Frage 1
Frage
Mijn les begint ____ half twee.
Frage 2
Frage
Ik heb een afspraak met de dokter ____ negen uur 's ochtends.
Frage 3
Frage
Frederik gaat ____ december naar Denemarken.
Frage 4
Frage
Mijn broer verjaart ____ 12 september.
Frage 5
Frage
Lotte heeft ____ 16 juni een examen.
Frage 6
Frage
Kerstmis valt ____ 25 december.
Frage 7
Frage
De trein vertrekt ____ tien voor zes.
Frage 8
Frage
Ik ga ____ middernacht slapen.
Frage 9
Frage
School eindigt ____ kwart over twaalf.
Frage 10
Frage
Ik werk absoluut niet ____ het weekend!
Frage 11
Frage
Waarom blijven jullie thuis ____ de zomervakantie?
Frage 12
Frage
____ welk seizoen is jouw verjaardag?
Frage 13
Frage
Francine staat elke dag ____ zes uur op.
Frage 14
Frage
Ik vertrek ____ april naar Ecuador.
Frage 15
Frage
We gaan naar de zoo ____ mijn verjaardag.
Frage 16
Frage
Ik ben ____ 1985 geboren.
Frage 17
Frage
Maaike is ____ 14 februari geboren.
Frage 18
Frage
Lieven en Karen zijn ____ vrijdag getrouwd.
Frage 19
Frage
Maarten is ____ september geboren.
Frage 20
Frage
Ik blijf altijd thuis ____ de vakantie.
Frage 21
Frage
____ vier mei heb ik een test.
Frage 22
Frage
De bus vertrekt ____ tien minuten.
Frage 23
Frage
Mijn lievelingsprogramma begint ____ half acht.
Frage 24
Frage
Mijn hond eet altijd ____ tien uur 'ochtends en tien uur 's avonds.
Frage 25
Frage
De supermarkt sluit vandaag al ____ half één.
Frage 26
Frage
Is de bibliotheek ____ half negen al open?