Zusammenfassung der Ressource
Originaire verkrijging
- Originair: de verkrijger ontleent het
recht niet aan een eerdere voorganger
- verjaring
- Verkrijgende (acquisitive) verjaring Art.3:99 - 3:106 BW
- onafgebroken bezit te goeder trouw 3:99 BW
- Roerend: 3 jaar
- Andere goederen: 10 jaar
- termijn loopt vanaf de dag na de
dag van bezitsverkrijging 3:101 BW
- stuiting: onderbreking bezit: nieuwe
termijn begint na opheffing onderbreking
- 3:102 lid 1: verjaring wordt niet
onderbroken door algemene opvolging
- 3:103 Onvrijwillig verlies stuit niet indien
binnen een jaar wordt teruggekregen
- Onafgebroken bezit ongeacht goede trouw
- tenietgaan actierecht
- inschrijving openbare registers mogelijk 3:17 lid 1 sub i BW
- regels van openbare orde,
ambtshalve toepassing
- Bevrijdende (extinctieve) verjaring Art.3:306 - 3:325 BW
- d.m.v. vervallen actierecht : 20 jaar
- Er blijft slechts een niet af te dwingen
natuurlijke verbitenis over 6:3 BW
- niet van openbare orde , geen ambtshalve toepassing
- afstand mogelijk Art.3:222 lid 2,3 BW
- oneigenlijke verjaring jo. 3:323 BW
- d.m.v. tenietgaan van beperkte
rechten zodra het actierecht tot
opheffing van een met het beperkte
recht strijdige toestand verjaart
- 3:106 BW: genotsrechten
- 3:323 BW: zekerheidsrechten
- Occupatie van een res nullius
- Res Nullius: aan niemand toebehorende roerende zaak 5:4 BW
- Voor inbezitneming geldt 3:113 lid 1 BW
- 5:24 BW: onroerende zaken die aan niemand toebehoren zijn eigendom van de staat
- categorieen
- zaken waarvan die nooit een rechthebbende hebben gehad
- zaken waarvan de rechthebbende het bezit opzettelijk heeft prijsgegeven 5:18 BW
- Vinderschap 5:5 - 5:12
- vondst van een onbeheerde roerende zaak welke geen schat is
- 5:5 verplichtingen
- aangifte (politie) / mededeling (vermeende eigenaar)
- bewaring (gemeente)
- termijn van 1 jaar
- Na termijn nog steeds in bezit vinder / gemeente
- uitzonderingen eigendomsverkrijging
- Niet kostbare zaak
(EUR<450) aan gemeente
gegeven 5:6 lid 2
- eigenaar voor termijn om afgifte vraagt 5:6 lid 4
- Retentierecht: m.b.t de kosten van
bewaring/ondehoud/opsporing , gaat over
in eigendom indien niet voldaan
- Vindersloon: de vinder heeft recht op een naar omstandigheden redelijke beloning 5:10 lid 2 BW
- Schatvinding
- 50% ontdekker 50% eigenaar zaak vondst 5:13 lid 1 BW (mede - eigendom)
- schat: 5:13 lid 2 BW een roerende zaak van waarde die zolang verborgen
is geweest dat de eigenaar niet meer kan worden opgespoord
- uitzondering indien roerende zaak monument is of op strand/zeebodem gevonden objecten
- Natrekking
- Eigendomsverkrijging waarbij 2 zaken van verschillende eigenaren samen een 1 zaak
vormen, de eigenaar van de hoofdzaak is tevens eigenaar van de samengestelde zaak
- onroerende zaken: grond is altijd hoofdzaak
- in geval er geen duidelijk hoofdzaak is
ontstaat er verbinding (mede - eigendom)
- Roerende zaken 5:14 lid 3
- de zaak met een aanmerkelijk
hogere waarde OFvolgens
verkeersopvatting hoofdzaak
- Vermenging: bij vloeistoffen
en gassen, natrekking van
overeenkomstige toepassing
- Zaaksvorming 5:16
- vorming van een nieuwe zaak waarvan de waarde
voor een aanzienlijk deel door de vormgeving
wordt bepaald.
- Gezichtspunten (verkeersopvatting)
- wordt de zaak bij de oude naam genoemd ?
- Is de oude vorm gemakkelijk te herstellen ?
- Is de zaak meer waard geworden ?
- Is de nieuwe vorm door menselijke aarbeid
bewerkstelligd ? (onderscheid met vruchttrekking)
(HR Hollandse Kuieknboerderij)
- Is er een verandering in de identiteit van de zaak (onderscheid
met natrekking) (HR Hinck/Van der Werff/Vischer)
- Eigendom behoort bij (een van de) eigenaren (uitgangspunt)
- Uitzondering: eigendom behoort bij een ander
- Iemand vormt of doet zaak vormen voor zichzelf
- de kosten van de vorming zijn niet zo
gering dat ze zaaksvorming ten koste
van eigenaar niet rechtvaardigen
- opdracht ander en eigenaar: uit de rechtsverhouding beslissen
of ander voor zichzelf of eigenaar vormt (HR Breda / Antonius)