Dekweefsels/ Dekweefsel cellen

Description

Thema 3 Hoofdstuk 7
Kelly Jones
Mind Map by Kelly Jones, updated more than 1 year ago
Kelly Jones
Created by Kelly Jones about 5 years ago
38
0

Resource summary

Dekweefsels/ Dekweefsel cellen

Annotations:

  • Dekweefsel bestaat uit cellen die een aaneengesloten laag vormen.   Er is vrijwel geen tussencelstof. Dekweefsel is niet doorbloed, de voeding van de cellen moet daarom verzorgd worden vanuit het doorbloede bindweefsel.
  1. endotheel en epitheel cellen
    1. eenlagig

      Annotations:

      • Eenlagig epitheel bestaat uit één rij epitheelcellen.  Het is een uiterst dun vliesje, dat kwetsbaar is, maar ook snel weer hersteld kan worden.
      1. plaveisel epitheel

        Annotations:

        • Eenlagig plaveiselepitheel bestaat uit relatief platte cellen. Het wordt ook wel plaatepitheel genoemd. De binnenbekleding van het hart, de bloed- en lymfevaten en de eenlagige longblaasjes bestaat uit dit epitheel. Door de inwendige ligging wordt dit endotheel genoemd. De vliezen rond longen, hart en buikorganen bestaan eveneens uit eenlagig plaveiselepitheel, ook wel mesotheel genoemd.
        1. kubisch epitheel

          Annotations:

          • De cellen van kubisch epitheel zijn even hoog als breed. Kubisch epitheel bevindt zich in de nierbuizen en in de wand van klierbuizen.
          1. cilindrisch epitheel

            Annotations:

            • De cellen van cilindrisch epitheel zijn relatief hoog. De binnenbekleding van de darm, de galblaas en de baarmoeder bestaat uit dit type epitheel. In de dunne darm hebben de epitheelcellen een groot aantal microvilli. Dit zijn uitstulpingen die voor een enorme oppervlaktevergroting zorgen.
            1. trilhaarepitheel

              Annotations:

              • Trilhaarepitheel bestaat uit hoge cellen met één kant trilharen die met een krachtige slag in één richting kunnen bewegen en dan langzaam hun oorspronkelijke positie weer innemen. Tussen de epitheelcellen bevinden zich slijmcellen, die continu slijm produceren, waarin de trilharen ondergedompeld zijn. Trilhaarepitheel komt bijvoorbeeld voor als binnenbekleding van de luchtwegen (verwijderen stof en vuil) en in de eileiders (voortbewegen rijpe eicel).
            2. meerlagig

              Annotations:

              • Meerlagig epitheel is opgebouwd uit enkele tot vele lagen epitheelcellen. In de onderste lagen zijn de cellen kubisch of cilindrisch. Vanuit de diepte schuiven voortdurend nieuwe cellen naar de bovenlagen toe, waarbij ze steeds verder worden afgeplat.
              1. verhoornend plaveiselepitheel

                Annotations:

                • •Dieper gelegen cellen zijn kubisch. •Cellen tegen basaalmembraan kunnen zich snel delen en schuiven op naar de oppervlakte. •Cellen worden platter, verliezen kern, sterven af = verhoornen. •Verhoornend plaveiselepitheel zit in de opperhuid en biedt bescherming. (Hitte, koude, stoten, MO) •Deze laag is ondoordringbaar voor water
                1. niet-verhorrnend plaveiselepitheel

                  Annotations:

                  • •Heeft dezelfde bouw als verhoornend epitheel •Geen aanwezigheid van verhoorning •Aanwezigheid van talrijke slijmcellen slijmvlies) •Geeft bescherming •Vb: slijmvlies mondholte, vagina
                  1. overgangesepitheel

                    Annotations:

                    • •Enkele lagen van bolvormige cellen, kunnen van vorm veranderen. •In gerekte toestand zijn het platte cellen. •Functie: elasticiteit => bij uitrekken geen scheuren of gaten •Vb: Urineblaas is bedekt met overgangsepitheel.
                2. klierweefsel

                  Annotations:

                  • •Klierweefsel op verschillende plaatsen in ichaam gegroepeerd tot klieren. •Regulatie door hormonen of zenuwstelsel •Klieren liggen in het bindweefsel omdat epitheel niet doorbloed is en klieren hun bouwstoffen halen uit bloedvaten.
                  1. exocriene klieren

                    Annotations:

                    • •Afscheiding naar huidoppervlak of naar binnenkant van een hol orgaan dat in verbinding staat met de buitenwereld. •Via afvoerbuis. •Uitwendige of externe secretie. •Vb klieren: zweetklieren, speekselklier, darmsapklier, borstklier •Buisvormig: maagsapklieren •Trosvormig: talgklieren.
                    1. endocriene klieren

                      Annotations:

                      • •Klierproduct rechtstreeks in het bloed •Geen afvoerbuis •Hormoon •Inwendige/ interne secretie Vb. schildklier, bijnier
                    2. afdekking
                      1. bescherming tegen invloeden van buiten

                        Annotations:

                        • Dekweefsel vormt overal in het lichaam bgrenzende deklagen.  Het biedt bescherming tegen binnendringende micro-organismen, mechanische beschadiging en vochtverlies.
                        1. slijtagefunctie
                          1. voorkomen uitdroging van lichaam
                            1. slijmproductie
                              1. rekbaar
                              2. makkelijk passeerbaar
                                1. uitwisseling gassen
                                  1. slijmproductie
                                    1. opname (absorptie)
                                      1. slijmtransport
                                    2. groot productievermogen
                                      1. secreetproductie
                                        1. hormoonproductie (slijm, enzymen, zweet, talg
                                      Show full summary Hide full summary

                                      Similar

                                      Nervous System
                                      4everlakena
                                      Diabetes Mellitus
                                      Kirsty Jayne Buckley
                                      Renal System A&P
                                      Kirsty Jayne Buckley
                                      Oxygenation
                                      Jessdwill
                                      Clostridium Difficile
                                      Kirsty Jayne Buckley
                                      Definitions
                                      katherinethelma
                                      Clinical Governance
                                      Kirsty Jayne Buckley
                                      CMS Interpretive Guidelines for Complaint/Grievances
                                      Lydia Elliott, Ed.D
                                      NCLEX RN SAMPLE TEST
                                      MrPRCA
                                      NURS 310 EXAM 1 PRACTIC EXAM
                                      harlacherha
                                      Skin Integrity and Wound Care
                                      cpeters