[NL A2] Syntax: positieverba — Selecteer de correcte optie

Beschreibung

NT2 Quiz am [NL A2] Syntax: positieverba — Selecteer de correcte optie, erstellt von Yatalu ⠀ am 01/04/2021.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor mehr als 3 Jahre
172
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
De lamp ________ op het bureau.
Antworten
  • staat
  • hangt
  • zit

Frage 2

Frage
De lamp ________ aan het plafond.
Antworten
  • hangt
  • zit
  • staat

Frage 3

Frage
Mijn jas ________ over de stoel.
Antworten
  • hangt
  • ligt
  • zit

Frage 4

Frage
Het tapijt ________ op de grond.
Antworten
  • ligt
  • zit
  • hangt

Frage 5

Frage
De fles ________ op de tafel.
Antworten
  • staat
  • ligt
  • zit

Frage 6

Frage
De sleutels ________ aan de kapstok.
Antworten
  • hangen
  • zitten
  • liggen

Frage 7

Frage
De sleutels ________ op de tafel.
Antworten
  • liggen
  • zitten
  • hangen

Frage 8

Frage
De sleutels ________ in mijn zak.
Antworten
  • zitten
  • hangen
  • liggen

Frage 9

Frage
In het salon ________ een vaas met rozen.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 10

Frage
De krant ________ op de sofa.
Antworten
  • ligt
  • hangt
  • zit

Frage 11

Frage
Daar ________ onze fietsen.
Antworten
  • staan
  • zitten
  • hangen

Frage 12

Frage
Mijn foto ________ op de voorpagina van de krant.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 13

Frage
Mijn bed ________ tegen de muur.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 14

Frage
Den Haag ________ in Nederland.
Antworten
  • ligt
  • zit
  • staat

Frage 15

Frage
Voor het raam ________ een plant.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 16

Frage
De USB ________ in de computer.
Antworten
  • zit
  • hangt
  • staat

Frage 17

Frage
Mijn moeder ________ mooi op de foto!
Antworten
  • staat
  • ligt
  • zit

Frage 18

Frage
In Amsterdam ________ veel parken.
Antworten
  • liggen
  • staan
  • zitten

Frage 19

Frage
Voor het raam ________ gordijnen.
Antworten
  • hangen
  • liggen
  • staan

Frage 20

Frage
________ de school dichtbij het station?
Antworten
  • Ligt
  • Staat
  • Zit

Frage 21

Frage
Mijn dochter ________ op de hogeschool.
Antworten
  • zit
  • staat
  • ligt

Frage 22

Frage
Hoeveel calorieën ________ er in een banaan?
Antworten
  • zitten
  • liggen
  • staan

Frage 23

Frage
Aan de tafel ________ vier stoelen.
Antworten
  • staan
  • zitten
  • hangen

Frage 24

Frage
Mijn toetsenbord ________ niet voor mijn computer!
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 25

Frage
Mijn printer ________ in de hoek van mijn bureau.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 26

Frage
Mijn fiets ________ voor het huis.
Antworten
  • staat
  • zit
  • ligt

Frage 27

Frage
Frankrijk ________ in West-Europa.
Antworten
  • ligt
  • staat
  • zit

Frage 28

Frage
Het rek ________ tegen de muur.
Antworten
  • staat
  • zit
  • hangt
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A2] Syntax: positieverba — Selecteer en noteer
Yatalu ⠀
NT2 | Hangen‚ Liggen‚ Staan‚ Zitten ★★
Clarisse SK
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1/A2] Lidwoorden (artikels) — De of het?
Yatalu ⠀
[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: perfectum — Participia (soft ketchup): vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀