[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?

Description

NT2 Quiz on [NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?, created by Yatalu ⠀ on 29/10/2020.
Yatalu ⠀
Quiz by Yatalu ⠀, updated more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Created by Yatalu ⠀ about 4 years ago
107
0

Resource summary

Question 1

Question
1.20 u. = tien voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 2

Question
1.20 u. = tien voor half één
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 3

Question
1.20 u. = tien over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 4

Question
1.25 u. = vijf voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 5

Question
1.25 u. = vijf voor half één
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 6

Question
1.25 u. = vijf over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 7

Question
1.35 u. = vijf over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 8

Question
1.35 u. = vijf over half één
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 9

Question
1.35 u. = vijf voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 10

Question
1.40 u. = tien over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 11

Question
1.40 u. = tien over half één
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 12

Question
1.40 u. = tien voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 13

Question
2.20 u. = tien voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 14

Question
2.20 u. = tien over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 15

Question
2.20 u. = tien voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 16

Question
2.25 u. = vijf voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 17

Question
2.25 u. = vijf over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 18

Question
2.25 u. = vijf voor half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 19

Question
2.35 u. = vijf over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 20

Question
2.35 u. = vijf voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 21

Question
2.35 u. = vijf over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 22

Question
2.40 u. = tien over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 23

Question
2.40 u. = tien over half twee
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 24

Question
2.40 u. = tien voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 25

Question
3.20 u. = tien voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 26

Question
3.20 u. = tien voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 27

Question
3.20 u. = tien over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 28

Question
3.25 u. = vijf voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 29

Question
3.25 u. = vijf over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 30

Question
3.25 u. = vijf voor half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 31

Question
3.35 u. = vijf over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 32

Question
3.35 u. = vijf voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 33

Question
3.35 u. = vijf over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 34

Question
3.40 u. = tien over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 35

Question
3.40 u. = tien voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 36

Question
3.40 u. = tien over half drie
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 37

Question
4.20 u. = tien voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 38

Question
4.20 u. = tien over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 39

Question
4.20 u. = tien voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 40

Question
4.25 u. = vijf voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 41

Question
4.25 u. = vijf over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 42

Question
4.25 u. = vijf voor half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 43

Question
4.35 u. = vijf over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 44

Question
4.35 u. = vijf over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 45

Question
4.35 u. = vijf voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 46

Question
4.40 u. = tien over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 47

Question
4.40 u. = tien voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 48

Question
4.40 u. = tien over half vier
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 49

Question
5.20 u. = tien voor half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 50

Question
5.20 u. = tien over half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 51

Question
5.20 u. = tien voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 52

Question
5.25 u. = vijf voor half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 53

Question
5.25 u. = vijf over half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 54

Question
5.25 u. = vijf voor half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 55

Question
5.35 u. = vijf over half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 56

Question
5.35 u. = vijf voor half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 57

Question
5.35 u. = vijf over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 58

Question
5.40 u. = tien over half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 59

Question
5.40 u. = tien voor half zes
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 60

Question
5.40 u. = tien over half vijf
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 61

Question
10.20 u. = tien voor half tien
Answer
  • Juist
  • Fout

Question 62

Question
11.20 u. = tien voor half twaalf
Answer
  • Juist
  • Fout
Show full summary Hide full summary

Similar

[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A2] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Mix: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Graag — Vraag en antwoord
Yatalu ⠀
[NL A1] Syntax: graag — Correcte volgorde
Yatalu ⠀