Zusammenfassung der Ressource
Frage 1
Frage
Ik heb bij de bakker [blank_start]gewerkt[blank_end] (werken).
Frage 2
Frage
Ik heb een jaar in Japan [blank_start]gewoond[blank_end] (wonen).
Frage 3
Frage
Hij heeft uren op het internet [blank_start]gesurft[blank_end] (surfen).
Frage 4
Frage
Heb je je moeder al [blank_start]gebeld[blank_end] (bellen)?
Frage 5
Frage
Jan heeft gisteren twintig kilometer [blank_start]gefietst[blank_end] (fietsen).
Frage 6
Frage
Opa heeft dat verhaal al honderd keer [blank_start]verteld[blank_end] (vertellen).
Frage 7
Frage
Ik heb mijn naam al drie keer [blank_start]gezegd[blank_end] (zeggen)... Ik heb hem zelfs [blank_start]gespeld[blank_end] (spellen)!
Frage 8
Frage
Heb je ooit Pokémon GO [blank_start]gespeeld[blank_end] (spelen)?
Frage 9
Frage
Het kind heeft de hele les [blank_start]gepraat[blank_end] (praten).