[NL A1] Ontkenning: niet en geen — Selecteer de correcte zin.

Beschreibung

NT2 Quiz am [NL A1] Ontkenning: niet en geen — Selecteer de correcte zin., erstellt von Yatalu ⠀ am 13/01/2021.
Yatalu ⠀
Quiz von Yatalu ⠀, aktualisiert more than 1 year ago
Yatalu ⠀
Erstellt von Yatalu ⠀ vor mehr als 3 Jahre
122
0

Zusammenfassung der Ressource

Frage 1

Frage
Welke zin is correct? (We hebben honger.)
Antworten
  • We hebben geen honger.
  • We hebben niet honger.
  • We hebben honger niet.

Frage 2

Frage
Welke zin is correct? (Jennifer heeft dorst.)
Antworten
  • Jennifer heeft geen dorst.
  • Jennifer heeft niet dorst.
  • Jennifer heeft dorst niet.

Frage 3

Frage
Welke zin is correct? (Lisa is blij.)
Antworten
  • Lisa is niet blij.
  • Lisa is geen blij.
  • Lisa is blij niet.

Frage 4

Frage
Welke zin is correct? (Jullie zijn sympathiek.)
Antworten
  • Jullie zijn niet sympathiek.
  • Jullie zijn geen sympathiek.
  • Jullie zijn sympathiek niet.

Frage 5

Frage
Welke zin is correct? (Heb jij een zus?)
Antworten
  • Heb jij geen zus?
  • Heb jij niet zus?
  • Heb jij een zus niet?

Frage 6

Frage
Welke zin is correct? (Bernard koopt een pen.)
Antworten
  • Bernard koopt geen pen.
  • Bernard koopt niet een pen.
  • Bernard koopt een pen niet.

Frage 7

Frage
Welke zin is correct? (Helene leest een boek.)
Antworten
  • Helene leest geen boek.
  • Helene leest niet een boek.
  • Helene niet leest een boek.

Frage 8

Frage
Welke zin is correct? (Is Catherine timide?)
Antworten
  • Is Catherine niet timide?
  • Is Catherine geen timide?
  • Is niet Catherine timide?

Frage 9

Frage
Welke zin is correct? (We zijn moe.)
Antworten
  • We zijn niet moe.
  • We zijn geen moe.
  • We zijn moe niet.

Frage 10

Frage
Welke zin is correct? (Het zijn studenten.)
Antworten
  • Het zijn geen studenten.
  • Het zijn niet studenten.
  • Het zijn studenten niet.

Frage 11

Frage
Welke zin is correct? (Guy drinkt thee.)
Antworten
  • Guy drinkt geen thee.
  • Guy drinkt niet thee.
  • Guy drinkt thee niet.

Frage 12

Frage
Welke zin is correct? (Anca schrijft een brief.)
Antworten
  • Anca schrijft geen brief.
  • Anca schrijft niet brief.
  • Anca schrijft niet een brief.

Frage 13

Frage
Welke zin is correct? (Arnaud rookt een sigaret.)
Antworten
  • Arnaud rookt geen sigaret.
  • Arnaud rookt niet sigaret.
  • Arnaud rookt een sigaret niet.

Frage 14

Frage
Welke zin is correct? (Mijn zus is gescheiden.)
Antworten
  • Mijn zus is niet gescheiden.
  • Mijn zus is geen gescheiden.
  • Mijn zus is gescheiden niet.

Frage 15

Frage
Welke zin is correct? (Heeft ze kinderen?)
Antworten
  • Heeft ze geen kinderen?
  • Heeft ze niet kinderen?
  • Heeft ze kinderen niet?

Frage 16

Frage
Welke zin is correct? (Ze leest haar e-mails.)
Antworten
  • Ze leest haar e-mails niet.
  • Ze leest haar geen e-mails.
  • Ze leest geen haar e-mails.

Frage 17

Frage
Welke zin is correct? (Hij spreekt.)
Antworten
  • Hij spreekt niet.
  • Hij spreekt geen.
  • Hij niet spreekt.

Frage 18

Frage
Welke zin is correct? (Ana spreekt Arabisch.)
Antworten
  • Ana spreekt geen Arabisch.
  • Ana spreekt niet Arabisch.
  • Ana spreekt Arabisch niet.

Frage 19

Frage
Welke zin is correct? (Ahmet spreekt goed Turks.)
Antworten
  • Ahmet spreekt niet goed Turks.
  • Ahmet spreekt goed geen Turks.
  • Ahmet spreekt goed Turks niet.

Frage 20

Frage
Welke zin is correct? (De kinderen hebben huisdieren.)
Antworten
  • De kinderen hebben geen huisdieren.
  • De kinderen hebben niet huisdieren.
  • De kinderen hebben huisdieren niet.

Frage 21

Frage
Welke zin is correct? (De les is interessant!)
Antworten
  • De les is niet interessant!
  • De les is geen interessant!
  • De les is interessant niet!

Frage 22

Frage
Welke zin is correct? (Ga jij met de bus?)
Antworten
  • Ga jij niet met de bus?
  • Ga jij met de bus niet?
  • Ga jij met geen bus?

Frage 23

Frage
Welke zin is correct? (Dit is onze tante.)
Antworten
  • Dit is niet onze tante.
  • Dit is geen onze tante.
  • Dit is onze geen tante.

Frage 24

Frage
Welke zin is correct? (Mijn broer heeft een vriendin.)
Antworten
  • Mijn broer heeft geen vriendin.
  • Mijn broer heeft niet een vriendin.
  • Mijn broer heeft een vriendin niet.

Frage 25

Frage
Welke zin is correct? (We drinken koffie met melk.)
Antworten
  • We drinken geen koffie met melk.
  • We drinken koffie met geen melk.
  • We drinken niet koffie met melk.

Frage 26

Frage
Welke zin is correct? (Het is twee uur.)
Antworten
  • Het is geen twee uur.
  • Het is niet twee uur.
  • Het is twee uur niet.

Frage 27

Frage
Welke zin is correct? (Cato is veertien jaar oud.)
Antworten
  • Cato is geen veertien jaar oud.
  • Cato is niet veertien jaar oud.
  • Cato is veertien jaar niet oud.

Frage 28

Frage
Welke zin is correct? (Ik apprecieer dat soort muziek.)
Antworten
  • Ik apprecieer dat soort muziek niet.
  • Ik apprecieer dat soort geen muziek.
  • Ik apprecieer geen dat soort muziek.

Frage 29

Frage
Welke zin is correct? (Isabelle heeft tijd.)
Antworten
  • Isabelle heeft geen tijd.
  • Isabelle heeft niet tijd.
  • Isabelle heeft tijd niet.

Frage 30

Frage
Welke zin is correct? (Bent u nog klant?)
Antworten
  • Bent u nog geen klant?
  • Bent u nog niet klant?
  • Bent u niet nog klant?

Frage 31

Frage
Welke zin is correct? (Peter heeft gestudeerd.)
Antworten
  • Peter heeft niet gestudeerd.
  • Peter heeft geen gestudeerd.
  • Peter heeft gestudeerd niet.

Frage 32

Frage
Welke zin is correct? (Ze hebben nog cd's van Jacques Brel.)
Antworten
  • Ze hebben nog geen cd's van Jacques Brel.
  • Ze hebben nog niet cd's van Jacques Brel.
  • Ze hebben nog cd's van geen Jacques Brel.

Frage 33

Frage
Welke zin is correct? (Ik sta op voor 8 uur.)
Antworten
  • Ik sta niet op voor 8 uur.
  • Ik sta op niet voor 8 uur.
  • Ik sta op voor geen 8 uur.

Frage 34

Frage
Welke zin is correct? (Ik vertrek om 6 uur.)
Antworten
  • Ik vertrek niet om 6 uur.
  • Ik vertrek om geen 6 uur.
  • Ik vertrek om niet 6 uur.

Frage 35

Frage
Welke zin is correct? (Ik zie een kat.)
Antworten
  • Ik zie geen kat.
  • Ik zie een kat niet.
  • Ik zie niet kat.
Zusammenfassung anzeigen Zusammenfassung ausblenden

ähnlicher Inhalt

[NL A1] Meervoud — Pluralis met -en: Schrijf de correcte vorm
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Studeren/luisteren
Yatalu ⠀
[NL A1] Pronomina: bezittelijk vnw — Noteer het vnw
Yatalu ⠀
[NL] Uitspraak - Lange of korte klinker?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (voor/over half): juist of fout?
Yatalu ⠀
[NL A1] Woorden (vocabulaire) — Klok (uur+half)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Noteer in cijfers (1-200)
Yatalu ⠀
[NL A1] Cijfers en getallen — Arrangeer (20-99)
Yatalu ⠀
[NL A1/A2] Lidwoorden (artikels) — De of het?
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Schrijven en kiezen: vorm typen
Yatalu ⠀
[NL A1] Verba: presens — Basisregel: vorm typen
Yatalu ⠀