Nederlands woorden 1+2 H3.3

Descrição

Nederlands
jaspervanbeuseko
FlashCards por jaspervanbeuseko, atualizado more than 1 year ago
jaspervanbeuseko
Criado por jaspervanbeuseko quase 9 anos atrás
50
1

Resumo de Recurso

Questão Responda
Aangeboren Wat je al vanaf je geboorte hebt
De communicatie De uitwisseling van informatie
De context 1 situatie waarbinnen de gebeurtenis plaatsvindt; 2 de omringende tekst
Daadwerkelijker In werkelijkheid, echt
Het element Deel van een groter geheel, onderdeel
De emotie Het gevoel
Exact Precies
Extreem Heel erg; uiterst
Instinctief Volgens je gevoel
De minachting Het totale gebrek aan waardering
Neutraal 1 niet opvallend; 2 zonder emotie
Genuanceerd Met aandacht voor verschillende kanten van een zaak, niet zwart-wit
De psycholoog Hulpverlener voor mensen met geestelijke problemen
Universeel Bij iedereen voorkomend
De walging De afkeer
De aanpak De manier van werken
Assertief Zelfbewust, zelfverzekerd
Het conflict Het heftige verschil van mening
Continue De hele tijd, constant
Dominant Bazig, overheersend
Spartaans 1 streng 2 zonder luxe
Te lijf gaan Aanvallen
De neiging Iets wat je steeds doet, of steeds wilt doen
Uiten 1 zeggen; 2 laten merken
Variëren 1 veranderen; 2 wisselen
Op de voorgrond staan Veel aandacht krijgen
Noem minstens 5 voorvoegsels On, non, niet, anti, contra, ir, a, in, dis, de, des
Noem een achtervoegsel Loos
Antoniem Woorden met een tegenstellende betekenis
Signaalwoorden die op een antoniem wijzen Echter, evenwel, toch, in tegendeel, enerzijds ... Anderzijds, daar staat tegenover

Semelhante

NT2 ⎜Enkele of dubbele klinker ★
Clarisse SK
NT2 | Hangen‚ Liggen‚ Staan‚ Zitten ★★
Clarisse SK
Voornaamwoordelijk Bijwoord
Clarisse SK
Spelling: verkleinwoorden
Maaike Zijm
PARTIE 1: Inleiding + artistieke cultuur in de Nederlanden
estelle.platiau
NT2 ⎜Boekhouding ⎜Woordenschat ★★★
Clarisse SK
Op het forum
Clarisse SK
NT2 | Voorzetsels van Plaats ⎜Waar zijn de dieren? ★
Clarisse SK
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
Frans unité 4
yoloswag
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀