten in uitwerpselen |
Zoönose | Infectie die van dier naar mens overgebracht kan worden |
Totipotente cellen | Cellen kunnen zich omvormen tot wat de cel nodig heeft |
Prokaryoot | Cellen zonder kern - DNA ligt los in de kern |
Eukaryoot | Cellen met kern - met genetisch materiaal |
Algemene kenmerken protozoa | Alles in 1 cel - celwand / voortbeweging / voeding / respiratie / osmoregulatie |
Sliding microtubule hypothese | Dyneine armen bewegen over microtubuli door er telkens nieuwe verbindingen mee te maken - microtubuli buigen wanneer deze vasthangen aan basaalmembraan - slagbeweging |
Vorming pseudopood | Lokale afbraak van actine netwerk - intracellulaire stroming van endoplasma en verspreid zich in pseudopood - endoplasma verandert in ectoplasma |
Fagosoom | Voedsel opgenomen door fagocytose |
Cytosoom | Permanente mondopening |
Osmoregulatie | Regelen van de waterconcentratie |
Binaire fusion | Tweedeling, ongeslachtelijk |
Merogonie / sporogonie | Meerdeling, ongeslachtelijk |
Schizogonie | Kerndeling voor celdeling |
Endopolygonie | Kern groter - knopvorming |
Clonale populatie | Alle cellen hetzelfde als moedercel |
Syngamie | Uitwisselen genetisch materiaal - uniek organisme |
Basaal lichaam | Kinetosoom?? |
Kinetoplast | Bij kinotosoom / eigen DNA / speciaal type mitochondrium |
Endoparasiet | Parasiet in het lichaam van de gastheer |
Apicaal complex | Speciale organellen voor penetreren van de gastheer |
Sporozoïeten | Infectieuze stadia van de parasiet |
Porifera | Sponzen |
Algemene kenmerken porifera | Geen vaste vorm / geen gedifferentieerde cellen / leven in water / sessiel en immobiel / geen zenuwen of spieren / grote zak met gaten |
Choanocyten | Kraagcellen - in binnenkant buis - verteren voedsel en voorzien van zweephaar |
Porocyten | Sluitcellen - buisvormige cellen die door de wand van de spons kanaaltjes vormen - water kan naar binnen stromen |
Contractiele cellen | Om porie cellen en kunnen poriën enigzinds dichtdrukken - stroming vermindert |
Pinacocyten | Dekcellen - buitenkant buis - huid |
amoebocyten | Cellen die in de wand leven en zorgen voor transport van voedingsstoffen tussen binnen- en buitenkant, de opbouw van skeletnaalden en productie voortplantingscellen |
Archeocyten | Soort stamcel - ongedifferentieerde cellen die kunnen uitgroeien tot eicellen |
Collencyt | Produceert mesotheel |
Mesohyl | Gelatine laag - collageen - soort van skelet |
Spicules | Stevigheid spons |
Voeding spons | Water naar binnen door flagellen en voedselpartikels blijven binnenin en opgenomen door chaonocyten en water naar buiten via het osculum |
Regeneratie spons | Stukken van het organisme die verdwenen zijn groeien terug aan - uit beide delen kan een nieuwe spons ontstaan |
Ongeslachtelijke voortplanting spons | Budding - knoop gevormd, afgesloten en groeit uit tot nieuw organismen |
Geslachtelijke voortplanting spons | Meeste hermafrodiet - gameten gevormd in amoebocyten - bevruchting in mesohyl - zygote naar buitenwereld - nieuw organismen heeft beweeglijke fase |
Blastula | 1e fase na bevruchting |
Cnidaria | Neteldieren |
Cnidoblast | Netelcel |
Nematocyt | Netelkapsel - penetreert/kleeft |
Mesoglea | Drijvend vermogen |
Medusen | Dik mesoglea |
Poliepen | Dun mesoglea |
Musculo-epitheliale cellen | in ectoderm - primitieve spiercellen en zenuwcellen |
Hydrozoa | Poliepen - hermafrodiet |
Scyphozoa | Koraalvorming - zooxanthallen leven in symbiose met poliepen - fotossynthese |
Triploblastisch | Mesoderm + endoderm + ectoderm |
Protostoom | Mesoderm ontstaat op de overgang tussen endoderm en ectoderm |
Deuterostoom | Mesoderm is afkomstig van ectoderm |
Protostoom | Spirale celdeling - cellen gedeeld komen als spiraal op andere cellen - 1e opening = mond, 2e = anus |
Deuterostoom | Radiale celdeling - dochtercellen komen mooi op elkaar na celdeling en kunnen ieder volledig uitgroeien tot organisme - 1e opening = anus, 2e = mond |
Platyhelminthes | Platwormen |
Acoelemaat | 1e dieren met organen |
Turbellaria | Trilhaarwormen |
Pharynx | Deel van spijsverteringsstelsel van veel dieren - volgt direct op mond, vlak voor slokdarm - uitstulpbaar - prooien vangen - onverteerbare dingen ook via hier weer uitgestoten - mond = anus - darm heeft veel uitlopers |
Vittelaria | Dooierklieren - energie |
Syncytiaal tegument | Adaptatie tegument |
Trematoden | Zuigwormen |
Meracidium | Vrije larvaire fase |
metacercariae | Soort van wachtstadium |
Polyembryogonie | Embryo splitst kort na ovipositie in groot aantal identieke dochtercellen die zich in het lichaam van de gastheer verder ontwikkelen |
Percutane infectie | Door de huid penetreren |
Cercaria | Beweeglijk en verlaten actief de slak |
Cestoden | Lintwormen |
Scolex | Kop, kleinste deel van de worm |
Protoscolex | Ingeklapte, immature scolex - klapt later uit |
Strobila | Bestaat uit proglottiden, segmenten |
Proglottiden | Segmenten |
Polychaeta | Borstelwormen |
Parapodia | Voortbeweging - op elk segment - ook capilaire voor ademhaling |
Chaeta / setae | Kleine, borstelachtige structuren op parapodia |
Pygidium | Laatste deel worm - ook nieuw segment ontstaat hiervoor |
Nephridium | Verwijderen metabole afvalstoffen uit het lichaam van een dier |
Prostomium | Uitgroeisel monddelen - bedekt de mondopening |
Hirudinea | Bloedzuigers |
Metanepridium | Capilaire netwerk voor filtering lichaamsvloeistoffen - elk segment heeft eigen opening voor excretie urine |
Radula | Rasptong - kleine tandjes - uniek bij molusca |
Torsie | Draaiing in de lengteas, de draaiing van een steel of een kanaal of de draaiing van orgaan om een steel - spieren hebben door torsie de kieuwen naar voren gebracht, hierdoor komen ze meer in contact met water - probleem, anus naast mond, vervuiling, extra zak voor faeces |
Spiraalvormige structuur | Groeien - begint als platte spiraal, punt schelp komt naar buiten, schelp omhoog en naar achteren en schelp over lichaam geschoven voor betere gewichtsverdeling, verlies kieuwen, oorschelp en nieren |
Ecolysis | Vervelling - nieuwe cuticcula eerst gevormd voordat oude afgeworpen wordt |
Bauerstadium | Overlevingsstadium - tussen L2 en L4 maakt de worm alleen gebruik van meest nuttige vitale functies |
Microfilariae | Migreren in lymfe- en bloedkanalen - actieve beweging |
Unirame aanhangsels | Geen vertakkingen |
Birame aanhangsels | Splitsing - vertakking |
Trachea | Inwendig buizensysteem |
Cuticulair exoskelet | opgebouwd uit chitine - polysaccharide - 3 lagen met andere oriëntatie |
Boeklongen | Gestapelde en gevouwen long in weefsel in speciale lichaamsholte - gevormd uit achterste segmenten - uitwisseling zuurstof en koolstofdioxide tussen hemolymfe en lucht |
Buisjes van Malphighi | Passieve instroom van water door de afwezigheid van interne lichaamsdruk |
Gelede aanhangsels | Claw - tarsus - metatarsus - tibia - patella - femur - trechanter - coxa |
Crustacea | Kreeftachtigen |
Birame gelede aanhangsels | Specifiek voor voedselopname of voedselmanipulatie |
Uropod | Laatste aanhangsel |
Ultrafiltratie | Hoge druk - excretie/osmoregulatie - overtollig water afvoeren en nuttige stoffen recupereren |
Maagstructuur | Cardiaal, harde structuren vermalen het voedsel - pylorisch deel, zeving voedsel - satae, filtering |
Trachea | Respiratie - pompbeweging en kanalen |
Spirakels | 1 paar openingen per segment |
Trachiolen | Vertakking van de trachea |
Taenidia | Spinaden |
Facet oog | Samengesteld oog |
Ommatidium | Ontelbare kleine oogcellen |
Buitenzijde | Soort pigment - prikkel blijft binnen - beeld samengesteld in zenuwstelsel - retinacellenemen signaal op |
Ocellen | Enkelvoudige oogstructuren |
Labrum | bovenlip |
Labium | Onderlip |
Manibum | Bovenkaak |
Maxillum | Onderkaak |
Halter | Restant tweede paar vleugels |
Holometabod | Volledige metamorfose |
Hemimetabool | Gedeeltelijke metamorfose |
Want to create your own Flashcards for free with GoConqr? Learn more.