[NL A1] Verba: presens — Mix: vorm typen

Beschreibung

Noteer de correcte presensvorm van het verbum.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor etwa 4 Jahre
183
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
drinken → ik [blank_start]drink[blank_end]
Antworten
  • drink

Frage 2

Frage
drinken → jij [blank_start]drinkt[blank_end]
Antworten
  • drinkt

Frage 3

Frage
drinken → [blank_start]drinkt[blank_end] u?
Antworten
  • drinkt

Frage 4

Frage
eten → [blank_start]eet[blank_end] ik?
Antworten
  • eet

Frage 5

Frage
eten → hij [blank_start]eet[blank_end]
Antworten
  • eet

Frage 6

Frage
eten → we [blank_start]eten[blank_end]
Antworten
  • eten

Frage 7

Frage
helpen → [blank_start]help[blank_end] je?
Antworten
  • help

Frage 8

Frage
helpen → u [blank_start]helpt[blank_end]
Antworten
  • helpt

Frage 9

Frage
helpen → jullie [blank_start]helpen[blank_end]
Antworten
  • helpen

Frage 10

Frage
hangen → [blank_start]hangen[blank_end] wij?
Antworten
  • hangen

Frage 11

Frage
hangen → [blank_start]hangt[blank_end] u?
Antworten
  • hangt

Frage 12

Frage
hangen → Pieter [blank_start]hangt[blank_end]
Antworten
  • hangt

Frage 13

Frage
bellen → ik [blank_start]bel[blank_end]
Antworten
  • bel

Frage 14

Frage
bellen → mama [blank_start]belt[blank_end]
Antworten
  • belt

Frage 15

Frage
bellen → [blank_start]bel[blank_end] jij?
Antworten
  • bel

Frage 16

Frage
wonen → [blank_start]woont[blank_end] u?
Antworten
  • woont

Frage 17

Frage
wonen → Sofie [blank_start]woont[blank_end]
Antworten
  • woont

Frage 18

Frage
wonen → ik [blank_start]woon[blank_end]
Antworten
  • woon

Frage 19

Frage
kopen → u [blank_start]koopt[blank_end]
Antworten
  • koopt

Frage 20

Frage
kopen → [blank_start]kopen[blank_end] jullie?
Antworten
  • kopen

Frage 21

Frage
kopen → je [blank_start]koopt[blank_end]
Antworten
  • koopt

Frage 22

Frage
heten → ik [blank_start]heet[blank_end]
Antworten
  • heet

Frage 23

Frage
heten → [blank_start]heet[blank_end] je?
Antworten
  • heet

Frage 24

Frage
heten → hij [blank_start]heet[blank_end]
Antworten
  • heet

Frage 25

Frage
kosten → het [blank_start]kost[blank_end]
Antworten
  • kost

Frage 26

Frage
kosten → de appels [blank_start]kosten[blank_end]
Antworten
  • kosten

Frage 27

Frage
lopen → ik [blank_start]loop[blank_end]
Antworten
  • loop

Frage 28

Frage
lopen → [blank_start]loopt[blank_end] het?
Antworten
  • loopt

Frage 29

Frage
lopen → wij [blank_start]lopen[blank_end]
Antworten
  • lopen

Frage 30

Frage
slapen → [blank_start]slaap[blank_end] je?
Antworten
  • slaap

Frage 31

Frage
slapen → [blank_start]slapen[blank_end] de kinderen?
Antworten
  • slapen

Frage 32

Frage
slapen → de kat [blank_start]slaapt[blank_end]
Antworten
  • slaapt

Frage 33

Frage
vallen → [blank_start]val[blank_end] ik?
Antworten
  • val

Frage 34

Frage
vallen → u [blank_start]valt[blank_end]
Antworten
  • valt

Frage 35

Frage
vallen → Sarah [blank_start]valt[blank_end]
Antworten
  • valt

Frage 36

Frage
trekken → het [blank_start]trekt[blank_end]
Antworten
  • trekt

Frage 37

Frage
trekken → [blank_start]trekken[blank_end] wij?
Antworten
  • trekken

Frage 38

Frage
trekken → [blank_start]trek[blank_end] je?
Antworten
  • trek

Frage 39

Frage
zeggen → [blank_start]zegt[blank_end] hij?
Antworten
  • zegt

Frage 40

Frage
zeggen → wie [blank_start]zegt[blank_end]
Antworten
  • zegt

Frage 41

Frage
zeggen → ik [blank_start]zeg[blank_end]
Antworten
  • zeg

Frage 42

Frage
kennen → ik [blank_start]ken[blank_end]
Antworten
  • ken

Frage 43

Frage
kennen → [blank_start]ken[blank_end] jij?
Antworten
  • ken

Frage 44

Frage
kennen → u [blank_start]kent[blank_end]
Antworten
  • kent
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half)
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀