Goederenrecht

Goederenrecht

Relatie Persoon - goed
goederen: Art.3:1 BW
1. zaken: voor menselijk beheer vatbare stoffelijke objecten
  1. bestandeel: onzelfstandig onderdeel van de hoofdzaak
    1. hechte ideele band Art.3:4 lid 1 BW
      1. verkeersopvatting
      2. kan de hoofdzaak zonder het aspirant bestanddeel als onvoltooid worden beschouwd ?
    2. hechte materiele band Art.3:4 lid 2 BW
      1. veroorzaakt afscheiding substansiele schade aan hoofdzaak of bestanddeel ?
    3. Beplantingen: bestanddeel van grond indien ermee verenigd
    4. volgen goederenrechtelijke status van de hoofdzaak
    5. Art. 5:3 BW: eigenaar hoofdzaak is eigenaar van al haar bestanddelen
      1. natrekking: eigendomsverkrijging door bestanddeelvorming
    6. Doorbreking door middel van afscheiding of vestigen van opstalrecht
  2. vruchten van zaken zijn natuurlijke vruchten Art.3:9 lid 1 BW: ontstaan door afscheiding
  3. roerend Art.3:3 lid 2 BW: niet onroerend
  4. onroerend Art.3:3 lid1 BW
    1. grond
    2. nog niet gewonnen delftstoffen
    3. duurzaam met de grond verenigde gebouwen/planten/werken
      1. duurzaam: naar aard en inrichting bestemd ter plaatse te blijven
2. vermogensrechten Art.3:6 BW: recht met vermogenswaarde
  1. afzonderlijk of tezamen met ander recht overdraagbaar OF
    1. overdraagbaarheid onafhankelijk van partijafspraken
  2. strekken tot stoffelijk (financieel) voordeel OF
  3. verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel
  4. vruchten van vermogensrechten zijn burgerlijke vruchten Art.3:9 lid 2 BW: ontstaan door opeisbaarheid
3. vruchten: opbrengsten die goederen met behoud van hun substansie genereren, op grond van verkeersopvatting bepaald Art.3:9 BW
4. Registergoederen: Art.3:10 BW: goederen waarvoor inschrijving in openbare registers noodzakelijk is voor overdracht /vestiging
  1. onroerende zaken
  2. teboekstaande schepen enluchtvaartuigen
  3. aandelen op een registergoed
  4. beperkt recht op een registergoed
5. toekomstige goederen
  1. absoluut toekomstig: goederen die nog niet bestaan, bijv. bestanddelen
  2. relatief toekomstig: goederen ten opzichte waarvan de vervreemder nog niet beschikkingsbevoegd is
  3. enkel toekomstig: nog niet bestaande vorderingen uit een al wel bestaande rechtsverhouding
  4. dubbel toekomstig: nog niet bestaande vorderingen uit een nog niet bestaande rechtsverhouding
Goederenrechtelijke rechten
1. absolute werking / derdenwerking: handhaving t.o.v. een ieder
2. volledige rechten
  1. eigendom van zaken en toebehoren van vermogensrechten
  2. Beperkte rechten Art.3:8 BW een recht wat is afgeleid uit een meer omvattend recht
    1. Art.3:98 BW
      1. vestiging / overdracht op zelfde wijze als bij het goed zelf
    2. zekerheidsrechten
      1. pand
      2. hypotheek
    3. genotsrechten
      1. vruchtgebruik
      2. erfdienstbaarheid
      3. erfpacht
      4. opstal
    4. moederrecht: meer omvattend recht
      1. zelfstandig + overdraagbaar (Art.3:81 lid 1 BW)
      2. beperkte rechten kunnen slechts worden gevestigd binnen de grenzen van het moederrecht
    5. verbandcriterium: wanneer de wet een afwijkende regeling toelaat / onthoudt een regeling te stellen kunnen er slechts rechten / verplichtingen tot inhoud van het beperkte recht worden gemaakt indien ze voldoende verband hebben met het beperkte recht
    6. Uit het beperkt recht voortvloeiende vordering tot herstel van de heerschappij van de beperkt gerechtigde (HR Grensoverschrijdende Garage) niet afhankelijk van schuld of toerekenbaarheid
3. zakelijke rechten: rechten die rusten op een zaak
4. Exclusiviteit: Iedere derde is verplicht om zich te onthouden van het verstoren van aanspraken op het goed door de rechthebbende.
5. prioriteit: Er kan geen enkel goederenrechtelijk recht op een goed worden gevestigd anders dan met volledige inachtneming van eerdere ontstane goederenrechtelijke rechten.
  1. nemo tenetur beginsel:men kan niet meer rechten verlenen dan men zelf heeft
  2. Enter text here
6. volgrecht: de rechthebbende kan zijn recht uitoefenen ongeacht onder wie het object van zijn recht zich bevindt.
7. seperate behandeling: Een goederenrechtelijk gerechtigde kan een later beslag of faillisement negeren en zijn goederenrechtelijk recht dus separaat uitoefenen.
8. gesloten systeem: partijen kunnen niet een nieuw goederenrechtelijk recht in het leven roepen, ze zijn gebonden aan de limitatieve opsomming die de wet voortdraagt.
9. publiciteit
  1. Registergoederen: inschrijving notariele akte in de openbare registers
  2. Niet - registergoederen: bezitsverschaffing (3:90 BW) subsidiair akte (3:95 BW)
  3. vorderingen: akte + mededeling aan debiteur vordering
10. voorrang: Goederenrechtelijke rechten verschaffen de crediteur voorrang boven andere crediteuren. Hierdoor maken ze inbreuk op het beginsel van paritas creditorum (gelijkheid van crediteuren Art. 3:277 lid 1 BW)
11. Goede trouw
  1. objectief Art.3:12 BW gezichtspunten zijn
    1. algemeen erkende rechtsbeginselen
    2. rechtsovertuigingen in NL
    3. Maatschappelijke / persoonlijke belangen bij geval
  2. subjectief: Art.3:11 BW: kennen noch behoren te kennen
    1. Feiten: het bestaan van subjectieve rechten
    2. Het recht: Het geheel van regels en beginselen (objectief recht)
    3. behoren te kennen
      1. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat iemand niet te goeder trouw is
      2. Verzuiming raadplegen register leidt tot niet te goeder trouw
12. Misbruik van bevoegdheden: Men kan een bevoegdheid niet inroepen voor zover hij haar misbruikt (Art.3:13 lid 1 BW)
  1. lid 2: categotieen
    1. gebruik slechts om een ander te schaden
    2. Gebruiken van een recht voor een abder doel dan deze is gegeven
    3. Gebruik van een goed terwijl een ander erdoor onevenredig wordt geschaad
  2. lid 3: De aard van het werk kan meebrengen dat deze zich niet leent voor misbruik
13. algemeen belang: Een bevoegdheid die iemand krachtens burgerlijk recht toekomt mag niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht
subjectieve rechten
1. goederenrechtelijke rechten
2. andere absolute rechten
3. relatieve rechten
actierecht: Het recht om naar de rechter te stappen (rechtsvordering)
1. eem verklaring van recht Art.3:302 BW
2. veroordeling tot afgifte van het recht
3. verbod van toekomstige stoornis
4. veoordeling tot herstel
5. schadevergoeding
actie in rechte: een zaak voor de rechter
afhankelijke rechten Art.3:7 BW een recht dat zodanig aan een ander recht is verbonden dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan
1. afhankelijke rechten volgen het recht waaraan ze verbonden zijn
nevenrechten: rechten op vorderingen die bij overgang mee over gaat

Next up

Description

Resource summary

Similar

	Created by N NN over 11 years ago